Hoe het is om iemand ter dood te veroordelen

Hij zou om zes uur ‘s middags geëxecuteerd worden. Dat weet ik, omdat ik zelf de datum en het tijdstip moest vaststellen.

Het zou nog een klein uurtje duren, ik zat bij de telefoon in mijn kantoor. Het was meer dan dertig jaar geleden dat hij werd veroordeeld voor het vermoorden van een politieagent. Ik was de rechter bij zijn laatste zitting, en nu was er de kans dat ik opnieuw zou worden opgeroepen, en zijn leven zou kunnen redden.

Videos by VICE

De rechtbank en de gouverneur van Texas hadden zijn hoger beroep al afgewezen. Zijn advocaten probeerden een deal te sluiten met de aanklagers om hem in leven te houden, maar ook dat faalde. Het was zijn laatste kans: de verdediging kon nog een nieuw argument voorstellen, of bewijs om mij ervan te overtuigen dat hij niet geëxecuteerd zou moeten worden. Als ze dat zouden doen, moest ik een keuze maken, een beslissing over iemands leven, zonder dat er nog onderzoek gedaan zou kunnen worden, of er tegenspraak zou kunnen zijn.

Ik wachtte. De minuten gingen voorbij, en ik voelde me oncomfortabel. In de jaren dat ik me over deze rechtszaak heb gebogen, is de verdachte een grijze man van middelbare leeftijd geworden. Hij had zich perfect gedragen; hij hielp zelfs andere gevangenen. Het was moeilijk om te zien dat hij nog steeds werd gezien als een gevaar voor de maatschappij, een voorwaarde om de doodstraf te kunnen krijgen in Texas. En nu, door een wettelijk systeem waar ik een belangrijk onderdeel van uitmaak, wordt hij van de aarde gewist.

Ik staarde uit het raam, en was jaloers op mensen die gewoon naar huis konden gaan. Uiteindelijk was het zes uur. Mijn telefoon ging niet af. Ik deed de televisie aan, en in het nieuws verscheen dat de executie volgens plan was.

Toen ik het kantoor uitliep, belandde ik in donkerte. Meestal was ik trots en zelfverzekerd over het werk dat ik deed als rechter. Maar er kwam een vreselijk gevoel over me heen – hetzelfde gevoel dat ik eerder heb ervaren toen ik onderdeel uitmaakte van een doodstraf-zaak. Soms probeerde ik het te relativeren, bijvoorbeeld door te bedenken dat mijn rol in de zaak minimaal was. Uiteindelijk is het de taak van de rechter om al het binnengekomen bewijs te beoordelen, en een uitspraak te doen. Maar ik vroeg me vaak af of het systeem waar ik onderdeel van uitmaakte, ook niet gewoon barbaars was.

Ik werd rechter en legde de eed af. Ik wist dat de doodstraf een onderdeel ging zijn van mijn werk, of ik het nou leuk vond of niet. Elke keer als ik een moordzaak had waar de doodstraf op stond – dat waren er acht, in twintig jaar – was er wel een moment dat ik worstelde met een intern conflict. Die momenten kan ik me nog goed herinneren.

De eerste keer dat ik iemand de doodstraf oplegde was in 1998. De verdachte had een vriendin seksueel misbruikt, en doodgestoken. De jury bevond hem schuldig aan moord- en doodslag, maar het was mijn taak om zijn vonnis uit te spreken in de openbare rechtszaal. Hij liet geen emotie zien – tijdens de zaak leek hij alleen geïnteresseerd te zijn in de foto’s van de plaats delict en autopsie. Er was bewijs dat hij een psychopaat was, en geen schuldgevoel kende. Maar na het uitspreken van zijn vonnis had ik ineens enorme dorst, en goot ik twee glazen water naar binnen.

Ik vroeg me af: is mijn keel droog of ben ik de woorden uit m’n mond aan het spoelen?

Jaren later moest ik het bevel ondertekenen waarop de tijd stond van de dood van deze man. “Door het injecteren van een vloeistof of vloeistoffen in dodelijke hoeveelheden totdat de veroordeelde is overleden,” stond er. Ik kan me herinneren dat ik naar het papier staarde, en me raar en verontrust voelde. Later, in mijn dagboek, schreef ik dat ik het gevoel had dat ik me bemoeide met “het gebied van God”. Ik heb weleens gehoord dat een rechter een smiley naast zijn handtekening zette op een schriftelijk bevel tot de doodstraf. Dat heb ik nooit begrepen.

In mijn dagboek schrijven hielp me om stabiel en objectief te blijven. Een keer schreef ik over een verdachte die een doodstraf te wachten stond: “Hij zat altijd in zijn stoel, zijn hoofd lichtelijk naar beneden hangend, terwijl zijn ogen naar boven staarden.” Tijdens de rechtszaak liet hij weinig emotie zien. Maar toen ik zijn doodstraf moest uitspreken, keek ik hem in zijn ogen aan. Later schreef ik: “Ik werd overdonderd door iets dat ik nooit zal vergeten. Hij zag er zo klein uit, hulpeloos, zielig. Hij zag eruit als een klein hertje. Hij werd veroordeeld voor een brute, sadistische moord, en het was moeilijk te ontkennen dat hij niet kreeg wat hij verdiende. Maar op dat moment, voor een seconde, zag ik een andere kant van die man. De kant waarvan zijn familie hield.”

Ik vervolgde: “Konden we zijn slechte kanten maar executeren, zodat zijn goede kant in leven blijft.”

Een andere keer werd ik bezocht door de advocaten van de verdachte, waarvan ik de doodstraf-zaak afhandelde. Er waren geen kansen meer voor verdediging. Er was niets wat ze konden doen. Ze stelden voor om samen te komen, op de avond van de executie. In eerste instantie vond ik dit een ziek, harteloos idee, een soort sociaal afspraakje terwijl iemand wordt gedood. Maar ik kende deze advocaten. Ze hadden compassie, waren serieus. We bleven praten over het idee, en ik realiseerde me dat ze net zo opkeken tegen de executie als ik deed. Ze dachten dat het minder moeilijk zou worden als we het moment zouden delen. Ik deed het, en het werd een sombere, therapeutische avond. Veel beter dan alleen zijn in mijn kantoor.

Ik heb weleens nagedacht over pensioen. Maar op het moment dat ik weer een doodstraf moest uitdelen, dacht ik: ik wil dit niet meer. Toen pas wist ik het zeker. Zes jaar geleden ben ik vertrokken uit de rechtszaal. Ik krijg een diep gevoel van voldoening en trots als ik aan mijn carrière denk, ondanks die vreselijk oncomfortabele momenten.

Maar dat is denk ik de prijs die ik moest betalen.

Mike Lynch, een voormalig rechter in Texas District 167, ging met pensioen in 2012.

Volg VICE op Facebook, Instagram en Twitter.