Wie mij kent weet dat mijn passies mijn grootste persoonlijke drijfveren zijn. Één van die passies is de zwart-witte bal, de koning der sporten; de voetbal. Al ben ik wel zo stilaan klaar met die exorbitante spelersbonussen en de gladde marketing van samenhorigheid van de afgelopen jaren. Daarom heb ik mijn focus verlegd naar iets dat oprechte emoties opnieuw in het spel brengt: het supporterschap. Ik kwam terecht in een fascinerende wereld met een chauvinistisch kantje, waar passie ten koste van alles regeert en je de kleuren van je stad, club of buurt hartstochtelijk verdedigt.
Toen ik op een dag door mijn e-mails scrolde, kwam ik een podcast tegen over dit fenomeen. Een maat van mij – Noé Béal, supporter van Saint-Etienne en radiomaker – had het verhaal van Dylan vastgelegd: een man die uit het stadion van Union Sint-Gillis was verbannen omdat ie tijdens een wedstrijd een rookbom had afgestoken. Dylan is ook medevoorzitter van de supportersgroep Union Bhoys. Zijn verhaal speelt zich af in 2018 en leverde hem stadionverbod van een jaar op. In België wordt het gedrag van supporters gecontroleerd, bekritiseerd en soms ook bestraft. Zo is het gebruik van zogeheten ‘pyrotechnische voorwerpen’ zoals rookbommen bij voetbalwedstrijden wettelijk verboden.
Videos by VICE
Maar hoe meer het supporterschap zich uitbreidt en ontwikkelt, hoe meer het gemarginaliseerd of als gewelddadig wordt bestempeld. Supporter zijn wordt bestraft, beperkt en zelfs verhinderd. Dit soort oordelen maken nog maar eens pijnlijk duidelijk hoe onze samenleving mensen behandelt die niet in het maatschappelijke keurslijf passen. Noé vertelt me dat we door Dylans verhaal, en dat van zovelen zoals hij, stilaan beginnen te begrijpen dat het voetbalstadion voor politie een laboratorium is geworden om tactieken voor onderdrukkingsdoeleinden uit te testen. De ultra-fans luiden hier al jaren de noodklok over en zeggen dat er strategieën worden uitgetest die binnenkort klaar zullen zijn voor de wereld buiten de muren van het stadion. Denk bijvoorbeeld aan het feit dat de supporters voortdurend gefilmd worden en dat die beelden worden bewaard en gebruikt om mensen thuis of in hun eigen buurt weer op te sporen.
Via Noé vraagt Dylan me om hem in zijn supportershol te ontmoeten. We hadden het over wat hij de afgelopen twee jaar gedaan en meegemaakt heeft.
VICE: Hey Dylan, wat betekenen de Union Bhoys voor jou?
Dylan: Ik heb van kinds af aan al een passie voor voetbal. Ik kreeg de kans om in verschillende clubs te spelen dankzij mijn moeder, die er ook wat van kon. De Union Bhoys draaien al 15 jaar lang om broederschap en om elkaar helpen. De jongens in deze groep hebben sterke banden met elkaar, het is bijna familie. We zijn inderdaad een beetje ‘ultra’, maar we zien het meer als de supportersgeest van Sint-Gillis. Het is een mentaliteit. Voor ons betekent ultra zijn en uit Sint-Gillis komen hetzelfde, als je daar vandaan komt begrijp je dat ook. Laatst kwamen de spelers van de tegenpartij bij ons staan terwijl we hun nederlaag aan het vieren waren, zonder dat de politie moest ingrijpen. Zo’n groep als de Bhoys kom je niet vaak tegen, het is iets heel bijzonder.
Hoe is dat geëvolueerd?
