Hoe vrouwenrechten grof geschonden worden in de Nederlandse verloskamers

Als we Hollywoodfilms en kersverse ouders moeten geloven, staat het krijgen van je eerste kind gelijk aan een reusachtige roze wolk. Goed, het is even baden in het zweet en de longen uit je lijf schreeuwen, maar als de baby er eenmaal is – kerngezond en met tien vingers en tien tenen – moet je ook niet meer zeuren over mogelijke nare situaties die zich voor hebben gedaan in de verloskamer. Toch?

Maar het geromantiseerde beeld van een kind op de wereld zetten, is schadelijker dan het lijkt. In Nederland ervaart 10 tot 20 procent van de vrouwen een bevalling namelijk als traumatisch. En een deel daarvan (1 tot 3 procent) ontwikkelt zelfs een bevallingstrauma, dat wordt gekenmerkt als een posttraumatische stressstoornis (PTSS).

Videos by VICE

Een bevallingstrauma dat leidt tot PTSS is niet hetzelfde als haar bekendere zusje, de postnatale of postpartumdepressie (PPD). Een PPD kan het gevolg zijn van hormonale veranderingen na de bevalling. PTSS daarentegen, wordt veroorzaakt door een als traumatisch ervaren bevalling en triggert herbelevingen, verhoogde alertheid en angstklachten. De effecten daarvan zijn niet mals.

Ik besloot op onderzoek uit te gaan en stuitte al snel op een facebookgroep. Daar vond ik een aantal vrouwen dat hierover mee kan praten, waaronder Charlotte K. (37), die twee jaar terug beviel. Ze hield er nachtmerries en PTSS aan over, en raakte zelfs arbeidsongeschikt.

Sandra (35) liep door de mentale impact van de bevalling een jaar lang met een depressie rond. Charlotte te G. (35) kreeg een PPD en een burn-out. “Zonder te zeggen wat ze gingen doen, werd er actie ondernomen. Ik werd genegeerd, was doodsbang, en hoorde de gynaecoloog tegen de verloskundigen zeggen: ‘Ik weet niet welke kant ik zijn hoofdje op moet draaien, misschien breek ik de nek.’ Er werd, waar ik bij lag, geroepen dat mijn kindje misschien dood zou gaan.”

Wat deze vrouwen beschrijven als de oorzaak van hun bevallingstrauma heet ‘obstetrisch geweld‘: een parapluterm voor de verschillende vormen van vrouwenmishandeling tijdens de geboorte – zoals fysiek, seksueel en verbaal misbruik, maar ook het weigeren van het geven van pijnmedicatie, en nalatigheid door een tekort aan zorgmedewerkers. Wat vaak aan deze narigheid voorafgaat, is slechte communicatie en het uitblijven van geïnformeerde toestemming (informed consent).

Informed consent‘ houdt in dat een arts de patiënt eerst moet informeren over het voorgestelde onderzoek of de behandeling, waarna de patiënt om toestemming moet worden gevraagd. Dit is zelfs wettelijk vastgelegd in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO). Zorgverleners mogen dus alleen handelen met toestemming van de vrouw in kwestie. En de vrouw moet goed geïnformeerd zijn, zodat ze begrijpt waar ze precies toestemming voor geeft. De arts adviseert, en heeft alleen een bepalende rol als het gaat om een levensbedreigende situatie voor moeder en/of (ongeboren) kind. Ofwel: het is jouw lichaam en niemand mag daar inbreuk op doen.

Een heldere richtlijn die prima toe te passen is, zou je denken (met als kanttekening dat de zwangere tijdens een bevalling niet altijd optimaal aanspreekbaar is). Maar in de praktijk valt dat vies tegen. “Er heerst een bepaalde cultuur onder gynaecologen en verloskundigen waarin informed consent belangrijk is, maar bij bepaalde verloskundige ingrepen ineens niet meer,” vertelt een anonieme bron,* voorheen actief bij Stichting Bevallingstrauma. Die stichting bevestigt het verhaal van de bron. “Als je een prik krijgt, dan wordt dat aan de patiënt uitgelegd. Maar ingrepen tijdens het persen – zoals een knip, vacuümverlossing of keizersnede – worden vaak zonder uitleg en bijbehorende toestemming gedaan.”

