Zijn vader bracht meer tijd in de gevangenis door dan met zijn zoon. Hij werd mishandeld door zijn stiefvader en belandde op zijn zestiende in de jeugdgevangenis.
Toch schopte hij het tot bokser, maar wel een die werd gekenmerkt door zijn drugsverslaving. Tot voor kort, want hij is inmiddels afgekickt. Tijdens een gevecht in Tijuana versloeg Zachary de junkie in zichzelf. Dit is zijn verhaal.
Videos by VICE
“Ik was pas drie dagen in behandeling voor mijn verslaving. Zelfs mijn tranen smaakten naar farmaceutische troep. Mijn ogen werden glazig toen ik de kaarsen in mijn kleedkamer zag branden. Daarin zag ik alle fouten die ik in mijn leven had gemaakt.
Ik zat in een stoffige kleedkamer die ooit als militaire bunker diende. Nu maakte het deel uit van de buitenwijken van het Mexicaanse Tijuana. Ik wachtte tot ik aan mijn dertiende professionele boksgevecht kon beginnen, drie dagen nadat ik begon aan een poging om te stoppen met de heftige pijnstiller Oxycontin.
Met een trillend lichaam stond ik op en bokste een beetje in de lucht om mezelf alvast in het zweet te werken. Eigenlijk zweette ik me de hele dag al een ongeluk. Ik las op het internet dat het lichaam in de eerste 72 uur het meeste last heeft van ontwenningsverschijnselen. Dat was te merken.
Mijn coach pakte wat vaseline uit zijn rugzak en smeerde het goedje tussen mijn wenkbrauwen. In het verleden betekende zo’n moment alles voor mij. Het cruciale moment tussen mijn coach en ik. Daar deed ik het voor. Daarom bokste ik. De band die een bokser met zijn trainer heeft, is hechter dan de meeste mensen zich kunnen voorstellen. Ik vertrouw hem met m’n leven. Ik deed mijn ogen dicht en probeerde al mijn moed bij elkaar te rapen, maar ik blokkeerde. Ik deed mijn ogen open en herkende mezelf in de spiegel niet meer als de bokser die ik was.
Ik had geen normale jeugd. Ik was altijd lastig op school, waardoor ik moest nablijven en mijn middagen op school doorbracht. Dan bleef ik uit de handen van mijn gewelddadige stiefvader. Gelukkig werd ik op mijn dertiende naar een militaire school in Texas gestuurd. Daar leerde ik boksen.
Tijdens het boksen kon ik mijn onzekerheid, wisselvallige humeur en ontevredenheid van me af slaan. De ring was de eerste plek waar ik me echt veilig voelde. Een ruimte waar ik alle gebeurtenissen even kon vergeten. Met een strakke pokerface bestreek ik altijd de ring. Ik was zo sluw als een vos en was niet bang om gemene trucs te gebruiken. Dat was in mijn jeugd ook de enige manier om te overleven.
Ik ging vastberaden terug naar Los Angeles en liet niet meer toe dat mijn vader met zijn tengels aan me zat. Maar hoe veel vertrouwen het boksen me ook had gegeven, de problemen waren niet weg. Ik werd op mijn zestiende van school getrapt. Niet lang daarna ging ik weer bij mijn biologische vader wonen. Hij kwam net uit de gevangenis toen ik weer contact met hem kreeg. Minder dan een jaar later werden mijn vader en ik gearresteerd voor grimmige drugspraktijken.
Ik herinner me de agent die mij en mijn vader in de handboeien sloeg. Terwijl ik werd weggevoerd door een politieauto zei een agent tegen mij: “Jongen, je vader heeft een groot deel van zijn leven al doorgebracht in de gevangenis. Nadat jij vrijkomt uit de jeugdgevangenis moet je misschien gaan afvragen of je daar ook zin in hebt.”
Toen ik een maand later vrijkwam, had ik niet eens genoeg geld om een bus te nemen. Gelukkig was de buschauffeur zo aardig om me mee te nemen en ik kwam bij het verlaten appartement van mijn vader. Ik liep door de chaos die de politie had achtergelaten en ging meteen naar de badkamer. Ik deed de toiletbril omhoog en pakte de drugs die nog altijd onder de bril zat vastgeplakt. Met mijn vaders geblokkeerde creditcard maakte ik mooie witte en blauwe lijntjes. Zo zag mijn jeugd er ongeveer uit.
Nu terug naar het gevecht in Tijuana. Ik realiseerde me eindelijk dat ik me niet langer kon verbergen achter de moeilijkheden uit mijn jeugd. Drie dagen daarvoor stopte ik met drugs. De junkie in mij moest weg. Ook als dat betekende dat de bokser in mij weg moest. Toch moest ik eerst nog boksen.
