Heteroseksualiteit bestaat volgens de wetenschap helemaal niet

Twee zoenende mannen

Een onderzoek dat eind 2015 in Journal of Personality and Social Psychology werd gepubliceerd, ondermijnt een hoop van wat we denken te weten van heteronormatieve seksuele geaardheid. Dit onderzoek kijkt naar de seksuele voorkeur van vrouwen en meet hun fysiologische reactie op een hoop pornografisch materiaal. Uit de resultaten blijkt dat hun lichaam zowel op hetero- als homoseks positief reageerde, ondanks de seksuele voorkeur die de vrouwen van tevoren hadden aangegeven. We kunnen dus concluderen dat de seksualiteit van vrouwen behoorlijk complex is en niet zomaar te vatten is in óf hetero- of homo.

Ritch C. Savin-Williams is hoofddocent ontwikkelingspsychologie en directeur van het Sex and Gender Lab op Cornell-universiteit in de staat New York. Het onderzoek werd in zijn lab uitgevoerd en hij vertelde me dat het onderdeel is van een veel groter project waar hij en zijn onderzoekers mee bezig zijn. Dat project is gericht op het ontdekken van de echte seksualiteit van mensen door de fysiologische reacties te meten.

Videos by VICE

“Het is eigenlijk een onderzoek dat seksuele geaardheid bepaalt door te kijken naar de ogen en in hoeverre iemands pupillen verwijden of vernauwen. Je hebt daar zelf geen enkele controle over. Dat is ook belangrijk voor het onderzoek, dat draait om het analyseren van seksualiteit op een manier die je zelf niet kunt beïnvloeden. Een andere manier waarop je dit kunt meten, is via genitale opwinding. Maar goed, dat gaat net een stapje verder natuurlijk.”

Voor veel mensen is seksualiteit simpel: je bent hetero of homo. Biseksualiteit wordt pas sinds kort serieus genomen. Het idee van een losstaande, statische en vooral duidelijke definitie van seksuele geaardheid zit verweven in het dagelijkse leven. Het maakt een groot deel uit van hoe we naar het culturele concept gender kijken: ‘echte’ mannen zijn bijvoorbeeld mannelijk en vallen op vrouwen. Punt. Maar het onderzoek van Savin-Williams gaat hier tegenin, maar dat is voor de onderzoeker geen verrassing. Hij zegt dat hij niet verbaasd is dat seksualiteit complexer is dan homo of hetero. “Ik ben niet verrast,” zegt hij. “We proberen te kijken hoe mensen echt zijn. Sommige mensen werken op een bepaalde manier, maar geloven dat ze zich op een andere manier moeten presenteren. Dat is niet goed.”

Deze neiging komt volgens hem door de invloed van sociale beperkingen: de normen die bepalen hoe mensen je zien en behandelen. Hij werkt nu aan een concept dat hij de ‘voornamelijk heteroman’ noemt. “We hebben altijd voornamelijk heterovrouwen geaccepteerd. Je weet wel, de vrouwen die gewoon hetero zijn maar als ze de juiste vrouw tegenkomen, willen ze het wel eens proberen. We dachten eerst dat dat een fenomeen was dat alleen op vrouwen van toepassing was.”

straight-people-dont-exist-new-research-says-body-image-1446844922


Afbeelding via Stocksy

“Als we mannen bijvoorbeeld een foto laten zien van een masturberende vrouw reageren ze zoals je van een heteroman verwacht. Maar als je ze een foto laat zien van masturberende man, verwijden hun pupillen ook een beetje. Daarmee kunnen we fysiologisch laten zien dat mannen ook niet vastzitten aan hetero, homo of bi.” De verschillende onderdelen van Savin-Williams’ onderzoek richten zich allemaal op seksualiteit bij mannen en vrouwen en proberen te laten zien dat saaie ideeën over dat iedereen honderd procent hetero of homo is in de wetenschap geen stand houden.

“Mannen krijgen zoveel shit over zich heen dat als ze wél een bepaalde seksuele aantrekking tot mannen hebben, ze dat vaak niet eens zeggen.”

Al sinds de negentiende eeuw zijn er actieve bewegingen om de structurele ongelijkheid aan te kaarten in onze maatschappij. Zelfs culturele normen die onschadelijk lijken, kunnen een behoorlijke rol spelen in genderongelijkheid. Met dit onderzoek wil het team van Savin-Williams die ideeën en normen een basis in de wetenschap geven, zodat voor die ongelijkheid in ieder geval geen wetenschappelijke basis meer is.

“Je ziet al dat de grenzen aan het vervagen zijn,” zegt hij. “Ik denk dat dat voor beide geslachten het geval is. En dat is goed, denk ik, want het geeft de kinderen die nu opgroeien meer diversiteit en meer keuze, waardoor ze minder het gevoel hoeven te hebben dat ze ten koste van alles ergens bij moeten horen. Heterovrouwen en -mannen kunnen zich tegenwoordig ook veel makkelijker een andere genderrol aanmeten.”

Mensen met een LGBT-identiteit zullen waarschijnlijk altijd nog wel sociale discriminatie en vooroordelen te verduren krijgen, maar vanuit het perspectief van menselijkheid en geesteswetenschappen is het misschien een voordeel als je queer bent, want dan heb je toegang tot vragen waartoe heteroseksuelen en cisgenders geen toegang hebben. Onderdrukking wordt vooral ervaren door de mensen die het dichtst bij het queerspectrum zitten, maar de culturele en maatschappelijke grenzen van de genderhokjes zijn uiteindelijk een probleem voor iedereen – ook ‘gewone’ hetero’s voelen zich minder vrij om hun eigen diepte en wijdte te ontdekken van hun seksuele identiteit.

“Als je naar vrouwen kijkt zie je dat lesbische vrouwen vaak meer zelfvertrouwen hebben dan heterovrouwen,” legt Savin-Williams uit. “Misschien voelen ze zich vrijer [om te zijn wie ze echt zijn]. Misschien is de maatschappij het er niet altijd mee eens, maar het is wel je eigen, authentieke zelf.”