In 2016 deden Claire Stramrood, gynaecoloog in opleiding aan het UMC Utrecht, en Martine Hollander, gynaecoloog aan het Radboudumc, een grootschalig Nederlands onderzoek en ondervroegen 2192 vrouwen naar hoe hun bevallingstrauma voorkomen had kunnen worden. Hieruit bleek dat het antwoord niet lag bij de gedane interventies (zoals een spoedkeizersnede) of bij complicaties, maar bij betere communicatie en informed consent. Zo gaf bijna de helft van de deelnemers aan dat ze vaak niet wisten waarom iets gedaan werd. En meer dan de helft had het gevoel dat ze de controle over haar eigen bevalling kwijt was en dat er een gebrek aan informed consent was. Claire en Martine willen geen commentaar geven aan Tonic.

Volgens de anonieme bron gaat het al mis tijdens de opleiding. “We hebben een onderzoek gedaan waaruit bleek dat studenten van de Academie voor Verloskunde (AVAG) zich niet aan informed consent houden, en dat veel afgestudeerden überhaupt niet weten dat ze toestemming nodig hebben voor inknippen.”

“Ik denk dat er bij een knip inderdaad vaak geen uitleg wordt gegeven of om toestemming wordt gevraagd, terwijl er vaak wel een moment kan zijn om een korte uitleg te geven,” reageert onderzoeker en verloskundige Anna Seijmonsbergen-Schermers, verbonden aan het VUmc en de AVAG. “Maar bij vacuüm of keizersnede ligt dit genuanceerder. Meestal wordt er uitgelegd dat het minder goed gaat met het kindje of dat het matig vordert. Uitleg wordt dus vaak wel gegeven, maar toestemming wordt dan niet altijd verkregen, omdat de zorgverlener er bij zo’n acute situatie vanuit gaat dat de ouders instemmen met de ingreep die er op dat moment voor zorgt dat het kindje op tijd geboren wordt. Informed consent bestaat uit meerdere onderdelen. De ouders moeten bijvoorbeeld tijd hebben om de voors en tegens rustig tegen elkaar af te wegen, maar in het geval van een spoedingreep is die tijd er niet.”

Volgens de AVAG moeten de resultaten van het onderzoek van Stichting Bevallingstrauma voorzichtig worden geïnterpreteerd aangezien het is uitgevoerd door vierdejaars studenten onder een kleine populatie: 14 verloskundigen en twaalf studenten verloskunde. “Wij hebben het signaal over onze studenten serieus genomen,” licht de AVAG toe in een reactie. “Voor de toen bijna afgestudeerde vierdejaars studenten hebben we een extra onderwijsdag georganiseerd om de noodzakelijke kennis en het bewustzijn over informed consent te versterken. In het gehele curriculum wordt vanaf het eerste jaar nadrukkelijk aandacht besteed aan het begrip over informed consent.”

Uit een wereldwijd onderzoek uit 2015 bleek dat veel vrouwen zich van hun waardigheid ontnomen voelden tijdens de bevalling. Soms werden ze gedwongen om op handen en voeten te zitten en hun lichamen bloot te geven aan verschillende zorgmedewerkers of grote groepen studenten, of hadden ze het gevoel dat hun lichaam werd behandeld als een object waar van alles mee gedaan mocht worden.

Het laatste overkwam Sabine (32). “Bij mijn eerste bevalling werd ik bijna ingeknipt, zonder dat ik daar toestemming voor had gegeven. De verdoving was gezet en de verloskundige stond al klaar met een schaar. Bij mijn tweede bevalling ben ik ontzettend vrouwonvriendelijk behandeld. Ik zat eerst op een baarkruk, maar ineens schreeuwde de zuster dat ik op bed moest gaan zitten. Toen ik op bed zat, wilde ze er met veel agressie voor zorgen dat ik zou gaan liggen. Ze pakte mijn hoofd vast en schreeuwde dat ik moest luisteren, omdat we anders naar de OK zouden gaan. Ik had niks te zeggen.”

Vrouwen in Nederland worden onnodig vaak ingeknipt. In 2010 werd 30,3 procent van de vrouwen ingeknipt, terwijl dat in Zweden destijds 6,6 procent was. “Bizar,” stelt de anonieme bron. “Inknippen is alleen oké als er foetale nood is. Het is feitelijk onmogelijk dat daarvan sprake is bij een derde van de vrouwen en bij bijna de helft van de vrouwen die voor de eerste keer in het ziekenhuis bevallen. Daarnaast zijn ingrepen als inknippen bij een vacuümbevalling niet bewezen effectief – en toch worden vrouwen psychisch onder druk gezet om ze te ondergaan, zonder inspraak.”