Ik pakte mijn broek uit mijn tas. Een witte broek met rode vlekken. Het bloed van mijn vorige vijf tegenstanders zat er nog op. Ik waste mijn broek nooit. De bebloede broek gaf mij zelfvertrouwen, maar die avond in Tijuana had ik niet hetzelfde vertrouwen als normaal.
Toch trok ik mijn bebloede broek aan. Ik vocht in een andere gewichtsklasse dan normaal. Ik was net drie dagen van de troep af en ik kotste mezelf letterlijk door de gewichtsmeting.
Ik startte mijn warming-up in met mijn handschoenen aan. De vuisten die normaal gesproken als donderslagen aankwamen, strandden nu als slappe klappen in de handen van mijn coach. “Kom op jongen, kom op zoon, je kan het,” zei hij tegen mij. Maar zijn woorden voelden nietszeggend. Hij wist waarom mijn handen trilden, maar we wilden er allebei niet over praten. Niet alweer.
Een van de organisatoren klopte op de deur en riep dat het mijn beurt was. Ik deed mijn capuchon over mijn hoofd. Mijn lichaam deed zo’n pijn. Ik liep als een pinguïn. Ik strompelde door de gang en had ontzettend veel medelijden met mezelf.
“Fuck het jankverhaal dat ik over mijn vader vertel,” zei ik tegen mezelf terwijl ik in slowmotion tussen de uitzinnige fans richting de ring liep. “Fuck de ladingen cocaïne. Fuck mijn fans die in mijn onzin geloven. Ik ben gewoon een junk. En niet te vergeten: fuck de DJ die denkt dat het een goed idee is om voor mij ‘Eye of the Tiger’ op te zetten.”
Ik liep door een zilveren gordijn en betrad de arena. Ik verstopte mezelf nog steeds onder de capuchon. Ik was nog niet klaar om mezelf te laten zien. Ik klom door de touwen en mijn coach volgde me. Hij trok mijn jas uit en ik voelde me ontzettend kwetsbaar. Ik voelde me naakt, maar er waren geen drugs meer waar ik me achter kon verschuilen. Voor het eerst in lange tijd liet ik mijn ware ik zien.
Nog een keer pakte hij de vaseline en smeerde nog wat tussen mijn wenkbrauwen. Een laatste moment om mijn ogen te sluiten en me geliefd te voelen. Hij sloeg zijn armen om me heen en gaf me een kus op mijn wang. “Dit is het jongen. Laat zien wat je waard bent.”
Mijn coach verliet de ring en wachtte tot de bel ging. Ik keek naar de vloer, maar voelde de intense blik van mijn tegenstander. Ik was te zwak om hem in de ogen te kijken.
Ik moet het sowieso niet van mijn slagen hebben. Ik ben een sierlijke bokser. Maar ik moest die klootzak van een tegenstander raken als ik dit wilde overleven. De bel ging en de tegenstander rende op me af. Met samengebalde vuisten en een intense zelfhaat sloeg ik er op los. Een slag voor elke keer dat de dealer mij ‘s nachts smste. Hij had een bloedneus en viel op het zeil, maar stond op.
Ik begon aan mijn volgende ronde van slagen. Een klap voor elke keer dat ik mezelf terugvond in mijn eigen kots op zoek naar een beetje drugs. Hij ging door zijn knieën en de scheidsrechter begon te tellen. Ik hoopte dat hij bleef liggen. Ik had niet genoeg energie om het nog een ronde vol te houden.
Zijn neus zag eruit als een rode waterval, maar hij stond weer op. We konden weer boksen en ik sloeg mijn laatste slagen. Slagen voor de ontelbare pogingen tot een overdosis en slagen voor mijn coach die toch van me bleef houden.
En plotseling was het voorbij. Ik smeerde het bloed van mijn handschoenen af aan mijn broek. Ik keek naar mijn coach en zei: ”Het is oké, ik ben oké.”
Ik was al bijna vier dagen clean. Ik had mezelf een belofte gedaan die ik moest waarmaken. Zelfs als het betekende dat dit mijn laatste gevecht was. De scheidsrechter pakte mijn vuist en iemand riep door de microfoon: winnaar door een knockout in de eerste ronde… Zachary ‘Kid Yamaka’ Wohlman.’
Vandaag ben ik al 120 dagen clean en nuchter. De drang naar drugs is weg, maar de herinneringen blijven. Het gevecht in Tijuana veranderde me. Ziek en ellendig sloeg ik me door mijn verslaving. Ik was in staat om de drugsverslaafde in mij achter te laten. En tot nu toe ben ik ook in staat gebleken om de bokser in mij levend te houden.”
—
Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.