Hoe het is om jarenlang te liegen over je scriptie

Leon2

Als je op de hoogte wil blijven van onze beste stukken zonder je suf te scrollen, schrijf je dan in voor onze wekelijkse nieuwsbrief.

Acht jaar lang heb ik gelogen. Niet alleen over het schrijven en halen van mijn scriptie, maar ook over mijn persoonlijk leven en mijn studie in het algemeen. Ik zou zogenaamd de bachelor Europese studies aan de Universiteit van Amsterdam hebben afgerond en aan mijn master beginnen. In werkelijkheid heb ik helemaal niets afgerond. Niemand in mijn omgeving wist dat ik niet eens aan mijn scriptie was begonnen. Wel sportte ik, keek ik films en speelde ik veel videogames. Ik deed niet niks, maar ook niets nuttigs. En daarom werd ik jarenlang elke dag wakker met maagkrampen en pijn in mijn kaken door het knarsetanden. Het was complete zelfkastijding die voortkwam uit een depressie waar ik al sinds mijn jeugd mee kampte. Ik voelde me ondergeschikt aan iedereen, had het gevoel dat ik daar niet over kon praten en dus geen andere keuze had dan voor mijn ouders en vrienden te doen alsof ik die studie met gemak aan het halen was.

Videos by VICE

Ik kom uit een expatgezin. We hebben op Curaçao, in Indonesië en op veel plekken in Nederland gewoond. Dat was altijd maar voor korte tijd, waardoor ik nooit echt ergens kon aarden. Toen ik op mijn 23ste naar Amsterdam kwam, was ik vooral heel erg blij met het sociale aspect van student zijn. Eindelijk had ik een plek waar ik wilde zijn en blijven. Het studeren trok me veel minder, maar dat hoorde er nou eenmaal bij. Als zevenjarige jongen hoorde ik namelijk al van familie: “Léon is slim, hij gaat studeren.” Als kind vond ik leren misschien wel makkelijk, maar niet leuk. Achteraf gezien had ik me veel liever praktisch laten scholen, maar ik voelde dat mijn pad al voor me uitgestippeld was: iedereen in mijn omgeving was immers universitair geschoold. Mijn ouders zeiden altijd: “Het maakt ons niet uit wat voor cijfer je haalt of dat je de beste bent, als je maar je best doet.” Maar het idee dat een studie ook leuk moest zijn kwam helemaal niet in me op. En zo ‘begon’ ik met mijn studie.

1551784772879-Leon1

In het begin viel het nog niet echt op dat ik niet echt studeerde. Ik zat soms in collegezalen en kon vragen van medestudenten als “Waar was je bij het tentamen?” wel afwimpelen met “Ik ga voor de herkansing.” Tijdens de scriptie werd dat lastiger. Ze hebben me nooit op de man af gevraagd of ik loog, maar ik kreeg wel vragen waarom ik niet kwam opdagen bij de scriptiewerkgroep. “Ach wat stelt zo’n werkgroep voor? Ik probeer zoveel mogelijk lessen te skippen,” was dan het antwoord. Als mijn ouders naar mijn scriptie vroegen, reageerde ik vaak kwaad: “Nee, de deadline is de 15e, niet de 14e. Dat heb ik toch uitgelegd?”

Met studievrienden kon ik inhoudelijke gesprekken over mijn zogenaamde scriptieonderwerp wel vol lullen met wat algemene opvattingen, net als dat je een vreemde wel kan overtuigen dat je een bankier bent. Maar ik probeerde dit soort gesprekken vooral om te buigen naar de scriptie van iemand anders. Ik deed dan heel erg mijn best om goed advies te geven, zodat ik minder verdacht leek. Mijn beste vriend van toen, aan wie ik later heb verteld over mijn leugens, zei dat hij nooit iets heeft gemerkt aan me, omdat ik alleen maar in hele algemene termen over mezelf sprak, maar precies genoeg informatie gaf zodat hij het idee had me te kennen.