Volgens Anna veroorzaakt inknippen een ernstige wond, die vaak veel complicaties, klachten en pijn oplevert. Onderzoek heeft uitgewezen dat een scheur sneller en beter geneest, zei ze eerder dit jaar tegen RTL Nieuws. “Een knip kan absoluut effectief zijn om de bevalling te versnellen,” zegt Anna. “Maar het is nog onvoldoende bewezen bij welke situaties waarin we nu een knip zetten deze ook echt van belang is en bij welke niet. Daar doen we nu onderzoek naar. De incidentie van inknippen daalt al jaren in Nederland. Mogelijk komt dat door nieuw onderzoek, onder andere het onderzoek wat wij hebben gedaan, en omdat zorgverleners zich er steeds meer van bewust worden dat een knip meer nadelen heeft dan uitscheuren.”

Sandra, die ongevraagd werd ingeknipt, vertelt: “Het herstel duurde lang. Ik heb lang niet kunnen vrijen zonder pijn, en ik vind mijn vagina minder mooi omdat de knip niet goed gehecht is.” Uit onderzoek blijkt dat 31 procent van de vrouwen na 6 maanden nog pijn heeft bij het vrijen door de knip.

De noodzaak en efficiëntie van sommige huidige gebruiken in de verloskamer zijn niet alleen wetenschappelijk te weerleggen; de praktijken kunnen ook de moeder in gevaar brengen als ze onnodig worden gebruikt. Een voorbeeld hiervan is beperkt worden in de baringshouding, omdat het plat op de rug op bed liggen door zorgverleners soms als praktisch wordt ervaren. Ook het snel overgaan tot bijstimulatie om de bevalling te versnellen is een procedure die wordt ingezet, ondanks dat er onvoldoende wetenschappelijk bewijs is voor grootschalig gebruik ervan. De status en gezondheid van de ongeboren baby worden daarnaast soms boven de gezondheid en autonomie van de moeder gesteld.

Zo werd Sabines zoontje, zonder duidelijke medische reden, verwijderd van zijn moeder. “Hij lag de eerste drie uur van zijn leven in een bakje, ver van mij vandaan en zonder huid-op-huidcontact. Daar heb ik maanden wakker van gelegen. Dat gun ik niemand,” zegt Sabine.

“Studenten in de verloskunde worden opgeleid vanuit het idee dat als jij vindt dat een ingreep nodig is, je die ook verricht,” zegt onze anonieme bron. “Het excuus is tijdgebrek, of dat het kind gered moet worden. Ingrepen kunnen broodnodig zijn, maar soms zijn het achterhaalde gewoontes, waarbij de rechten van de vrouw niet gerespecteerd worden. Dat is een probleem.”

Er wordt daarnaast vaak vanuit gegaan dat een vrouw tijdens de bevalling niet meer in staat is om beslissingen te kunnen maken. “Onterecht,” vindt de anonieme bron. “Een bevalling lijkt op het rennen van een marathon: je levert een heftige sportprestatie. Na twintig kilometer zie je niet meer wie er langs de kant staat, maar als er iemand voor je met een flesje water zwaait, dan pak je dat. En als er tijdens het baren iemand naast je komt zitten en vertelt wat er gaat gebeuren, kun je daar écht wel op reageren.”

Anna is het daarmee eens, maar vindt de geschetste ideeën over onnodige interventies lastig. “Sommige interventies worden in sommige regio’s in Nederland te vaak gedaan. Maar als verloskundige worstelde ik in de praktijk vaak met cliënten die meer neigden naar ingrepen dan ik als zorgverlener nodig vond. Veel vrouwen willen tegenwoordig graag pijnbestrijding, terwijl ik weet welke nadelen dat heeft en welke medische cascade dat meestal teweegbrengt. Of vrouwen die weinig geduld hebben en bijgestimuleerd willen worden. Dan zijn er soms juist interventies nodig. Bevallen heeft alles te maken met loslaten, maar veel vrouwen vinden dat moeilijk. Onnodige interventies zijn niet altijd het gevolg van de wens van de zorgverlener, maar dus ook van de manier waarop vrouwen tegenwoordig willen bevallen. De taak voor de zorgverlener is om hierin goede voorlichting te geven.”

