“Als je fan bent van jus, zwaai dan met je paraplu!” Dit buldert een deelnemer met de naam Pyrexeler (zoals de ovenschalen, weet je wel), die verkleed gaat als een pot Maggi Juspoeder. Hij draagt een hoofddeksel dat open kan om het daadwerkelijke poeder te onthullen dat hij over het publiek heen strooit, als een bloemenmeisje dat het gangpad afloopt.
Ik ben hier – in een dorp in Lancashire, in het noorden van Engeland – om het Wereldkampioenschap Jusworstelen bij te wonen. Dit is best wonderbaarlijk, aangezien ik uit Londen kom en niet kan autorijden, maar toch op de een of andere manier de vijf uur lange reis heb weten af te leggen, ondanks dat het een feestdag is en er een landelijke staking bij de treinen bezig is. Niemand kan mijn toewijding om dit belachelijke evenement vast te leggen ontkennen, noch het feit dat dit evenement inderdaad belachelijk was.
Videos by VICE
Misschien ben je gewend om je aardappelpuree in een flinke dot van het bruine smikkelgoedje te badderen, maar daar is hier geen tijd voor. In de achtertuin van The Rose N’ Bowl-pub in Stacksteads wordt er 1500 liter warme jus in een worstelring gegoten, waar zestien mannen en acht vrouwen de strijd met elkaar aangaan in twee minuten van chaotisch geworstel. (We kunnen alleen maar aannemen dat deze oneven verdeling te danken is aan hoe moeilijk het moet zijn om iemand over te halen om aan deze ongein mee te doen.) Deelnemers moeten zich mooi aankleden, en de opbrengst gaat naar het goede doel van het East Lancashire Hospice – afgezien van de hoofdprijs van 50 pond (57,58 euro) voor de mannelijke en vrouwelijke winnaars.
De pub zelf is nog meer volgestouwd dan de zes tonnen jus die naast de zwembadachtige opblaasbare ring staan te wachten, maar ik vecht mijn weg naar de achtertuin, nog op tijd om de optocht van verklede mensen te aanschouwen. Worstelaars dansen om de ring heen en reageren op het harde applaus van het publiek en het commentaar van een man met een microfoon. “Borsten, ballen, billen, ze zullen gezien worden,” schreeuwt hij tegen de microfoon in zijn hand. Een man paradeert rond in een worstelaarsballenknijper met ‘Maggi’ erop geschreven. “Het ziet eruit als een TicTac!” krijst de commentator op dit zogenaamde familie-evenement. Afgezien van een behoorlijk ongemakkelijke opvoering van “YMCA” is er geen warming-up.
Zo’n 15 jaar geleden begon dit jaarlijkse evenement op een parkeerplaats als een “publiciteitsstunt voor een voedselfestival dat niet meer doorging”, legt Andrew Holt, organisator van het evenement, uit. Hij draagt een minuscule, met jus bevlekte bril en een baret, en haalt zijn valse gebit uit zijn mond om fatsoenlijk te kunnen praten. Ik kreeg even een hartverzakking omdat ik dacht dat er een dentaal ongeluk was gebeurd, maar gelukkig was het gewoon een leuk feestartikel. Maar terug naar de geschiedenis van het kampioenschap: na een succesvolle eerste jusworstelwedstrijd werd het evenement elk jaar teruggebracht en naar de achtertuin van de pub verplaatst, omdat het als een leuke manier werd gezien om geld in te zamelen voor een goed doel.
De jus zelf wordt in Holts black pudding-fabriek gemaakt en in zes tonnen van 208 liter vervoerd. “Je kunt dit werk niet serieus nemen, je moet het wel met een korreltje zout nemen,” lacht hij. Ik maakte mijn interview af met ‘s werelds saaiste hygiëne-gerelateerde vraag: “Hoe maak je dit in godsnaam allemaal schoon?” Blijkbaar zorgt de plaatselijke brandweer daarvoor.
Het worstelen zelf was nog chaotischer dan de Arena tijdens een wedstrijd Ajax-Feyenoord. Of, zoals de commentator het verwoordde: “Er is hier meer blote huid te zien dan bij het aftreden van een rechtse politicus.” Het was een mix van complete slapstick en iets wat je bij WWE zou kunnen zien. Er werden twee namen omgeroepen, en de worstelaars zweepten het publiek op voor het gevecht begon. De meesten van hen leken bijna ingestudeerde routines te hebben, maar hielden stug vast dat ze van tevoren niks geoefend hadden. De muziekselectie varieerde van “Yakety Sax”(je weet wel, het klassieke nummer voor achtervolgingsscènes en Benny Hill) tot “Eye of the Tiger”. De echte held was de scheidsrechter die vaak het mikpunt van alle spot was en een hoop gevechten in werd gegooid. Gelukkig wist hij de volle drieënhalf uur aan worstelen in die glibberige ring te overleven.