We hadden het wel moeilijk in het begin, tien jaar lang waren we maar met twaalf of zo. Daarna zijn we een tijdje blijven hangen op zo’n vijftig leden. Ondertussen zijn we alweer vijf jaar aan het groeien. Vorig jaar hadden we 120 leden, nu zijn dit er al 300. In het voetbal noemen we de nieuwkomers meestal ‘Footix’, ofwel fans die niet per se fan zijn van één bepaald team maar gewoon het team met de beste prestaties aanmoedigen. In dit geval kunnen we misschien spreken van ‘Unionix’? Maar zo gaat het bij alle supportersclubs. Zodra een team goed speelt en wedstrijden wint, komen de supporters vanzelf aanlopen. Toen we in derde klasse speelden, waren we 10 jaar lang met z’n vijftigen de trouwste supporters van onze club. Voor mij waren dat de beste jaren. Alles werd veel minder streng bewaakt, er was minder politie en je kon dingen aansteken (red., rookbommen) wanneer je dat wilde. Je had een groep van 1.000 mensen die in hun supportersvak luider stonden te zingen dan de overige 6.000 of 7.000 mensen bij elkaar. Je voelt je verenigd, iedereen wilt zo luid mogelijk meezingen.
Heb je een ritueel voor de wedstrijd?
Op de dag van de match sturen we elkaar standaard een foto, meestal vlak nadat we wakker worden. Nadien gaan we naar het stadion waar de wedstrijd gespeeld wordt om onze spandoeken op te hangen. Vroeger kwamen we 2 of 3 uur op voorhand, maar bij de eerste klasse zijn ze tegenwoordig strenger. Als onze spandoeken bij de ingang worden verwijderd zijn we slechtgezind, dus nu hangen we ze pas een half uur voor de wedstrijd op. Da’s nog altijd een ritueel.
Ik ga ervan uit dat jullie soms ook op verplaatsing spelen, welke andere ultra’s ben je hier in België al tegengekomen?
De ultrabeweging is de afgelopen tien jaar sterk gegroeid. Je hebt ook supportersclubs in de provinciale amateurklasse, zoals de tweede en derde provinciale. Die heb je eigenlijk overal. Tien jaar geleden had je minder groepen. Nu kan ik zeggen dat elke grote voetbalclub een eigen solide supportersgroep heeft – of het nu Standard, Genk of Anderlecht is. Het is goed om te zien dat dit soort bewegingen steeds meer gaan leven in België. Daar heb ik altijd plezier uit gehaald. Vroeger moest ik naar de Olympique de Marseille gaan kijken om te begrijpen wat sfeer écht is, vandaag kan ik die sfeer gewoon hier beleven. De ultra-beweging groeit en het is jammer dat onze ministers proberen om dat weer af te breken. Het lijkt wel alsof er altijd iets moet tegenzitten in het voetbal. In het begin van dit seizoen hadden we geen supporters vanwege Covid – we zongen nog altijd uit volle borst, maar zonder supporters aan de overkant om tegen te zingen is dat toch niet hetzelfde. Het is net als Messi en Ronaldo. Messi zou niks zijn zonder zijn rivaal in de spits.
“Vroeger moest ik naar de Olympique de Marseille gaan kijken om te begrijpen wat sfeer écht is, vandaag kan ik die sfeer gewoon hier beleven.”
Vertel nog eens wat straffe verhalen.
Neem onze reis naar Ipswich Town. Het was een van de eerste reizen van de Bhoys naar een ander deel van Europa. Het was geweldig: we hebben zelfs de veerboot genomen. Ik kwam Engeland binnen zonder ID, die was ik thuis vergeten. Sommige mensen geraken het land niet binnen zonder papieren, maar mij is het gelukt – echt te gek. Het is 0-2 geworden, denk ik. We hebben er een totale puinhoop van gemaakt. We waren met 122 en het was bloedheet. We hebben er zelfs een lied over gemaakt om het te onthouden: “We are 122! We are 122, we are 122, we are 122!”. Het stadion was gigantisch, een écht Engels stadion met meer dan 30.000 zitplaatsen. Aangezien het een vriendschappelijke wedstrijd was, waren er niet meer dan 4.000 mensen, maar ik kan je zeggen dat we er met onze bende een puinhoop van hebben gemaakt. En we hebben nog gewonnen ook! We zijn er naartoe gegaan, hebben ons kapot geamuseerd én gewonnen. Die reis was compleet.
