Terwijl gevonden brokstukken voor een nieuwe plottwist zorgen in het MH370-mysterie, kunnen we inmiddels toch wel stellen dat de afgelopen zeventien maanden rampzalig zijn geweest voor de luchtvaart. Terugkijkend luidde de verdwijning van het Malaysia Airlines-vliegtuig een zware periode in voor de luchtvaartmaatschappijen. Zes maanden later werd MH17 neergehaald, waarbij onder andere 193 Nederlanders omkwamen.Weer zes maanden verder was er de klinisch depressieve piloot die een Germanwings-vliegtuig liet neerstorten in de Alpen. Drie vliegrampen met verschillende oorzaken, maar allemaal met dezelfde uitkomst: nul overlevenden.
En nu, terwijl ik in The Flying Horse op Gatwick Airport zit, met voor me mijn derde biertje en een pakje valium, schieten die drie rampen continu door mijn hoofd. Voor de zoveelste keer zit ik op een vliegveld, klaar om te boarden – ik ben namelijk reisjournalist van beroep.
Videos by VICE
Voor mij is de vraag nooit waarom iemand vliegangst heeft, maar juist hoe je er met gezond verstand in slaagt om totaal geen angst te hebben. In minder dan een uur stappen ik en de andere reizigers het vliegtuig in, klikken we ons vast in onze stoeltjes en schieten we naar meer dan 10.000 meter hoogte. De uren daaropvolgend vliegen onze fragiele vleeslijfjes met een noodsnelheid (bijna 900 kilometer per uur) door het bovenste deel van de troposfeer. Buiten is het 60 graden onder nul. Buiten zijn er windvlagen van 160 kilometer per uur. En mensen liggen gewoon te slapen. Te slapen. Ik zit ondertussen alleen maar stijf in m’n stoel, en pak met klamme handen de leuning beet in afwachting van verschrikkelijke turbulentie. Het enige wat ik onophoudelijk denk is: mensen, wat is er mis met jullie? We kunnen elk moment doodgaan!
Lees ook: Piloten leggen uit waarom je je niet druk moet maken om turbulentie
Voor een angstige passagier als ik is het opstijgen van een vliegtuig een soort startschot om allerlei doemscenario’s te bedenken. Een enorme vogel die de motor invliegt, bliksemschichten, of het catastrofaal falen van de elektriciteit in het vliegtuig. Elk mechanisch geluid is een voorbode van een nakende ramp.
Een schurend geluid kan in mijn hoofd niks anders zijn dan het landingsstel dat naar beneden valt, en het naar beneden hellen van de neus kan niets anders betekenen dan dat het vliegtuig straks neerstort in een of ander maïsveld in de rimboe, verkreukeld als papier-maché.
“Naar schatting hebben wereldwijd zo’n vijfhonderd miljoen mensen last van vliegangst,” zegt Elaine Iljon Foreman, een klinisch psycholoog die het Freedom to Fly-programma opzette. Het programma hielp in de laatste twee decennia meer dan driehonderd mensen van hun vliegangst af.
“Mensen zeggen vaak dat het een angst is die ze vooral krijgen naarmate ze ouder worden. Misschien komt dat doordat de jeugdige illusie dat doodgaan alleen iets voor ouderen is langzaam verdwijnt. En soms ontstaat het na een nare ervaring waar iemand heel erg van geschrokken is.”
Mijn eigen angsten ontstonden na twee memorabele vluchten in 2007. Ik vloog toevallig in beide gevallen met dezelfde vriend. Die vriend verdient z’n geld met het aankopen van vleugels – geen onbelangrijk onderdeel van een vliegtuig – van fabrikanten in China.
Lees ook: Ik vroeg een piloot of ik een vliegtuig zou kunnen landen in geval van nood
Vlucht één: een nachtvlucht over dezelfde Alpen waar kort daarvoor Germanwings 9525 was getransformeerd in één grote vuurbal. Een wervelstorm leek onze Ryanair-vlucht A320 in z’n greep te hebben en schudde het vliegtuig alle kanten op. Het duurde wel een half uur; er leek geen einde aan te komen. Het was een vreselijke, gruwelijke turbulentienachtmerrie.
De passagiers reageerden er heel verschillend op; sommigen zaten stilletjes te jammeren, anderen probeerden hun angsten te ontkennen door ze weg te lachen. Toen mijn vriend zag dat ik zowat hysterisch raakte, voelde hij zich geroepen om me uitvoerig te gaan vertellen over alle veiligheidsmechanieken die het vliegtuig bezat. Het kon nooit misgaan, zei hij. Dat hevige geschud waardoor ik ongeveer mijn hart uitkotste, kwam alleen maar omdat de computers en systemen aan het compenseren waren voor de harde windstoten.
Dat soort relativering, waarbij de techniek aangehaald wordt, wordt verteld met de bedoeling om de bangeriken gerust te stellen. Maar terwijl hij vrolijk bezig was met een uiteenzetting over de vele geavanceerde processors, kon ik niks anders voor me zien dan beelden van rode alarmlichten en schermen waar ‘Error’ op knipperde.
Toen we een paar maanden later vanuit Marokko terug naar huis vlogen, werden we opeens half verblind door een enorme lichtflits.
“Ehm, we denken dat dat een bliksemschicht was,” riep de piloot om met een licht trillende stem. “Komt vaker voor… [pauze] … Alles lijkt in orde.” De vriend die in de vliegtuigvleugelbranche zit, zat wederom naast me, dit keer met een lijkbleke kop, net als ik.
