Als je een partner hebt met psychische problemen, kun je bij een hulplijn advies krijgen om daarmee om te gaan. Maar hoe is het als je als koppel allebei psychische problemen hebt? Versterk je dan elkaars gevoelens, of trek je elkaar er juist uit als het even niet meer gaat? Omdat ik hier benieuwd naar was, zocht ik contact op met journalist Myrthe van der Wolf (36) en meubelmaker Vincent van Kallen (39). De twee leerden elkaar negen jaar geleden kennen in Deventer. Vincent was daar toen net ontslagen uit het psychiatrisch ziekenhuis Dimence en Myrthe worstelde met de suïcide van haar vader. Ze werden verliefd en gingen samenwonen in Amsterdam. Hier werd Vincent tussen 2015 en 2017 nog vier keer opgenomen.
Vincent werd in eerste instantie gediagnosticeerd met een depressie, maar kreeg twee jaar geleden de diagnose borderline. Hier volgt hij nu een intensief hulptraject voor. Myrthe heeft tweemaal per week traumagerichte therapie voor haar posttraumatische stressstoornis. Samen vinden zij het belangrijk om open te zijn over hun psychische problemen, en het stigma dat hieromheen hangt te doorbreken. Ik sprak ze over hun relatie, en de voor- en nadelen van samen zijn met iemand die in hetzelfde schuitje zit.
Videos by VICE
VICE: Ha Myrthe en Vincent, hoe hebben jullie elkaar ontmoet?
Myrthe van der Wolf: We komen allebei uit Deventer en kenden elkaar van gezicht. Via Facebook raakten we vervolgens in gesprek over de zelfdoding van mijn vader. Vincent was toen net ontslagen uit het psychiatrische ziekenhuis, waar mijn vader ook had gezeten voordat hij suïcide pleegde. Ze hebben nog tegenover elkaar aan tafel gezeten tijdens de lunch, vertelde Vincent.
Vincent van Kallen: Myrthe en ik hadden elkaar weleens eerder gezien op een feestje, maar vonden elkaar toen niet zo interessant. Juist doordat we allebei door een moeilijke tijd gingen, ontstond er alsnog een klik. Onze psychische problemen hebben dus een belangrijke rol gespeeld in het ontstaan van onze relatie.
Waarvoor was jij opgenomen, Vincent?
Vincent: Ik had suïcidale neigingen. Toen ik mijn borderline-diagnose kreeg viel alles op zijn plek: ik kreeg eindelijk een passende behandeling, en na hard te hebben gewerkt gaat het nu weer goed met me. Ik ben inmiddels al bijna twee jaar crisis-vrij en ga mijn behandeling binnenkort afronden.
Myrthe: Ik heb hem een paar keer gevonden terwijl hij een poging deed. Hij werd dan opgehaald met een ambulance en naar de psychiatrische crisisopvang gebracht.
Hoe is het voor jou als Vincent zo depressief is, Myrthe?
Myrthe: Dat rakelt dan veel bij mij op. Mijn vader was acuut depressief: hij werd binnen een paar weken opgenomen en was een week later dood. Daardoor ontwikkelde ik mijn PTSS. Als het niet goed gaat met Vincent, ben ik geneigd om mijn eigen angsten op hem te projecteren. Omdat ik niet nog een geliefde aan zelfdoding wil verliezen, wil ik hem tijdens crisisperiodes eigenlijk het liefst achter slot en grendel zetten. Zijn depressies triggeren ook mijn PTSS en de angsten die daarbij horen. Ik heb het hier veel over met mijn therapeut. Ik heb stapsgewijs geleerd om Vincent niet te veel te controleren, dat is beter voor ons allebei.
Vincent, hoe is het voor jou dat als je in een depressieve periode zit, je ook een vriendin hebt met angstklachten en een trauma?
Vincent: Dat is soms wel moeilijk. Ik wil er niet verantwoordelijk voor zijn dat het met haar minder goed gaat. Maar als je in een huis zit met iemand die de hele dag depressief is, heeft dat natuurlijk wel invloed op je. Daar ontkom je niet aan.
Myrthe: Maar doordat we allebei psychische problemen hebben, begrijpen we elkaar ook juist weer beter. Vincent begrijpt wat mijn vader heeft meegemaakt, en ik snap het daardoor ook beter. Zo kan ik ook mijn eigen trauma beter plaatsen. Onze situatie is soms wel pittig, maar we werken er hard voor om onze relatie toch te laten werken. Humor speelt ook een belangrijke rol.
Heb je daar een voorbeeld van?
