Toen mijn jaloerse kat stierf, nam hij mijn enige echte reden om geen hond toe te voegen aan mijn relatie mee naar het graf. Als de echte huismus en introvert die ik ben, zijn deze dieren het vierpotige equivalent van het soort mensen dat ik niet tegen kan: expansief, belachelijk gelukkig en constant op zoek naar aandacht. Daarbij stinken ze ook. Maar je weet wat ze zeggen: liefde is compromissen sluiten.
Na wat hartbrekend gescroll door adoptieadvertenties, hadden we een beest van vijf maanden oud gekozen. Mijn lief was enthousiast om haar te verwelkomen, ik niet zo veel. Desondanks ik vele uren spendeerde films zoals Beethoven, Oliver & Co. en Commissaris Rex te herbekijken, kan ik de bloedige beelden van White Dog en Cujo niet uit mijn hoofd krijgen. Laat staan dat ik waarschijnlijk hetgeen zou worden wat ik altijd het meeste had verafschuwd, de perfecte incarnatie van de hondengeneratie; jongvolwassenen die geen achting hebben voor het gefixeerde levensbeeld van hun ouders (huisje, tuintje, kindje) en liever een hond hebben dan een baby. Degenen die kombucha drinken op een terrasje, die je uitleggen over hoe Buddy (de hond) CBD neemt, terwijl ze diezelfde hond nonchalant – het laatste stukje dat geen enkel welopgevoed mens zou nemen, want het is onbeleefd – groententempura voeden. In België heeft zo’n 32% van mensen jonger dan 34 een hond. En 67% van hen vindt het oké om hun gezicht te laten aflikken door een snoet die ook konten besnuffelt. Van diezelfde soort mensen die durven te preken wanneer je skincare routine minder dan negen stappen omvat.
Videos by VICE
Net als een paar Salomon schoenen of een beret van Kangol, is een Australische herder/Shiba Inu/Goldendoodle/gestroomde Teckel een onweerstaanbare mode-accessoire geworden, maar ook een teken van sociale stand; jammer maar je hebt niet dezelfde uitstraling met een dwergkeeshond, Weimaraner, Amerikaanse Stafford, of een chihuahua rat. Ook merknamen hebben deze nieuwe marketingkans niet laten liggen: je klein sproetje kan nu ook Jacquemus, Moncler of Carhartt dragen. Amai.
Toen het zover was zag ik een nogal onhandig wezen vol enthousiasme op de achterbank van de auto kotsen, om het met dezelfde snelheid terug op te eten, waarbij ik mezelf afvroeg waarom ik mezelf dit aandeed. Vier maanden later kan ik niets anders dan beseffen hoe hard mijn leven is veranderd. IK ben veranderd.
Hier zit ik dan met mijn BARF, Vincent Marchal is mijn honden guru geworden, mijn feed staat vol met reels van goldies en gesponsorde posts voor dressage apps; ik ben serieus aan het overwegen om in een canicross club te gaan en in plaats van opgedroogde tabak zitten er nu brokken hondenkoekjes in het diepste van mijn zakken. Ik ontdekte ook de magie van conditionering (Pavlov was een genie) en kokhals over elk klein onwaardig mormel dat we passeren op straat. De gesprekken met mijn lief gaan ook gewoon over de hoeveelheid kak van de hond en het feit dat mijn handen eruitzien als de huid van een albinokrokodiel door de leiband. Mijn kleerkast is nu gevuld met praktische stukken (een vormloze parka, regenschoenen, modderige joggingbroeken vol haar – als hondentrainer heb je geen stijl). Ik heb ook geen probleem meer met de belachelijke hoeveelheden geld die ik uitgeef aan speeltjes die ze waarschijnlijk in een paar uren toch weer kapot bijt. Ik keek zelfs Nom D’un Chien (van rtl nvdr.) volledig uit, desondanks de absoluut brakke regie.
Nu vind ik dat mensen die honden niet moeten, het niet langer verdienen om te bestaan. En vuurwerk? Dat is pure marteling. Ik zou wapens trekken als een bar niet voorzien is op honden en vervloek de zogenaamde properheid van Brussel. Jouw koude frieten, vuile zakdoekjes, pizzakorsten, appelkernen en alcoholrestjes zijn allemaal snacks die mijn viervoeter met plezier naar binnen zuigt. Mijn ideale vakantiebestemming ziet er niet meer uit als een zonnig eiland maar een week in de ardennen met mijn lief, mijn hond en een open haard. Ik zie ons hand in hand door het bos ploeteren terwijl we l’Hymne de nos campagnes van Tryo zingen en kijken hoe de hond op eekhoorntjes jaagt. Ooit was wandelen op straat een angstig gedoe, nu is naar buiten gaan precies een reisje naar Care Bear Land. Ben je single zijn beu? Vergeet Tinder, pak jezelf gewoon een hond. Ik ben nog nooit zo vaak aangesproken geweest als nu met dit knuffelbeest. Het lijkt erop dat als je een hond hebt, mensen je automatisch zien als een vriendelijk iemand. Mensen glimlachen naar me zonder enige reden, vragen me haar ras, leeftijd en naam. Sommigen komen om haar te aaien (canine consent, nog zo’n gigantisch onderwerp om het over te hebben), haar te knuffelen en kusjes te geven.
