Het is 1998 en ik ben ongeveer 9 jaar oud. Niet ieder huishouden heeft al een computer thuis staan en internet beheerst nog niet ons dagelijks leven. Maar ik, als dochter van de baas van een succesvol internetbedrijf, heb zelfs al een eigen laptop. Ik ben al helemaal in de ban van het scherm, en klik op het AOL-driehoekje in de toolbar; nog geen drie seconden later popt er een chatscherm op.
“Stephen69: hey beautiful, u wanna chat?
pink_angel_princess (ik): sure “
Videos by VICE
Jammer genoeg was Chris Hanson van Dateline er niet om me te waarschuwen voor de gevaren van perverselingen die online kleine meisjes (en jongens) aanspreken, en dit bleek helaas nog maar de eerste keer van vele dat ik een veel te volwassen en veel te intens gesprek voerde met iemand die ik totaal niet kende.
Het is nu achttien jaar later, en je zou kunnen zeggen dat ik er min of meer mijn beroep van heb gemaakt om wat voor relatie dan ook te vinden via het wereldwijde web. En ik geloof niet dat ik de enige ben – toch, mijn lieve kinderen van de internetgeneratie?
Ik weet dat het misschien moeilijk voor te stellen is dat ik als negenjarige al achter mijn scherm geplakt zat, en al bezig was om mijn vriendschappen voornamelijk online te vinden en te onderhouden. Maar laat me je vertellen hoe het toen al zover kon komen. In het jaar waarin dit ongeveer begon, was ik net verhuisd naar Amsterdam. Samen met mijn ouders had ik een rustig leventje geleid in een buitenwijk van New Jersey, maar in Nederland veranderde dat: ik kwam er namelijk achter dat mijn ouders hier behoorlijk beroemd waren. Daardoor was ik best beschermd opgegroeid.
Ik had wel wat vrienden op school, en ik was niet per se een ongelukkig of antisociaal meisje. Maar een kind voelde ik me niet echt – en dat is denk ik een direct gevolg van mijn autisme, wat zowel goeie als verschrikkelijke dingen voor mij betekent. Iets in mij wilde niets liever dan ontsnappen aan de realiteit, en praten met volwassen mensen die me begrepen. Zodra ik inlogde bij AOL of een ander chatprogramma (kennen jullie ICQ nog?) had ik keuzes in overvloed, en ik realiseerde me dat je je online kon voordoen als wie je maar wilde – zolang je er goed in was.
Jaren gingen voorbij en samen met mijn nogal excentrieke vader en moeder verhuisde ik van land naar land naar land. Langzaamaan kreeg ik steeds meer het idee dat ik misschien te erg verschilde van mijn leeftijdgenoten – dat ik té anders was. Tegelijkertijd kwamen er steeds meer online platforms bij voor sociaal contact, en ik werd steeds beter in online relaties beginnen en onderhouden. Van Myspace-vriendjes met wie ik maandenlang chatte (wat zowel resulteerde in teleurstellende als goeie ontmoetingen IRL), tot hechte vriendschappen met vreemden die op de een of andere manier in mijn MSN terecht waren gekomen. Met al deze mensen deelde ik een aantal belangrijke en emotionele momenten.
Het is nu jaren later, en ik ben volwassen, maar ik kan je vertellen dat er niet veel veranderd is. Ik ben alleen wel extreem goed geworden in inschatten wat voor persoon iemand is, achter haar of zijn online profiel. En door de bekendheid die ik heb als ‘de dochter van’, ben ik eraan gewend geraakt om echt contact te vermijden.
De laatste vijf jaar woon ik weer in Nederland, en bijna elke vrouw waarmee ik samen ben geweest, heb ik ontmoet via een datingapp of via Instagram. Ook mijn huidige vriendin heb ik kunnen verleiden met mijn talige woordgrappen in de DM.
Een tijdje vond ik mezelf zielig, en dacht ik dat alle nieuwe mensen die ik ontmoette hun oordeel al klaar hadden – gebaseerd op mijn verleden, mijn familie, of verhalen uit de media. Ik dacht dat niemand me serieus nam. Door deze angst heb ik een systeem ontwikkeld om te kijken of ik een echte klik heb met iemand: ik stel bepaalde vragen en aan de hand van de reacties kan ik inschatten hoe goed we bij elkaar passen, en ik kijk heel kritisch naar het online profiel van iemand.
Dit allemaal betekent eigenlijk dat ik een extreem gevorderde versie ben geworden van de negenjarige Christina.
Dat zie je bijvoorbeeld aan mijn instagramvolgers, die het afgelopen jaar zijn toegenomen met tienduizend – ik doe weinig meer dan gewoon een mens zijn, en ik heb dertigduizend volgers.
Grappig genoeg kwamen er met deze nieuwe ‘vrienden’ ook steeds meer berichtjes binnen. Jonge meisjes die me in een winkel hadden gezien maar te bang waren om me aan te spreken, en mannen en vrouwen die me op straat of in een café hadden gezien, en me toen niet durfden te zeggen dat ze me knap/lekker/leuk vonden. Daardoor besefte ik me het volgende: we zijn allemaal compleet afhankelijk geworden van internet en mooie woorden om contact met elkaar te maken!
In een Ritalin-rush nam ik contact op met mijn vriendin Sophie Dros, om haar te vertellen over dit besef – zij was meteen enthousiast en wilde het uitwerken in een korte documentaire. Ik wilde meedoen om in alle eerlijkheid te ontdekken hoe dit precies werkt bij mijzelf, maar ook bij anderen – hoe is het zo gekomen dat we zijn veranderd in nogal eenzame internetmonstertjes? Ik wilde de roze olifant in de kamer niet langer negeren; hoe de online wereld onze huidige generatie totaal mét elkaar verbindt, maar ook totaal van elkaar vervreemd.
Voor ieder individu dat de moeite neemt om dit te lezen en straks de docu te kijken, ik wil eerlijk tegen je zijn. Heeft deze filmervaring me veranderd? Ik denk dat ik te diep in de online wereld zit om er ooit helemaal uit te kunnen komen. Maar wat ik wel kan zeggen is dit: ik heb een nieuwe manier gevonden van mensen begrijpen, van met mensen in contact komen, iets waarvan ik dacht dat ik het nooit zou kunnen (nóg een reden om me gewoon aan te spreken als je me tegenkomt!)
Online zijn is alsof je op je hoogstpersoonlijke Mount Everest staat en keihard je eigen naam schreeuwt. We willen allemaal gezien en gehoord worden, we willen erkenning. Dat is menselijk, en dat is oké.
Maar doe me een plezier: maak geen leugen van je eigen berg of van wat je te zeggen hebt. Het is geen geheim dat de wereld waarin we leven een beetje fantasie en kleur nodig heeft om er nog iets moois van te kunnen maken; je kan nog zoveel hashtags gebruiken over hoe #great je leven is, iedereen kent de duistere kanten van ons bestaan.
Hou in je achterhoofd dat het onmogelijk is om iemand echt te leren kennen aan de hand van haar of zijn online profiel – zelfs voor een gewiekste professional – en dat het heel goed mogelijk is dat je iemand IRL moet ontmoeten om meer te weten te komen.
En nog belangrijker: ongeacht hoeveel volgers en likes je hebt op social media (wat trouwens wel het laatste is wat bepaalt hoeveel je waard bent), wees voorzichtig met wat je laat zien van jezelf. Want je wordt bekeken.
Zullen we vrienden worden?
Christina Curry IRL gaat op zaterdag 10 juni in première op VICELAND om 21.00 uur. VICELAND is te zien op Ziggo kanaal 26.