Dit weekend heb ik veel nagedacht over medelijden. Zeker niet in de laatste plaats omdat ik het kinderachtig met mezelf te doen heb; op moment van schrijven ben ik praktisch gezien meer blaar dan mens. Maar nog belangrijker, de Zwarte Cross – waar ik die blaren, vertier en ongeveer zesduizend plastic bekertjes bier heb opgehaald – droeg dit jaar het thema ‘leven vóór de dood’. Vrij vertaald is dat een oproep om iedereen die niet elke druppel opdrinkt die het aardse bestaan aanreikt uit medelijden figuurlijk op zijn of haar neus te slaan, en jezus, dat beseft iedere bezoeker van het festival ten volste.
Want – !!!Randstedelijke open deur #1!!! – half knallen zit er niet in hier, vooral omdat je een groot deel van de dingen die gebeuren niet per se voor mogelijk houdt. Ik ben bijvoorbeeld nog nooit een Tsjech tegengekomen die naar Los Angeles vluchtte voor de Russische maffia, en toen hierheen kwam omdat hij in LA werd opgejaagd door een Mexicaans kartel, om hier op een stoffige crossbaan een backflip op een motor te doen. En nog steeds ben ik schandelijk z’n naam vergeten, puur omdat hij niet eens de lijpste persoon op het terrein was.
Videos by VICE
Vooraf werd ons verteld dat in principe alles mogelijk was op de Cross, wat normaal gesproken uit een mond van een pr-medewerker zo goed als niets betekent. Maar hier – !!!Randstedelijke open deur #2!!! – leek er toch enige waarheid in te schuilen. Tachtig meter de lucht in met een zweefmolen? Let’s go. Acts als de Rimini Rimmers en DJ Flikker boeken voor gaycafé De Kast? Sure. Een bord ophangen met daarop ‘Tanzen Macht Frei’? Say no more. Maar hiphop? Eh, nee, dat niet. Tot dit jaar dan.
Het is immers 2018, en zelfs zo dicht bij de grens met Duitsland is er onmogelijk aan rappers te ontkomen. En, ja, als je al meer dan dertig podia hebt kun je er net zo goed met Achterhoekse precisie ook een hiphopstage uit de grond stampen. Klinkt in principe makkelijk: Nederlandse hiphop kent inmiddels een groot aantal artiesten – Lil Kleine, Kraantje Pappie, Bizzey – die zonder enkel probleem overal gedropt kunnen worden om als winnaars naar buiten te komen. Hen boeken voor een hiphop-podium is de voor de hand liggende optie, zeker voor een enorm festival als Zwarte Cross. Maar in plaats daarvan koos de organisatie voor veel, iets kleinere, echt rappende rappers met rapliedjes. En niet erg stiekem pakte die move behoorlijk goed uit.
Josbros is daar een goed voorbeeld van. Hij is sowieso een van de weinige rappers in Nederland die live misschien wel beter is dan op Spotify, maar met alleen goed bij stem zijn red je het niet in Lichtenvoorde. Een høkpubliek is niet gemaakt om stil te staan en dat snapt hij. Zwart Licht snapt dat ook. Ares: zelfde laken een pak. Jonge koningen Leafs en Jacin Trill hetzelfde. Sef – met een bijzonder sicke Falco Benz naast ‘m – heeft dit al honderdduizend keer gedaan en kun je ook niets vertellen. Dope om af en toe herinnerd te worden aan het feit dat online cijfers, en dus medelijden, je niet gaan redden als je voor Jarno, Tom en de andere leeuwen wordt gegooid. En gewoon goed kunnen rappen wel.
Fotograaf Sabine Rovers bracht de vrijdag van het festival door bij het hiphop-podium. Bekijk haar foto’s hieronder, maar niet voor je hebt gelezen wat ik – !!!Randstedelijke open deur #3!!! – nog meer heb geleerd in mijn eerste drie dagen Zwarte Cross ooit:
- Als je op een stoffig terrein niet om de drie minuten grondig je gezicht wast komen er zwarte brokken snot in je neus die zo hard zijn dat je ze prima in een luchtbuks kunt afvuren.
- Er bestaat helemaal niet iets als WOO HAH-fomo.
- Mumford and Sons is ook in de vorm van een coverband pas leuk als je binnen een half uur een pilsje of 16 in je holle kies giet.
- Met crossmotoren over een podium springen is gewoon een optie en je bent bekrompen als je niet inziet dat dit precies nodig is bij ieder plaatselijk poppodium.
- Extince leeft.