Zijn er ook negatieve anekdotes?
Molenbeek. Ik betreur onze huidige relatie en de context waarbinnen we met elkaar omgaan. Zeker als je weet hoe het vroeger was, dat was feest! Dit is het enige wat me de afgelopen tien jaar echt gefrustreerd heeft. Er zit geen Zwanze meer in deze derby, maar we zijn nog altijd Brusselaars. Ook al zijn we tegenstanders.
Even ter zake: wat is er precies gebeurd in die wedstrijd tegen Lommel?
Het hele voorval heeft zich afgespeeld gedurende twee seizoenen. In 2017-2018, tijdens het eerste seizoen, gingen we op uitstap naar Lommel. We zaten met 200 man op de tribune en het heeft toen de hele dag geregend. We werden uit de tribune gehaald om te schuilen voor de regen, hebben er een grote puinhoop van gemaakt en uiteindelijk ook die wedstrijd gewonnen. Het probleem was dat we bij de uitgang, onderaan de trappen van het stadion, 10 Lommelse kerels aantroffen die ons stonden op te wachten omdat ze met ons wilden vechten. Dat is toen uit de hand gelopen, uiteindelijk werden we aangevallen. Het gevolg is dat men ons niet meer zo graag ziet komen in Lommel: de fans niet èn de plaatselijke politie niet. Het jaar daarop waren we met minder supporters en ik ben toen zo slim geweest om een rookbom af te steken, midden in een groep van 50 mensen. In de stadions worden we gefilmd, ze hebben mij dus snel gevonden. Ik moest voor de rechtbank komen en ging in beroep – waardoor ik enkele grote wedstrijden nog wel kon zien, zoals die tegen Anderlecht met de bekende 0-3. Maar uiteindelijk kwam de straf: een stadionverbod van een jaar en een boete van 1.600 euro.
“Ik had een verbod gekregen van een jaar, maar toen kwam Covid. Ik heb met andere woorden bijna twee jaar geen stadion gezien.”
Hoe werkt zo’n stadionverbod precies?
Ik kreeg een stadionverbod van 25 september 2019 tot 25 september 2020. Eigenlijk was ik niet van plan om in beroep te gaan, maar een jongen die ik kende vanuit de tribunes kende een advocaat en stelde me aan haar voor. Zij heeft mijn zaak verdedigd, ik moest voorkomen en heb verloren. Ze hebben de filmpjes afgespeeld en je kunt duidelijk zien dat ik het was. Daar kun je je moeilijk tegen verdedigen. In principe mocht ik niet in de buurt van het stadion komen, wat neerkomt op een zone van 3 kilometer rond Joseph Marien. De politie controleert dat ook. Op wedstrijddagen lopen er veel agenten in burger rond en zijn er ook stadion-patrouilles die alles controleren.
Wat heeft dat met je gedaan?
Eigenlijk maken ze je leven een beetje kapot. Het is een wekelijks ritueel dat deel uitmaakt van je routine en dat pakken ze af. Ik stak die rookbom aan en gooide hem op de grond. Ik heb er niet mee gegooid en niemand mee verbrand. De straf gaat best ver – als ik met mijn vrouw wil gaan wandelen in het Dudenpark of het park van Vorst mag dat niet, omwille van iets dat in Vlaanderen is gebeurd. Het was moeilijk, maar deze gebeurtenis heeft er wel voor gezorgd dat ik mij weer op mijn leven en mijn vrouw ben gaan richten. Het feit dat ik elk weekend al mijn energie in een voetbalclub stak, betekent dat er voor de rest niet veel meer overbleef. Ik ben mij meer op mijn werk beginnen te concentreren. Eigenlijk was het stadionverbod dus een geluk bij een ongeluk.
Welke impact heeft je straf gehad op je relatie met Union en de Union Bhoys?
