My First Time is een column en podcastserie waarin seksualiteit, gender en kinkyness onderzocht worden, vanuit een nieuwsgierig en maagdelijk perspectief. Een “eerste keer” kan over zoveel meer gaan dan je ontmaagding. Van experimenteren met kinky dingen tot het uitproberen van iets nieuws en wilds: iedereen ervaart duizenden “eerste keren” tussen de lakens – dat is hoe seks leuk blijft, toch?
Deze week spreken we activist Kelly May Perks-Bevington over de ontwikkeling die ze doormaakte in haar seksleven en de rol die haar handicap daarin speelde.
Videos by VICE
Ik heb spinale musculaire atrofie type drie, waardoor de kracht in mijn spieren afneemt. In de praktijk betekent dit dat ik iedere dag in een elektrische rolstoel zit. Rond mijn tiende moest ik voor het eerst zo’n elektrisch model gebruiken, en sindsdien is mijn situatie aardig stabiel gebleven. Daarvoor kon ik nog lopen; ik had wel een rolstoel, maar gebruikte deze meer als steun terwijl ik liep. Ik accepteerde mijn handicap niet, en wilde alle dingen doen die andere kinderen ook deden – ook al wist ik dat dat niet kon.
Ik wilde mensen laten zien dat ik normaal was, en om mijn punt te maken begon ik nogal te rebelleren. Ik ging veel uit, werd heel dronken en had seks met mensen waarmee ik nooit seks had moeten hebben. Achteraf gezien had ik betere beslissingen kunnen maken. Ik deed vreselijk veel moeite om geaccepteerd te worden door mijn vrienden, maar eigenlijk was het genoeg geweest om gewoon mezelf te zijn. Op seksueel vlak wilde ik bevestiging, wat ook wel bleek uit alle seks die ik had. Ik wilde als seksueel wezen gezien worden, niet als gehandicapt persoon. Altijd en overal was ik op zoek naar dat soort aandacht.
Mijn eerste seksuele ervaring was niet al te best, omdat de persoon in kwestie helemaal niks om me gaf. Ze zeggen weleens dat je eerste keer met iemand moet zijn van wie je houdt, maar ik betwijfel hoe vaak dat eigenlijk voorkomt. Nu ik een fijne relatie heb en terugkijk op mijn verleden, vraag ik me weleens af: waarom had ik zoveel haast, alleen maar om een punt te maken naar andere mensen toe? Ik had beter kunnen wachten, tot ik iemand zou vinden die echt om me gaf.
In die fase van mijn leven besefte ik niet dat je, wanneer je in een rolstoel zit, je automatisch in een doelwit verandert. Ik dacht dat ik leuk gevonden werd om mijn uiterlijk, maar in de realiteit werd ik door zoveel mensen benaderd omdat ze dachten dat ik een makkelijk doelwit was voor seks. Veel van die jongens dachten dat ik op de aandacht uit was, wat destijds ook zo was, en dat ik dankbaar zou zijn dat ik überhaupt aandacht kreeg.
Als ik er nu op terugkijk, denk ik alleen maar: waarom ging ik daarin mee? Ik dacht dat ik sterk en uitdagend was, maar raakte verzeild in veel domme situaties. Gevaarlijke zelfs. Ik kan niet lopen, dus ik moet de persoon met wie ik seks volledig kunnen vertrouwen: als ik me op lage hoogtes bevind, kan ik mezelf niet omhoog trekken. Ik vertrouwde erop dat deze mensen me omhoog en omlaag zouden helpen, en dit was nog voor het tijdperk van mobiele telefoons. Als ik in een gevaarlijke situatie was beland, had ik helemaal niets kunnen doen om mezelf daaruit te krijgen.
Ik praatte altijd veel over seks, eigenlijk werd het het grootste aspect van mijn persoonlijkheid. Tijdens ieder gesprek begon ik erover. Ik wilde mensen laten zien waar ik toe in staat was; dat ik seks kon hebben, en dat ik normaal was. Toch zou ik niets aan die periode veranderen. Al die ervaringen hebben me seksueel en emotioneel gevormd.
