Tijdens de opnames van haar documentaire schrok regisseur Sabrina Sugiarto toen iemand langsreed en keihard “boeler!” schreeuwde naar haar en haar hoofdrolspeler – een Surinaams scheldwoord voor homo’s. Homoseksualiteit blijkt nog steeds een taboe te zijn in de Surinaamse gemeenschap. De half-Surinaamse regisseur woonde meer dan twee jaar in het land, en maakte de documentaire Onbekend, Onbemind over dit onderwerp.
In de docu komt een divers palet aan Surinamers aan het woord, de één wat uitgebreider dan de ander, die uitleggen hoe het vroeger en nu is om homo of lesbienne te zijn in hun land. Jermil wachtte bijvoorbeeld tot hij naar Nederland verhuisde om het zijn moeder te vertellen, en Lucien noemde zichzelf gewoon nooit ‘zo’ omdat hij het ziet als iets negatiefs. Rashida werd pas geaccepteerd door haar moeder toen een paar tantes hardop zeiden dat ze er oké mee waren dat zij lesbisch is.
Videos by VICE
Ik belde Sabrina Sugiarto om te praten over haar film, de keuzes die ze maakte en het huidige beeld van homoseksualiteit in Suriname.
VICE: Hoi, Sabrina. Hoe kwam je op het idee om een documentaire over dit onderwerp te maken?
Sabrina Sugiarto: Een tijdje geleden hoorde ik over een anti-homolied uit Suriname. Daar schrok ik van, het was mij toen ik er woonde nooit opgevallen dat de Surinaamse gemeenschap zo homo-onvriendelijk is. Ik woonde destijds samen met Surinaamse homo’s in een groot huis met een gedeelde keuken. Het was me als Amsterdammer niet ontgaan dat ze homo waren, maar er werd nooit echt over gesproken, dus ik had nooit het idee dat zij het zo zwaar hadden. Toen ik dat liedje hoorde, belde ik mijn neefje in Suriname op. Die zei: “Nee, dat klopt. Er moet hier nog best wel wat gebeuren op dat gebied.”
Waarom wilde je juist over dit onderwerp een documentaire maken? Je bent zelf hetero.
Toen ik in Suriname woonde, had ik echt het gevoel dat ik erbij hoorde, op een andere manier dan in Nederland. Hier ben ik het Surinaamse meisje, daar ben ik net als iedereen Surinamer. Daar merk je ook dat iedereen erbij hoort, ook al ben je islamitisch of iets anders. Een moskee kan naast een synagoge staan. Suriname stond voor mij voor samenhorigheid. Dus toen ik dit hoorde, dacht ik: huh? Surinamers zijn toch helemaal niet zo?
Dus homofobie strookte niet met jouw beeld van Suriname als een echte smeltkroes waarin iedereen wordt geaccepteerd.
Ja, ik geloofde het niet. Hoe kon mij dit niet opgevallen zijn? En hoe kunnen ze daar zo hard in zijn? In mijn geïdealiseerde beeld van Suriname kwamen wel wat scheurtjes.
Onbekend, Onbemind is een documentaire met talking heads, waar je veel verschillende mensen voor hebt gesproken. Hoe heb jij je hoofdpersonen geselecteerd?
Tijdens de research voor de film luisterde ik veel naar verhalen van mensen. Aanvankelijk wilde ik Surinaamse homoseksuele mannen die in Nederland woonden interviewen, en andersom, dus mannen in Suriname. Maar we wilden ook de diversiteit in de gemeenschap laten zien, dus toen hebben we ook transgenders gesproken – eentje in Suriname, eentje in Nederland. Degene in Nederland kon zijn wie ze was, maar degene in Suriname moest als man naar haar werk en kon alleen vrouw zijn in haar vrije tijd. Die dagelijkse transformatie vonden we mooi. Maar op het laatste moment ging het toch niet door.
Gebeurde dat vaak, dat personages afzegden?