Myrthe: We maken grappen die anderen waarschijnlijk wat minder snel durven te maken. Vincent had bijvoorbeeld een keer een afscheidsbrief geschreven, maar ik vond hem tijdens zijn suïcidepoging. De volgende dag vroeg hij me wat ik nou eigenlijk van zijn afscheidsbrief vond. Op zich wel een aardige brief, antwoordde ik. Waarop hij zei: “Ja, ik hield het maar kort, want straks zouden mensen denken dat die jongen nooit wat zegt in zijn leven, en in zijn afscheidsbrief ineens hele boeken schrijft.”
Een andere keer had ik hem in zijn werkplaats opgespoord tijdens een suïcidepoging. Hij was er niet helemaal meer bij, maar zei met samengeknepen oogjes: “Jij vieze detective!” Zelfs op zulke momenten kunnen we lachen. Maar in ons dagelijks leven gebruiken we ook weleens onze diagnose als excuus om onder huishoudelijke klusjes uit te komen.
Wat is er vooral moeilijk aan om een relatie te onderhouden als je allebei psychische problemen hebt?
Myrthe: Als een van ons een slechte week heeft, is het voor ons allebei hard werken. Na zo’n week gaan we altijd even zitten om het erover te hebben. Dan nemen we door wat er gebeurde, en of we daar goed mee omgingen. Zolang we blijven praten gaat het goed.
Vincent: We vervelen ons in ieder geval nooit. Nee, maar serieus: natuurlijk is het soms moeilijk om een relatie te onderhouden als er zoveel speelt. Neem bijvoorbeeld de momenten dat Myrthe me op kwam zoeken tijdens een opname. Dan zegt ze dat ze van me houdt en zo, maar ik voel dat op zo’n moment niet. Ik heb er dan geen ruimte voor. Maar dat begrijpt ze gelukkig ook.
Jullie hebben geen relatietherapie nodig?
Vincent: Haha, nee. We hebben sowieso allebei hele andere therapeuten en therapieën nodig, omdat we zulke verschillende psychische problemen hebben.
Hoe was dat voor jou Myrthe, toen hij een doodswens had?
Myrthe: Het voelde als een herhaling van mijn trauma, maar ik kon me wel in hem verplaatsen. Ik voelde me soms zelfs schuldig dat ik hem vroeg om te blijven leven. Ik zag hoe erg het was en begreep zijn doodswens. Eerlijk en open over zoiets praten is heel belangrijk. Ik heb altijd gezegd dat als ik geen hoop meer zou hebben, ik met zijn doodswens in zou stemmen. Maar hoop is er altijd geweest. En omdat het nu beter gaat met Vincent, hebben we het tegenwoordig eigenlijk nauwelijks meer over de dood.
“Humor speelt ook een belangrijke rol. We maken grappen die anderen waarschijnlijk wat minder snel durven te maken.”
Wat doen jullie om de ander te helpen als diegene zich niet goed voelt?
Myrthe: Kijken waar de ander behoefte aan heeft. We hebben allebei hele andere dingen nodig als het niet goed gaat. Ik heb heel veel aandacht nodig, terwijl Vincent juist met rust gelaten wil worden.
Vincent: Dus als het niet goed met haar gaat, ga ik met haar praten. Ik laat haar praten, huilen en stel haar gerust. Ik probeer haar veiligheid te bieden. Zelf zit ik het liefst de hele dag te gamen als ik depressief ben, en wil ik juist niks van haar.
Myrthe: Maar we doen dan wel kleine dingen voor elkaar. Als de een zich niet goed voelt, doet de ander het huishouden. Als je partner een gebroken been heeft, zeg je ook niet: “Ja gast, loop even naar de koelkast.”
Vincent: Die dynamiek is er altijd wel geweest. We gaan daarom nooit tegelijk extreem slecht. Dat is ook liefde, denk ik. Als je om iemand geeft en je ziet dat diegene iets nodig heeft, dan kan je meer dan je normaal gesproken zou kunnen.
Hoe zien jullie de toekomst voor je?
Vincent: We willen in ieder geval geen kinderen. Ik ben altijd bang geweest om psychische ziektes door te geven. Ik zou niet willen dat een kind moet doormaken wat ik doormaak.
Myrthe: Verder zien we de toekomst wel rooskleurig in. We hebben veel meegemaakt en allebei hard gewerkt, dat werpt zijn vruchten af. Uiteindelijk zijn we ook ‘gewoon’ een stel met een relatie en alles wat daarbij komt kijken.
Dank jullie wel.
Denk jij aan zelfdoding? Of ken jij iemand die met zelfmoordgedachten worstelt? Neem contact op met 113 Online of bel 0900-0113.