Om zulke gevoelsmatige angsten tegen te gaan, wordt altijd kansberekening aangedragen als doorslaggevend argument om absoluut niet bang te hoeven zijn. ‘Er is een grotere kans dat je tijdens het fietsen een piano op je hoofd krijgt gegooid, dan dat je sterft in een vliegtuigongeluk,’ zeggen mensen dan. En dat zal allemaal wel, maar deze informatie helpt niet. De kans dat je doodgaat door een auto-ongeluk is tweeduizend keer groter, maar het ding is dat je het gevoel hebt makkelijker aan het gevaar te kunnen ontsnappen met een voertuig op de grond. Als je op een enorme truck afstevent die de weg barricadeert, kun je altijd nog als een soort Steven Seagal uit je auto springen. Tenminste, dat denk je.
Het idee van een vliegtuigcrash is zo eng omdat als er iets gebeurt, je echt honderd procent aan de goden bent overgeleverd. Psychologen zoals Foreman zullen je vertellen dat het allemaal om gebrek aan controle gaat. “Het is vaak de angst dat er iets verschrikkelijks gebeurt met het vliegtuig, en de wetenschap dat je daar op zo’n moment echt niks meer aan kan doen,” vertelt ze. “Denk bijvoorbeeld aan dingen als een mechanische storingen, problemen bij de luchtverkeersleiding, extreme weersomstandigheden – allemaal dingen die tijdens een vlucht tot een ramp kunnen leiden.” (En ja, mevrouw Foreman, geloof me dat al die dingen inderdaad door mijn hoofd schieten, elke keer als ik in een vliegtuig zit.) “Vliegangst heeft vaak te maken met angst voor het verlies van controle.”
Dat verschrikkelijke gevoel van hulpeloosheid, midden in een verwarrende omgeving vol mensen die rustig naar films kijken en uit een bekertje Merlot nippen, doet me altijd onbedaarlijk rillen.
Inmiddels heeft een of andere koude risicoanalist met een modelvliegtuigje op z’n bureau uitgerekend dat de kans op een ‘hull loss’ (in normalemensentaal ‘een zeer gruwelijke vliegtuigcrash met extreme gevolgen’) één op miljoen is. Zijn antwoord op George Carlins vaak geciteerde vraag “Waarom bouwen we niet complete vliegtuigen van zwarte dozen, aangezien die altijd crashes overleven?” is dat het simpelweg te veel geld zou kosten. Als onze veiligheid echt de voornaamste zorg van luchtvaartmaatschappijen was, zoals de stewardessen zo vaak zeggen wanneer ze de noodinstructies geven, dan zouden ze wel investeren in parachutes en schietstoelen voor alle passagiers.
Lees ook: De verhalen van een piloot van een seksvliegtuig
Sowieso ben je iedere vorm van controle al kwijt op het moment dat je incheckt. Vanaf het moment dat je de security gate door bent, ben je niet veel meer dan een soort wandelende vracht– en wordt iedere passagier als een mogelijke terrorist beschouwd, die bommen in z’n laarzen heeft zitten, of waterflesjes vol nitroglycerine bij zich heeft.
Morrissey vertelde onlangs dat hij op het vliegveld in San Francisco betast werd door een beveiliger, en ik geloof hem wel. Een stevige douaneambtenaar van Helsinki International greep me een keer in mijn ballen en keek me daarbij vijf seconden lang in m’n ogen. In normale omstandigheden zou je zo iemand een kopstoot geven, of hem een reeks diverse ziektes toewensen. Maar op het vliegveld heb je zoiets blijkbaar gewoon te accepteren, dus liep ik verder of er niks aan de hand was, al voelde ik me natuurlijk erg gekleineerd. Door die onmenselijke behandeling heb je – al voor je het vliegtuig instapt – een gevoel van passief fatalisme.
Luchtvaartmaatschappijen lijken er niet mee te zitten. Sterker nog, ze zijn er financieel gezien bij gebaat om van een vliegreis een trauma te maken. Vooral bij lange reizen wordt je door alle ongemakken bijna gedwongen om zoveel mogelijk extra geld te betalen aan dingen die het allemaal iets comfortabeler maken. Extra beenruimte, sneller boarden – voor alles is een prijs. Als je met Etihad van Abu Dhabi naar Londen vliegt kun je voor de speciale ‘Residence Class’ kiezen, waarbij je voor ongeveer 45 euro per minuut beschikking hebt over een tweepersoonsbed, een butler en een enorme televisie.
Voor de mensen die dat niet kunnen betalen is er de rustgevende gedachte dat de Residence Class in de punt van het vliegtuig zit, en dat het tweepersoonsbed als het misgaat misschien nog als een soort airbag kan fungeren voor iedereen, maar verder is vliegen pure oorlog: wij tegen de tergend langzaam verlopende uren.
We hebben allemaal verschillende strategieën. Ik kijk geen hele speelfilm, maar wel de previews van elke film die in het menu staat. Soms ga ik even naar de wc ondanks dat ik niet moet, om weer twee minuten te doden.
Lees ook: Maartje is al drie jaar op vakantie
“Zou je niet eens moeten overwegen om in therapie te gaan om er vanaf te komen?” vroeg mijn dokter toen ik hem smeekte om een receptje van mijn zoveelste lading kalmeringsmiddelen.
“Ik zal zeker eens kijken of ik iets kan vinden,” antwoordde ik, terwijl ik hem aankeek met een blik die zei: gast, geef me nou maar gewoon die fucking pillen.
Want vooralsnog is mijn beste techniek – zie het als de tip van de week van een reisjournalist – om vooraf drie biertjes en 20mg valium te nemen. Met dat in mijn mik lukt het me nét om het vol te houden, en durf ik, bibberend, nog steeds vliegtuigen in te stappen.
We slingeren al onze video’s en artikelen vanaf nu alleen nog maar het web op via onze nieuwe facebookpagina VICE Nederland. Like die dibbes!