Sport

Hoe het is om als Nederlander de marathon van Noord-Korea te lopen

We hebben een paar mooie marathons in Nederland, zoals die van Rotterdam en Amsterdam, maar het is ongetwijfeld nog vetter om de marathon van Pyongyang te lopen. De Noord-Koreaanse marathon wordt elk jaar gehouden rond 15 april, de verjaardag van Kim Il-sung (1912-1994), de oprichter van het land. Sinds 2014 is de marathon van Pyongyang opengesteld voor internationale amateurlopers.

Althans, internationale amateurs mogen onder strikte regels meedoen. In 2015 ging de marathon van het streng communistische land niet door voor buitenlanders, omdat de Noord-Koreaanse regering bang was dat de internationale renners het ebolavirus het land in zouden brengen. In 2016 kreeg de marathon weer groen licht en liepen er ook een aantal Nederlandse renners mee, waaronder Olivier Muller, een 24-jarige student uit Rotterdam.

Videos by VICE

Olivier rende toen 42 kilometer door de Noord-Koreaanse hoofdstad. Dit is zijn verhaal.

Olivier Muller (rechts) met zijn maatje Pilip Westerink in het May Day stadion.

“Voordat ik me aanmeldde voor de marathon, wilde ik al een tijd naar Noord-Korea toe. Het leek me fascinerend om te ervaren, voordat het strenge communisme vergaat, zoals dat ook met Cuba is gebeurd. Via een vriend hoorde ik dat er een marathon in Pyongyang werd gehouden, waarvoor je vrij makkelijk een visum kon krijgen. Daar hebben we ons met zijn tweeën voor ingeschreven via een Nederlands bureau, dat vrij snel een visum kon regelen. De marathon was dus een mooi excuus om Noord-Korea te bezoeken. Ik had redelijk kort daarvoor een Iron Man Challenge gedaan, dus ik was wel fit. Maar we hebben nog best wel een beetje getraind in Nederland. We zouden de marathon meteen op de eerste dag na aankomst lopen en wilden de rest van de week in Noord-Korea niet helemaal bekaf zijn.

We zijn met hele goedkope tickets van Schiphol naar Beijing gevlogen, over Kiev. In Beijing zijn we een dag gebleven om die stad een beetje te bekijken. Daarna zijn we naar Beijing Airport gegaan om in te checken bij Air Koryo, de nationale vliegtuigmaatschappij van Noord-Korea. Het is de enige vliegtuigmaatschappij ter wereld met maar één ster. We vlogen in een 33 jaar oude Tupolev, een Russisch vliegtuig dat van ellende aan elkaar hing. Toen we opstegen dachten we: dit kan niet goed gaan, maar uiteindelijk vlogen we prima. Het instructiefilmpje werd op een grote televisie in het gangpad gestart, nadat ze een er een dvd in hadden gestopt. We kregen hamburgers, die er niet uitzagen als hamburgers. We besloten het toch maar te eten, omdat we de Noord-Koreaanse ervaring mee wilden maken. Je denkt: fuck it, ik ga ervoor.

Omdat je weet dat Noord-Korea een land is waar niets is wat het lijkt, is het allemaal heel surrealistisch. Na de landing probeerde ik meteen zoveel mogelijk van het land te zien, omdat er van alles is wat je niet mag zien. Vanuit het vliegtuig zagen we naast de landingsbaan al hele grote hekken staan met daarachter mensen die in nogal erbarmelijke omstandigheden aan het werk waren, met allemaal bewakers er omheen. Best wel grimmig. We kwamen redelijk laat in de avond aan en werden ontvangen door twee gidsen. Eentje alleen een beetje Chinees en geen woord Engels, dus daar hadden we niet zoveel aan. De andere was een 23-jarig meisje dat ongelofelijk goed Engels sprak. Die twee gidsen en een chauffeur waren de hele week bij ons. We werden van het vliegveld meteen naar een hotel gereden, waar we de hele week hebben overnacht. Dat hotel was supergoed. Het deed niet onder voor een Hilton. We werden meteen zo in de watten gelegd dat we wisten dat er niks van klopte. We hadden zelfs internationale televisie op onze kamers, met CNN en een best wel goed filmkanaal, heel onwerkelijk. Ik werd er heel achterdochtig van. Je gaat alles in twijfel trekken.