Je volgt alles nog wel, maar het is toch anders. Ik heb naar de eerste paar wedstrijden gekeken of volgde in ieder geval de scores op mijn telefoon. Ik vond het moeilijk om met het verbod te leven. Het moeilijkste was dat ik een verbod had gekregen van een jaar, maar toen kwam Covid – ik heb met andere woorden bijna twee jaar geen stadion gezien.
“De overgang naar eerste klasse was verschrikkelijk. Dat seizoen is een van de beste seizoenen die Union ooit gespeeld heeft, het was enorm pijnlijk om daar niet bij te kunnen zijn.”
Was je na de uitspraak boos op de rechtbank, of boos op jezelf?
Op mezelf – dat ben ik nog altijd. Het was onzin. Je leert van je fouten en je beseft dat je geen tiener meer bent. Ik had op dat moment beter moeten nadenken en dat heb ik toen niet gedaan, wat ik deed was stom. Het heeft me tijd maar ook geld gekost; 1600 euro heb ik verspild. Dat geld had ik ook ergens anders in kunnen steken. Ik had het mezelf kunnen besparen.
Hoe heb je de overgang van jouw club naar eerste klasse ervaren?
Het was verschrikkelijk. Het probleem was natuurlijk dat ik er niet bij kon zijn. Dat seizoen is een van de beste seizoenen die Union ooit gespeeld heeft, het was enorm pijnlijk om daar niet bij te kunnen zijn. Aan de andere kant was het natuurlijk ook geweldig. We hebben 15 jaar lang moeten ploeteren in derde en tweede klasse. Als het tijd is om naar de hoogste divisie te gaan, ben je in extase. Het is een ongelooflijk gevoel, je kunt dat niet uitdrukken in woorden. Dit is waar je voor leeft, je hebt een recordseizoen meegemaakt en dan krijg je toch die klap in het gezicht. Wat nog zotter is, is dat we dit seizoen met dezelfde ploeg spelen. En dat gaat voorlopig heel goed.
Ben je een ander soort supporter geworden, nu je stadionverbod is opgeheven?
Als ze me nog eens betrappen wordt mijn straf verdubbeld. De rechter zal naar mijn strafblad kijken en nog strenger zijn. Rookbommen raak ik nooit meer aan. Het heeft mijn blik op het supporterschap veranderd, terwijl ik daar vroeger eigenlijk nooit over nadacht. Ik heb heel wat van dat soort dingen afgestoken in mijn leven. Anderzijds heb ik mijn terugkeer naar het stadion met nòg meer passie beleefd. We speelden toen ook in eerste klasse.
Ben je bang voor de impact van geld op het voetbal?
Het voetbal is tegenwoordig hoe dan ook aan het veranderen. Er gaat meer geld in om en er zijn investeerders die een andere sfeer proberen te creëren in de stadions, om bijvoorbeeld meer gezinnen aan te trekken. We hebben daar niks op tegen, maar willen wel dat er ook ruimte blijft bestaan voor de ultrafans. Het liefst was ik 40 jaar vroeger geboren om te zien hoe het voetbal eraan toeging zonder al het commerciële belang, en met meer warmte onder de fans.
De ministerraad heeft, op initiatief van minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden, een wetsontwerp tot wijziging van de voetbalwet goedgekeurd. Het doel van deze strengere aanpak is om het gebruik van pyrotechnische middelen zoals rookbommen nog meer strafbaar te maken. In de eerste plaats zijn er hogere minimumstraffen voorzien, waaronder een hogere administratieve boete en een stadionverbod van twee jaar voor het hanteren van rookbommen. Het vergemakkelijken van het gebruik van pyrotechnisch materiaal door het naar binnen smokkelen of het verbergen van zulke voorwerpen in spandoeken, zal niet langer getolereerd worden. Het gebruik van pyrotechnische middelen kan daarnaast tot 48 uur voor en na de wedstrijd bestraft worden. Daardoor wordt ook het gebruik ervan tijdens trainingen, vieringen na de wedstrijd of busreizen van spelers verboden .
Luister hier naar de podcast “Interdit de stade” gemaakt door Noé Béal, samen met het Atelier de Création Sonore Radiophonique.
Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.