Het scenario
“Ach, even naar de huisarts voor een antibioticakuurtje!” roept je vriendin als ze voor de zoveelste keer een blaasontsteking opgelopen heeft. Inmiddels kun je de klok erop gelijkzetten dat het iedere paar weken weer raak is bij haar, vaak nadat ze een nieuwe sekspartner heeft. Gelukkig leven we in een werelddeel waar het niet heel moeilijk is om aan antibiotica te komen.
Iedere keer begint ze vol goede moed aan de kuur, en de eerste paar dagen worden de pillen nog netjes op de toegewezen tijden achterover geklokt met wat cranberrysap. Maar wanneer de vrijdagavond aanbreekt, wordt de antibiotica niet zelden vervangen door wodka (veel beter te combineren met sap) – en daarbij is het enige vaste voedsel dat ze nog binnenkrijgt in het gunstigste geval een bak kapsalon om 4 uur ‘s nachts, maar hoogstwaarschijnlijk niks. En zo raakt het kuurtje in de vergetelheid.
De volgende ochtend is het aan haar de volgende beslissing te nemen: een adje pillen achterover slaan om een inhaalslag te maken, of toch maar helemaal stoppen? En eigenlijk heeft ze ook geen last meer van haar blaasontsteking, dus de pillenstrip belandt al snel ergens bovenop de kast. Maar hoe gevaarlijk is dat vroegtijdig stoppen nou eigenlijk?
De feiten
De meningen hierover lijken verdeeld. Alexander Fleming, de ontdekker van het eerste antibioticum penicilline, schreef voor altijd een kuur af te maken. Dat advies hanteren artsen nu nog steeds. Tien Britse onderzoekers schreven afgelopen zomer echter dat patiënten misschien het best kunnen stoppen als ze zich beter voelen: het moeten afmaken van een kuurtje zou niet wetenschappelijk onderbouwd zijn. Worden we al die jaren vol angst voor de gevolgen van onafgemaakte kuurtjes dan eigenlijk voor de gek gehouden?
“Met antibiotica stoppen als je je beter voelt is een interessante theorie,” vertelt professor dr. Jan Kluytmans, microbioloog en infectiepreventiespecialist, als ik hem opbel. “Maar het is nog te weinig onderbouwd. Bij de ene persoon is een infectie sneller bestreden dan bij de ander. Maar of je je beter voelt is natuurlijk erg subjectief: iedere patiënt heeft een andere pijngrens. Als je dan stopt en de infectie is tóch niet genezen, kan je verder van huis zijn.”
Videos by VICE
Het ergste dat kan gebeuren
Je gaat dood. In het ergste geval is de infectie niet genoeg behandeld, en breidt deze zich na het stoppen met de kuur uit. Een infectie aan de blaas kán bij een gebrekkige behandeling opstijgen naar de nieren, wat uiteindelijk kan leiden tot bloedvergiftiging en een levensbedreigende situatie, zo vertelt Kluytmans.
Daarnaast vergroot je door vroegtijdig te stoppen de kans dat antibiotica in de toekomst minder werkzaam is: als je je kuurtje aan de kant slingert en de infectie is niet genezen, moet je aan een nieuwe kuur beginnen – en bestaat de kans dat de bacteriën alweer minder op de medicatie reageren. Hoe vaker je dus antibiotica neemt, hoe groter de kans dat het minder goed werkt. Er kán een moment aanbreken dat je naast alle antibiotica in pilvorm ook niet meer reageert op antibiotica per infuus. In dat geval is de infectie dus niet te behandelen, met in het meest extreme geval de dood als gevolg.
Een ander mogelijk scenario – wel minder eindig, alsnog vrij vervelend – is dat de infectie operatief moet worden verholpen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een amputatie van het aangedane lichaamsdeel. In theorie zijn deze scenario’s mogelijk, maar volgens Kluytmans zijn ze in Nederland nog wel erg zeldzaam. Zelf heeft hij het nog niet meegemaakt, maar hij kent wel gevallen in het buitenland waarbij mensen geopereerd moesten worden, omdat de bacterie resistent was tegen elk antibioticum.
Wat er waarschijnlijk zal gebeuren
In het beste geval is de infectie al genezen, en in dat geval hoef je je geen zorgen te maken. Maar er bestaat ook een kans dat het niet helemaal genezen is, en dan moet je opnieuw beginnen met een kuur. Kluytmans zegt hierover: “Je kunt dan beter twee dagen langer doorgaan met je kuurtje, dan dat je daarna nóg een kuur moet beginnen tegen een bacterie die mogelijk alweer minder gevoelig is voor het antibioticum. In verhouding gebruik je in die laatste situatie ook nog eens veel langer antibiotica.”
Wat je tegen je vriend kunt zeggen
Stoppen wanneer je je beter voelt: het klinkt mooi, maar het is dus niet bepaald zonder risico. De kans dat je opnieuw behandeld moet worden, is niet heel onwaarschijnlijk. De gouden stelregel lijkt dus toch: beter te veel dan te weinig. Kluytmans: “Nederlandse huisartsen werken volgens richtlijnen die gebaseerd zijn op de huidige stand van de wetenschap. Zodra we zeker weten dat we korter kunnen behandelen, zullen we dat opnemen in die richtlijnen.” Net als met recreatieve zelfmedicatie blijft dus de waarschuwing: ‘the more you use them, the sooner you lose them’.
Ach, vrienden. Ze zijn net familie, maar dan beter. Je kunt ze zelf uitkiezen, en ze zullen nooit dingen tegen je zeggen als “het is hier geen hotel”. Maar hoe leuk je vrienden ook zijn, ze doen soms ook heel erg domme dingen. Dingen waar ze wakker van liggen, en die ze liever niet met de wereld delen. Dingen die vragen bij ze oproepen die ze maar wat graag beantwoord zouden zien. Gelukkig hebben ze jou om die vragen namens hen te stellen. En gelukkig is er deze column, waarin wij hun beschamende vragen beantwoorden.