Volgens onze anonieme bron is de intentie goed. “Zorgverleners zijn opgeleid om zo te denken. Ze willen vrouwen niet bang maken door ze van tevoren in te lichten over ingrepen. Maar de effecten daarvan, dat sommige vrouwen getraumatiseerd raken en geen tweede kind durven te krijgen, meten ze niet in het ziekenhuis. Het enige dat telt is dat moeder en kind leven.”

Uit een onderzoek van The American Psychiatric Association, met data uit 2000 tot 2012, bleek dat 25 tot 34 procent van de Amerikaanse moeders zich getraumatiseerd voelden door de bevalling. Hoewel obscure verloskamerpraktijken inmiddels aan het licht zijn gekomen in de Amerikaanse pers, tasten we in Nederland nog in het duister over de aantallen. Recentelijk zijn de eerste aantallen over obstetrisch geweld in Italië gepubliceerd, en uit dat nationale onderzoek bleek dat 21 procent van de moeders obstetrisch geweld heeft ervaren tijdens de bevalling.

Onze anonieme bron vermoedt dat de Nederlandse cijfers vergelijkbaar zijn. “De meeste vrouwen durven geen klacht in te dienen, omdat ze niet weten wat ze ertegen kunnen doen. Ze denken dat ze er alleen in staan, of dat ze voor gek verklaard worden en gewoon blij moeten zijn dat hun baby gezond is.” Het zijn overigens waarschijnlijk niet alleen vrouwen die doodsangsten uitstaan in de verloskamer; de helft van de bezoekers van stichtingbevallingstrauma.nl is man.

Tessa G. durfde wel een klacht in te dienen bij de tuchtraad – over de knip die in haar werd gezet, zonder informed consent en zonder foetale nood. Op 29 november 2017 werd haar klacht niet gegrond verklaard, ondanks het bewijs; brieven van het ziekenhuis waarin stond dat ‘informed consent niet gebruikelijk is bij inknippen’.

“Mijn klacht was eigenlijk al afgewezen voordat ik mijn verhaal kon doen,” vertelt Tessa. “De tuchtraad bestaat uit vakgenoten. De kans dat zij de impact begrijpen en een collega aanpakken is nihil. Pas als iedereen zijn klacht gelijk indient bij de tuchtraad, moet laatstgenoemde wel gaan erkennen dat er iets speelt. Ik ben er nu van overtuigd dat je als vrouw minder rechten hebt in Nederland, en raad iedereen aan om de bevalling te filmen en een doula of verloskundige mee te nemen die de hele tijd bij je blijft. Bescherm jezelf, voor je het weet hangt er een schaar in je vagina.”

“Ik kan heel goed begrijpen hoe deze vrouw zich hierover voelt,” zegt Anna. “Toch denk ik dat we dit niet moeten generaliseren. Bij een goede vertrouwensband tussen cliënt en zorgverlener, wat echt heel vaak het geval is, is dit echt niet nodig. Tijdens de zwangerschap is het van belang dat die vertrouwensband wordt opgebouwd en dat je als zwangere je wensen duidelijk maakt. Als je erop vertrouwt dat je zorgverlener naar je wensen luistert en hiernaar zal handelen, dan is zo’n defensieve houding echt niet nodig.”

Volgens onze anonieme bron zit het anders. “Het proces is nu als een Tefal-pan: niks van wat vrouwen zeggen blijft plakken of wordt serieus genomen. Ik ken meerdere gevallen waarin vrouwen een klacht indienden, en waarbij vervolgens door het ziekenhuis werd ontkend dat er obstetrisch geweld had plaatsgevonden. Of waarbij ze openlijk meedeelden dat ze niet aan informed consent doen, terwijl dat gewoon onwettig is. De blinde vlek is groot.”


Een overzicht van de resultaten uit het eerste nationale onderzoek naar obstetrisch geweld in Italië. Afbeelding via

Eind 2016 startte Stichting Geboortebeweging de facebookcampagne #genoeggezwegen; het Nederlandse equivalent van de internationale campagne #breakthesilence. Vrouwen met traumatische bevallingservaringen werden aangemoedigd om hun verhaal te delen, met een foto en de hashtag. In twee weken stroomden meer dan 500 fotoreacties binnen.