Maar de ultieme ervaring, dat is het park. Zelfs met een boete van 350 euro die me boven het hoofd hangt (er zijn niet veel parken voor honden in Brussel), is er niets beter dan een dertigtal dieren vrij te zien lopen en spelen. Je voelt je echt een deel van de community, een hechte groep van onverklaarbare hond-en-baasje duo’s. Met leiband in hand eindig je onvermijdelijk in gesprek met iemand. Ik haatte van dat oppervlakkige geklets, maar ik herken mezelf niet meer. Soms ben ik zelfs degene die het gesprek aanknoopt. En als we niet veel te vertellen hebben, dan lachen we maar naar elkaar, wat triest dat onze hondjes met elkaar aan het vechten zijn. Een grappige val later barst de conversatie weer los. In de spanne van een paar weken ken ik het karakter en de naam van elke hond uit de wijk, terwijl ik los de voornamen van de eigenaars met wie ik dagelijks klets negeer. Maar ik kan het geblaf van hun hond herkennen van veraf.
Naast het feit dat een hond je meer actief en sociaal maakt, geeft die je ook een gevoel van veiligheid. Als ik ‘s zondags opsta om 5u30 in de ochtend na een DPA (dringend pipi alarm), kom ik vaak louche types tegen. Als ze merkt dat ik niet op mijn gemak ben, dan gromt ze naar hen (dan ziet ze eruit als een hybride beest, half-hyena half-wolf). Met haar aan m’n zijde ben ik niet langer bang – en we weten allemaal hoe eng het kan zijn als vrouw.
En voor de minder mooie kant – ja, we gaan het hebben over drollen – tjah, je raakt het wel gewoon. Bon, stilstaand wachten tot je viervoeter klaar is met schijten is nog steeds awkward. En je waardigheid lijdt er – zelfs achter 2343 kakjes – zeker nog onder wanneer je voor de zoveelste keer knielt om dat zachte, warme goedje op te rapen, en in een zakje de dikte van een rollade mee te dragen. Maar laten we het erbij houden dat het je handen wel verwarmt. En eerlijk, is er iets beter dan de trots voor een perfect gevormd drolletje? Nog voor je het beseft ben je je hond aan het feliciteren voor diens moderne Rodin. En die vieze geur van natte hond? Tjah, dat stinkt. Maar je merkt het niet meer. Het is nu ook JOUW geur.
Dus is een hond een beetje hetzelfde als een kind hebben? Volgens deze studie wel: :text=A%20puppy%20shower%20is%20a,for%20doting%20on%20our%20dogs.” target=”_blank” rel=”noopener”>puppy shower of zoiets. En ja, ik krijg ook van die boze blikken net als die verbaasde moeders in het vliegtuig als mijn hond zonder reden blaft in de tram. Oké, mijn woonkamer wordt gekoloniseerd door belachelijk veel speeltjes en lijkt wel een kinderspeeltuin. En ja, ik voel me persoonlijk aangevallen als iemand zegt dat ze slecht is opgevoed en ik zou wel die kleine Jack Russel willen castreren iedere keer hij haar komt lastigvallen op het plein. Misschien heb ik zelfs geleidelijk aan de naam van mijn lief vergeten – “geef de bal terug aan papa” – en slapen is niet langer iets dat we met z’n twee doen maar met ons drietjes, en we moeten elkaar erin luizen als we wat privacy willen. Maar m’n hond doet me ook twee keer nadenken voor ik m’n lief eruitgooi omdat hij de pan niet goed heeft afgewassen (want hoewel ik mijn hond schrijf is het eigenlijk zijn hond, als ik wegga is het byebye hond). Even terzijde, Spanje heeft net voorgesteld om gedeelde voogdij te nemen over huisdieren in het geval van een scheiding.
Anderzijds is mijn lichaam nog hetzelfde, ik maak geen melk of moet me geen zorgen maken om een kinderkamer in te richten. Ik moet niet denken aan zijn vriendjes of punten op school, en ik ga me nooit beledigd voelen omdat hij me oude zak noemt. Ik ga niet in het midden van de nacht bezorgd wakker worden omdat ik iemand een meer dan onstabiele toekomst heb gegeven op een zieke planeet, die mij zal overleven en er niet eens om heeft gevraagd. Dus ja, je kunt wel uiteindelijk het gevoel hebben dat jij of je partner een soort ouder zijn, en dat je iemand opvoedt. Voor mij hielp het gewoon mijn moederinstinct te kanaliseren naar een klein wezen om te knuffelen, met het comfortabele idee dat ik echt geen kind wou. Ik ben niet onzelfzuchtig of moedig genoeg om mijn leven te wijden aan het opvoeden van iemand in de hoop dat ze beter zullen zijn dan ik. Ik heb liever een loyale vriend die mijn boeken opeet, in het midden van de woonkamer plast en dan om tummy rubs vraagt, en die eigenlijk helemaal geen weet heeft over wie ik echt ben.
Tot slot is een hond nemen een bekrachtigende daad. Honden hebben lief zonder er ook maar iets voor terug te verwachten, ze zijn altijd blij om je te zien en helpen je leven een routine te geven. De hoeveelheid aan menselijke trekjes die ze lijken te hebben helpt je gedachten te verzetten. Uit studies blijkt dat ze een invloed hebben op je fysieke en mentale gezondheid. Als je last hebt van anxiety of eenzaamheid kan het echt helpen – maar neem a.u.b. geen kinderen om diezelfde redenen. En basically, ja, ik ben veranderd, maar ik vind mensen nog steeds niet zo leuk. Dus wanneer ik nu verveeld raak heb ik een onmiddellijk excuus om weg te gaan: ik moet naar huis om de hond uit te laten.
Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.