Ik ervoer een constant gevoel van schuld en schaamte. Er zat alleen maar spanning in mijn lichaam, alle andere gevoelens onderdrukte ik. Spanning dat het er een keer uit zou moeten komen, maar er toch aan blijven vastklampen. Ik ben ook nooit naar de dokter gegaan voor mijn fysieke klachten, want ik had helemaal geen vragen. Ik wist donders goed waardoor ik klachten had die je eigenlijk pas op je vijftigste hoort te krijgen. Ik was mijn ‘coming clean’ structureel aan het uitstellen. Tijdens de scriptie koos ik steeds momenten in de nabije toekomst waarop ik zou overwegen om eerlijk zijn. Elke keer als dat moment aanbrak, zag ik weer een uitweg om het een stukje vooruit te schuiven, door bijvoorbeeld mezelf ervan te overtuigen dat ik nog een bestuursjaar wilde doen bij de studievereniging.

De meest benarde scriptiesituatie waarin ik belandde was de diploma-uitreiking. Daar kon ik natuurlijk niet naartoe zonder door de mand te vallen. Thuis zei ik daarom dat ik pas naar zo’n ceremonie zou gaan als ik mijn master had, tegen medestudenten zei ik dat ik naar familie in Spanje moest en tegen mijn beste vrienden zei ik heel casual dat ik wat minimale studievertraging had opgelopen omdat ik de scriptiedeadline net gemist had – zij zouden immers wel doorhebben dat mijn naam niet genoemd werd. Liegen was niet moeilijk, maar het voelde wel verschrikkelijk. Als je destijds al mijn vrienden en medestudenten in dezelfde kamer had gezet en had gevraagd ‘wat weten jullie over Léon?’, dan zouden daar mensen met hele andere verhalen zitten. En geen daarvan was waar. Niemand wist dat ik pijn had van de stress en me ondergeschikt voelde aan iedereen. Ik wist zelf vaak niet eens of ik er over een week nog wel zou zijn. Zo erg was in de laatste fase van dat studiejaar, ik voelde en merkte echt dat het alles of niets was. Na de diploma-uitreiking heeft het nog een jaar geduurd voordat ik de waarheid vertelde aan de mensen die het dichtst bij me stonden.



Ik heb geen enkele vervelende reactie gehad, waarschijnlijk omdat ik het alleen aan familie en goede vrienden heb verteld. Ik heb het aan mijn twee beste vrienden verteld, mijn ouders, mijn zusje en mijn opa en oma. In die volgorde, want ik was het bangst voor mijn oma. Zij komt uit Spanje en groeide op in een tijd van armoede waarin een diploma de enige garantie was voor een goed leven. Mijn angst bleek ongegrond: ze was eigenlijk alleen maar verdrietig voor mij. En zo reageerde iedereen, met heel veel liefde. Dat was een belangrijke les. Onbegrip, medeleven, ik had het ze moeten vertellen: het kwam er allemaal op neer dat ze gewoon wilden dat ik gelukkig was. Ze waren er helemaal niet mee bezig dat ik mijn scriptie niet gehaald had. Ze hoorden alleen maar die zelfkastijding. De scriptie was een symptoom en kon ze eigenlijk niks schelen. Dat ik deed alsof ik gelukkig was, dát was de echte leugen.

Léon maakte drie jaar geleden schoon schip, onder meer met behulp van mentale gezondheidszorg. Inmiddels werkt hij naar hartenlust in een koffietentje in Amsterdam en wil hij het onderwerp bespreekbaar maken, zodat studenten sneller aan de bel gaan trekken.

Statistieken over het aantal ‘pretend-studenten’ (of ‘spookstudenten’) zijn er niet, al claimt de voorzitter van het Landelijk Platform van Studentpsychologen in Vrij Nederland dat ze in iedere Nederlandse universiteitsstad voorkomen. Bij sommige studenten begint het door een onschuldig leugentje over het missen van een vakinschrijving, wat uitmondt in een groot web aan leugens en een depressie die jarenlang kan aanhouden. Worstel jij zelf met leugens omtrent je studie en/of scriptie? Bezoek dan eens de site van Wakker bij Bakker , zij coachen studenten door het hele land die kampen met deze problemen.