Afbeelding via


Afbeelding via


Afbeelding via

Afbeelding via

Begin 2017 overhandigde Mira Westland, voorzitter van Geboortebeweging, het zwartboek #GenoegGezwegen aan Tweede Kamerlid Linda Voortman (GroenLinks) en vroeg aandacht voor het beschermen van de lichamelijke integriteit en informed consent van zwangere vrouwen. Ook stelde de Geboortebeweging veranderingen voor. De Tweede Kamer reageerde daarop door te erkennen dat “de zorg aan de zwangere vrouw op bepaalde fronten verbeterd kan worden,” maar ook werd gesteld dat zorgverleners het grootschalige beeld van obstetrisch geweld, zoals geschept door de Geboortebeweging-campagne, niet herkennen.

Vanuit haar werkervaring als verloskundige herkent ook Anna dit beeld niet. “Ik heb zeker obstetrisch geweld gezien, waarbij ik achteraf inzag dat ik anders had kunnen handelen of dat andere zorgverleners onvoldoende respectvol omgingen met de cliënt, of ik hoorde erover uit verhalen van cliënten. Maar het merendeel van de vrouwen is zeer tevreden met de zorg en wat ik meestal terugkreeg van de zorg die was geleverd, was dat vrouwen zich vrij voelden om zich te uiten, geen druk ervoeren en gesteund werden.”

Maar wat over het hoofd kan worden gezien, is dat slachtoffers van obstetrisch geweld niet willen praten over hun ervaringen. “Een van de kenmerken van PTSS is vermijding,” legt de anonieme bron uit. “Getraumatiseerde vrouwen hebben het liever niet over wat ze hebben meegemaakt. Ze zijn bezig met overleven en de zorg voor hun kind, en starten geen tuchtzaak – waardoor er geen signaal komt dat iets moet veranderen. Maar wat vrouwen wél doen, is meedoen aan zo’n online campagne. En er zijn waarschijnlijk ook genoeg vrouwen die daar met de pers over hebben gesproken. Maar dat wordt niet opgepakt, omdat het niet urgent lijkt.”

Bianca (35) kende haar rechten, en dat leverde een verhitte discussie op met de gynaecoloog die haar uiteindelijk hoogzwanger wegstuurde en zorgverlening weigerde. “Ik had de wetteksten letterlijk in mijn tas zitten. In mijn bevalplan had ik opgenomen dat ik, als ik niet meer aanspreekbaar zou zijn, mijn man machtigde om voor mij te beslissen – en niet een arts. Toen ik dat vertelde aan de gynaecoloog vroeg zij of ik wilde dat mijn kindje dood geboren zou worden. Mijn vroedvrouw vertelde me later dat dit vaak gezegd wordt om druk uit te oefenen op de ouders, zodat ze met de ideeën van het ziekenhuispersoneel meegaan.”

“Er zijn gevallen waarbij vrouwen onrespectvol behandeld worden en dat is vreselijk,” zegt Anna, “maar wat ik bij zorgverleners om me heen ook zie, is dat ze proberen de cliënt in haar wensen heel serieus te nemen. Wat mij wel zorgen baart, is dat er maar weinig vrouwen bij hun eigen verloskundige kunnen bevallen. Als een zwangere haar verloskundige vertrouwt en haar wensen in de zwangerschap met haar heeft besproken, dan is het ook heel fijn dat zij bij haar bevalling zal zijn en dat niet een onbekende zorgverlener de zorg overneemt. Er is op het moment in het land veel gaande om deze continuïteit van zorg meer te garanderen, maar we zijn er nog niet.”

Volgens onze anonieme bron is het tegengif voor deze paternalistische geneeskunde simpel: “Houd je aan de wet en wees respectvol. Heb jij kinderen?” “Nee,” stamel ik. “Oké, dan hoop ik niet dat dit je heeft afgeschrikt,” zegt ze. “Het kan ook anders en dit zal, net als #metoo, niet lang meer in de doofpot blijven zitten.”

* Deze geïnterviewde heeft een verzoek ingediend om, wegens juridische redenen, anoniem te blijven. De naam van de geïnterviewde is bekend bij de redactie. De huidige voorzitter van Stichting Bevallingstrauma, Daniëlle Verstraete, onderschrijft het verhaal van onze bron.