Alle internationale lopers in een catacombe voorafgaand aan de marathon. (Foto door Olivier Muller)

De volgende ochtend moesten we verzamelen voor de marathon. Alle hardlopers gingen naar het grote May Day-stadion, dat gebouwd is door Kim Jong-Il. Alle internationale renners werden in een grote catacombe verzameld en daarna een voor een het stadion ingestuurd, waar zeventigduizend Noord-Koreanen uit hun dak gingen. Allemaal keurig in pak, met rooie vlaggetjes met de leiders erop. Ze waren allemaal aan het zwaaien en klappen, maar niet aan het joelen. Er was dus geen stemgeluid, alleen maar keihard geklap. Er stonden in het stadion allemaal oude Mercedessen, die voor de renners uit zouden gaan rijden. In het midden van het stadion hing een enorm schilderij van de drie leiders, met daaronder het ministerie van Sport, waarvan de leiders achter grote tafels stonden. De internationale renners waren best uitbundig, we namen allemaal foto’s met de mensen in het stadion en het publiek, maar dat werd absoluut niet gewaardeerd. We werden steeds teruggefloten, maar we namen het allemaal niet zo heel nauw met de regels.

Na de openingsceremonie begon de marathon. De marathon bestond uit vier grote rondes door de stad. Het rennen was een heel onwerkelijke ervaring. Er stonden duizenden mensen langs de kant, waaronder veel kinderen, die ons wilden highfiven en handjes wilden geven. Dat was best wel leuk. Ze stonden echt blij te klappen en te joelen. Maar er was overal politie. Ik heb nog nooit zoveel politie gezien. Zeker twintig procent van de mensen die ik zag was in uniform. Op bruggen, in auto’s, overal stonden ze te kijken. Die mensen hadden dan weer minder gevoel voor humor. Bij hen bleven we wel uit de buurt, want we wilden niet in de problemen komen.

De oude Mercedesen die de tijden aangeven tijdens de marathon. (Foto via)

De architectuur van Pyongyang is trouwens echt heel gaaf. Op de een of andere manier hebben ze daar stadsplanners die hele mooie gebouwen neerzetten. Best wel veel daarvan is in aanbouw. Het is een beetje Dubai-achtige hoogbouw. Hoge torens, met grote appartementen erin. Maar ‘s avonds brandt er geen licht. Eén toren in het bijzonder is bijvoorbeeld al vijftien jaar in aanbouw. Dat project heeft honderden miljoenen gekost, dat kan niet anders. Het is een raar idee dat ze honderdduizenden mensen jarenlang hadden kunnen voeden van dat geld. Maar nee, ze hebben er een gebouw van neergezet wat nog niet in werking is. We mochten foto’s maken in het stadion en tijdens de marathon, maar niet van gebouwen in aanbouw, militairen of colonnes met hoge ambtenaren erin. Foto’s waar afbeeldingen van de leiders niet helemaal op staan, zijn ook niet toegestaan, want dat is niet respectvol. Zulke foto’s zijn allemaal verwijderd voor we terug vlogen.

De straten Van Pyongyang zijn enorm breed en er lag tijdens de marathons nul vuil op de weg. Iedereen langs de kant was supernetjes gekleed, dus ik raakte vanzelf een beetje geïndoctrineerd. “Is het allemaal wel zo erg hier?”, begon ik te denken. Maar dat wilde ik niet toelaten, omdat ik vrij zeker wist dat vijftien kilometer verderop mensen omkwamen van de honger. Seth Rogen en James Franco hebben een tijdje terug een komedie gemaakt over Noord-Korea, The Interview,. Daarin zit een scène van een supermarkt waarin alleen op de voorste rij van de schappen eten ligt. Dat soort supermarkten waren er echt in Pyongyang. Als ik door de etalages keek, zag ik alleen op de voorste rij wat liggen. Zo’n winkel kan gewoon geen echte supermarkt zijn, want dan is het zo uitverkocht.

Een deelnemer loopt langs het piekfijn geklede publiek. (Foto via)

Mijn maatje en ik hebben de marathon prima gerend, maar er deden ook een paar Afrikaanse marathonrenners mee, die op hoog tempo aan het racen waren. Zij renden tegen een aantal Noord-Koreaanse renners, die echt heel snel waren. Op een gegeven moment lag een Keniaanse man op kop. In de laatste kilometers liep hij best wel uit op de tweede renner, een Noord-Koreaan. De laatste vijfhonderd meter moest je om het stadion heen, de catacomben in en aan het einde van de catacomben kwam je de sintelbaan op. Daar stond dan een Noord-Koreaan die zei welke kant je op moest. Toen is, volgens de toeschouwers – waar Europeanen bij zaten, de Keniaanse renner de lange baan links op gestuurd. Daarna werd de Noord-Koreaanse renner naar rechts, de korte baan op, gestuurd. Het verhaal gaat dat de Keniaan zag dat dit gebeurde en keihard begon te lachen. De Keniaan rende nog achter de Noord-Koreaan aan, maar heeft het uiteindelijk niet meer gehaald. De organisatie heeft die Noord-Koreaan dus gewoon laten winnen.