“Ik doe dit jaar veertig gekke dingen omdat ik veertig word,” legt finalist Lauren Bricknall uit. “Ik beloof dat ik een officieel kooigevecht doe als ik win. Ik hou me aan mijn woord.” Haar worstelnaam is Ocean Fury, en doordeweeks werkt ze met mensen met bijzondere behoeften. Vandaag vecht ze om een goed doel voor autisme te ondersteunen. “Ik ben normaal geen strijdlustig persoon, maar zodra ik de ring instapte was ik zo van, kom maar op,” voegt ze eraan toe.
De regels over hoe er een winnaar uit de deelnemers wordt gekozen waren onduidelijker dan waarom de buitengewoon ongepaste host was uitgekozen. Het verbaasde me dat niemand hem een klap probeerde te verkopen nadat hij opmerkingen zoals “Je hebt dit nog niet eerder gedaan, of wel? Want ik zou me jou wel herinneren” tegen een van de vrouwen maakte, alvorens te zeggen dat hij voor haar met haar echtgenoot zou vechten. Er was ook nog lekker potje body shaming voor een vrouw die vroeger de body double van Angelina Jolie was (“geloof het of niet”), maar genoeg over hem.
Sommige regels leken ter plekke verzonnen te zijn, zoals toen deelnemer Moody Cow gediskwalificeerd werd omdat ze de scheidsrechter met zich mee de ring in trok. Gek genoeg gingen anderen door naar de volgende ronde, ondanks dat ze precies hetzelfde deden. Naarmate de dag vorderde werd het duidelijk dat je meer punten kreeg als je voor meer entertainment zorgde. Eén worstelaar werd geïntroduceerd als The Cranberry King. “Hij heeft ooit ‘s werelds langste tepelhaar gevonden,” voegt de gastheer toe terwijl de koning in kwestie apetrots door de ring rent. De souplesse van sommige deelnemers was ook indrukwekkend – achterwaartse salto’s, voorwaartse salto’s, en flink wat snoekduiken van bovenaf, recht boven op hun terugdeinzende tegenstander. De chaos barstte pas echt los toen de worstelaars hun gevecht niet meer binnen de ring wisten te houden. Ze gleden als slakken rond terwijl ze probeerden terug in de ring te geraken om het gevecht af te maken.
Er kwam jus op plekken waar ik echt geen jus in wilde hebben. Het zit nog steeds in mijn broek. Toen ik de deelnemers probeerde te interviewen werd ik herhaaldelijk doordrenkt met druppels zweterige jus terwijl ze er allemaal met een noodvaart van door probeerden te gaan om schoon te worden gespoeld door de plaatselijke brandweermannen. De meesten van hen zouden tijdens hun pogingen om te praten als bijna delirisch kunnen worden beschouwd.
“We hadden ons voor de grap aangemeld, maar nu heb ik 52 weken om sterker te worden voor de volgende,” zei een deelnemer, net op het moment dat zijn vriend, gehuld in een Mexicaanse vlag, over de ring sprong. “Ik ben een dolblije man, ik ben gevlucht uit Tijuana!” schreeuwde hij in een curieus, vermoedelijk als Mexicaans bedoeld accent. Ogenschijnlijk als reactie daarop begon de oorspronkelijke geïnterviewde herhaaldelijk “USA” te roepen tot zijn vriend het interview ontvluchtte, naar eigen zeggen omdat hij niet kon ademen. Hij moest uiteindelijk door een dokter uit de vlag worden gesneden, die te strak om zijn nek was gebonden. In de chaos van het moment heb ik van geen van beide de naam kunnen vragen.
Alle goede dagen moeten echter ten einde komen – zelfs degenen waarop er meer is gelachen dan bij een proefdag voor lachgas. Aan het einde werden Ravin Gravy (Nathan Kendall) en The Bacup Bavarian (Patina Bury) tot de rechtmatige winnaars uitgeroepen en was er geweldige 5444 pond (6270 euro) ingezameld voor East Lancashire Hospice. Helaas waren er ter plekke zoveel jus en friet geconsumeerd dat er niks meer over was voor mijn avondeten – gelukkig zat er nog genoeg op mijn broek.