Voor mij kwam het echte keerpunt toen ik naar de universiteit ging, daar mijn man ontmoette en een paar goede vrienden maakte. We vormden een hechte vriendengroep. Zij gaven me de bevestiging die ik nodig had, waardoor ik mezelf leerde accepteren en meer waarderen.
Bij Jaz, die nu mijn man is, had ik eindelijk het gevoel dat ik seksueel mezelf kon zijn. De eerste keer dat we samen in bed belandden, was het ook niet heel veel meer dan dat. Maar omdat we beste vrienden waren, voelde het anders. Ik vond het niet beschamend om om hulp te vragen wanneer ik dat nodig had. Het voelde natuurlijk aan, alsof we op hetzelfde level zaten en elkaar heel goed kenden. Het was niet te vergelijken met mijn eerdere ervaringen.
Als je gehandicapt bent, zijn de meeste seksuele dingen wel mogelijk, maar soms duurt het even voor je hebt uitgevogeld hoe. Dat is dan ook meteen het beste aan onze relatie. We spreken naar elkaar uit wat we willen, en gaan daarna op zoek naar een manier om het te proberen. Als je over seks praat en uitzoekt wat je precies wil, is dat voor beide personen beter; of je nou gehandicapt bent of niet. Het is goed om over dingen te praten, en ik denk dat het een extra dimensie toevoegt aan de seks.
Mensen met een beperking en hun relaties worden vaak bijna als kinderlijk gezien. Zo van: “Ach wat schattig, ze heeft een vriendje.” Ik herinner me hoe ik ooit bij een nagelsalon was, en de nagelstylist me vroeg of ik ooit met iemand gezoend had. Dat frustreerde me altijd enorm: dat mensen mij als seksloos en kinderlijk zagen. Als ik een vriendje had, dachten mensen vaak dat we alleen elkaars hand vasthielden en rondjes liepen in het park. Mensen denken vaak dat Jaz mijn zakenpartner is. Als we buiten rondlopen met ons kind, vragen ze: “Van wie is dat kind?” En als we inchecken bij hotels, worden we bijna altijd in een kamer gezet met twee eenpersoonsbedden. Ik moet dan expliciet naar een tweepersoonsbed vragen.
Toen ik zwanger was maakte ik me heel veel zorgen; er zijn maar weinig voorbeelden van mensen met mijn beperking die kinderen hebben gekregen. Ik was heel bang voor wat er zou kunnen gebeuren; zou mijn zwangerschap mijn beperking alleen maar verergeren? Zou ik veel pijn hebben? De artsen konden het me simpelweg niet vertellen. Uiteindelijk bleek het allemaal goed te gaan. Ik heb tijdens mijn zwangerschap geen pijn gehad. Toch blijven we last hebben van misverstanden, zelfs nu. Mensen weigeren soms mijn zoontje aan me te overhandigen, omdat ze denken dat ik hem zal laten vallen. Iedere keer denk ik bij mezelf: natuurlijk niet, ik ben zijn moeder!
Als ik mijn jongere zelf nu toe zou kunnen spreken, zou ik alleen maar “wacht!” zeggen. Ik was een puinhoop toen ik jonger was, ik wist niets over mezelf. Ik zou willen dat ik had geweten dat ik mezelf en mijn beperking uiteindelijk zou accepteren. Dat ik gewoon moest wachten, en alles vanzelf goed zou komen. Ik probeerde controle te krijgen over mijn leven, terwijl dat helemaal niet nodig was. Uiteindelijk valt alles op z’n plek.
Volg Broadly op Facebook, Twitter en Instagram.
Hier kun je je abonneren op de podcast in iTunes. Als je iets anders gebruikt, kun je met deze RSS-link de podcast toevoegen aan elk ander platform. Wil je de podcast direct downloaden, klik dan hier. Je kan ons ook volgen op Snapchat. Schrijf een recensie over de podcast, zeker op iTunes. Dat helpt ons echt.