Na de marathon was er nog een fotomoment en kregen we medailles. Daarna was de ceremonie snel voorbij en was er een voetbalwedstrijd tussen twee Noord-Koreaanse teams in het stadion, waar we naar konden kijken. Slechter voetbal kan je je niet bedenken. Ik denk dat het gemiddelde amateurteam uit Nederland die twee teams dik zou verslaan. Maar het was wel heel gaaf om met 70.000 Noord-Koreanen naar die wedstrijd te kijken na de marathon. Via een reisorganisatie wisten we een paar biertjes te regelen. Dus we zaten direct na die marathon lekker biertjes te drinken en Noord-Koreaanse sigaretten te roken, terwijl we naar een potje Noord-Koreaans voetbal keken.

Een hardloper finisht, terwijl de voetbalwedstrijd al bezig is. (Foto via)

De dagen na de marathon zijn we door het land gaan reizen. We mochten pertinent niet weg bij de gidsen. Een andere jongen die meereisde wilde na de marathon nog eventjes een beetje uitlopen en lekker op conditie blijven. Dat was echt een big deal. Uiteindelijk is de gids die alleen Chinees sprak meegegaan met hem. Maar die gids rookte ongelofelijk veel, dus na tweehonderd meter kon hij niet verder. Die jongen wilde nog wel even hardlopen, dus toen mocht hij alleen maar op en neer rennen in de straat, terwijl de gids in de gaten hield dat hij niet wegliep.

Het meest indrukwekkende die dagen daarna was het mausoleum, een enorm kasteel middenin Pyongyang. Je moet daar netjes gekleed naartoe komen, maar we hadden geen nette kleren bij ons, dus we stonden daar in ongestreken overhemden en spijkerbroeken. Onze gids was niet echt blij met ons. De bezoekers moeten ver buiten dat paleis verzamelen. In het mausoleum mag je totaal geen foto’s maken. Je moet zelfs de sleutel van je hotelkamer inleveren omdat ze bang zijn dat er een chip in zit.

Het mausoleum van buiten. (Foto door Olivier Muller)

Dan moet je onder de grond door een hele lange tunnel, waar ze dramatische muziek afspelen. Daar stap je op een loopband die vijfhonderd meter lang is. Links en rechts hangen allemaal portretten van de Noord-Koreaanse leiders met allemaal boevenleiders. Dus Kim Jong-il met Mugabe, Kim Il-sung met Stalin, Poetin en alle grote boeven die je maar kan bedenken. Oneindig veel foto’s daarvan, maar ook Kim Il-sung die cadeaus uitdeelt aan kinderen bij de oprichting van het land.

Uiteindelijk kom je weer boven. Dan ben je in het paleis, met overal marmer, goud en mensen in uniform. Daar volg je een vaste route. Eerst kom je bij Kim Il-sung die opgebaard ligt in een grote glazen kist, in een enorme hal. Die Noord-Koreanen weten echt hoe ze iets neer moeten zetten. In groepen van drie moet je bij zijn voeten buigen en aan de zijkant buigen. Bij het hoofd buigen mag niet niet, dat is niet respectvol. Je staat bij dit ritueel echt anderhalve meter van Kim Il-sung, de oprichter van Noord-Korea. Je kan hem gewoon in uniform zien liggen. Daarna ga je langs al zijn auto’s, boten en persoonlijke wapenkast. Een verdieping daarboven doe je weer hetzelfde, maar dan voor Kim Jong-un. Daarna ga je door die hele lange tunnel met de dramatische muziek weer naar buiten. Toen we weer buiten kwamen, wisten we echt niet wat ons zojuist overkomen was.

Uitzicht op de voorbereiding van een militaire optocht. (Foto door Olivier Muller)

Ik vond de marathon in Noord-Korea een hele vette ervaring, maar ik weet niet of ik er snel terug zal keren. Toen wij weggingen, was het kernkoppenprogramma van Noord-Korea net afgerond. Ik heb gehoord, ook van het reisbureau, dat de sfeer nu toch wel een beetje omgeslagen is. Totdat de situatie beter is, zou ik niet terug gaan. Voordat ik naar Noord-Korea ging, dacht ik dat het snel zou verdwijnen, omdat het communisme in Cuba ook op zo’n hoog tempo is afgebrokkeld. Maar nu ik er ben geweest, ben ik er van overtuigd dat je er over vijf jaar ook nog wel heen kan om dit allemaal te zien. De leider heeft het land zo sterk in zijn greep, dat ik me niet kan voorstellen dat het ooit nog weggaat, zonder dat er een grote oorlog zal woeden.

Onze gids zei het mooi. We zaten haar een beetje te pushen om wat kritiek te uiten over haar leider en haar land. Toen zei ze: “Jullie kunnen mij dit blijven vragen, maar jullie zien het verkeerd. Wij zien onze leiders zoals een klein kind zijn vader ziet. Daar heb je geen kritiek op.” Zo was dat ook bij mij. Ik had als klein kind nooit kritiek op mijn vader, dat kwam later pas. Maar de Noord-Koreaanse bevolking is dat kind, en ik denk niet dat daar snel verandering in gaat komen.

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.