Ja. Iedereen die ik sprak vond het interessant om mee te doen, maar zodra de camera erbij kwam, belden ze toch af. Bijvoorbeeld omdat gezinsleden niet akkoord gingen, of omdat hun moeder het toch nog niet bleek te weten. Uiteindelijk werd de rode draad wat er sinds de onafhankelijkheid van Suriname is veranderd binnen de homogemeenschap. We hebben gewerkt met generatieverschillen: mijn hoofdrolspelers vertellen hoe het toen en hoe het nu is, en waar we nog kunnen verbeteren. Ik en mijn collega’s wilden dat het meer een film zou worden om het gesprek weer op gang te brengen. Dat bleek de rode draad: iedereen wilde wel, maar durfde er niet over te praten. Het is nog steeds taboe.
Hoe komt dat? Wat heb je ontdekt tijdens het maken van de film?
Er is veel onwetendheid. Het wordt door sommige Surinamers nog steeds gezien als een ziekte. Dan merk je dat mensen denken dat homo’s vies en raar zijn. Het is ook iets christelijks – dat is de grootste religie daar, en iedereen gaat nog steeds trouw naar de kerk op zondag.
Gloria Wekker zegt in je film: “Praten over [homo]seksualiteit is een westers ding. Dat beschouwen we als een noodzakelijk iets. Een traject dat je moet doorlopen om uit de kast te komen. Dat is niet zo in de Afro-Surinaamse volksklasse.” Hoe zie jij dit als westerse filmmaker? Je laat je hoofdpersonen ook praten over hun ‘traject’.
Ik ben zelf half Surinaams, en bij ons in het gezin waren er geen homo’s, maar het was wel eigen als Surinamer om niet je vuile was buiten te hangen. Het aanzien voor de buurman en andere mensen om je heen, dus de mooie buitenkant laten zien, dat is een cultureel ding. Homoseksualiteit wordt dus niet besproken. De reputatie van de familie is belangrijk: er wordt meer over je gepraat als je homoseksueel bent, en dat wil je niet hebben. Sommige jongens die ik sprak, hebben het hun moeder nooit echt verteld, zodat die het altijd kan ontkennen, want “mijn zoon heeft het nooit gezegd”. Dat gunnen die zonen hun moeder dan, zodat die het niet hoeft te doorstaan. Je praat als Surinamer niet over iets dat je minder maakt dan een ander.
Maar hoe heb je je kandidaten dan alsnog overgehaald?
Een paar stonden erom bekend dat ze juist heel erg uitkwamen voor hun seksualiteit, anderen kwamen uit een hogere sociale klasse, waar het kon. Maar Don hebben we bijvoorbeeld pas op het laatste moment kunnen overhalen. Hij zei: “Ja, is goed, maar dan moet je nú komen.” Het was de camera aan en gaan. Ik ben een soort guerrillafilmmaker. Dan haal je het er wel uit.
Hoe ging dat? Don is een van de meest open karakters, vond ik. Hij vertelt dat hij op school werd geslagen en altijd smoesjes verzon om niet te hoeven gaan.
Dat was een van de mooiste interviews, omdat het zo echt was. Ik zette het tegenover Rick, iemand die veertig jaar geleden ongeveer hetzelfde meemaakte. Die had een strenge vader en werd gepest in de kleedkamers van zijn school. Daar gooiden de andere jongens vuile sokken en de inhoud van de vuilnisbak over hem heen. Dan merk je dat de situatie niet heel erg is opgeschoten in die veertig jaar.
Is er iets veranderd door Onbekend, Onbemind ?
Het wordt uitgezonden op televisie daar en op scholen gebruikt. Dan merk je dat mensen zeggen: “Ik begrijp het nu beter.” Ik merk het ook in mijn omgeving. Mijn eigen zwager hielp tijdens de documentaire met de belichting. Hij is pas negentien, en door de film uit de kast gekomen. Tijdens de première in Suriname zei hij tegen me: “Ik hoorde al die interviews en het was heartbreaking, maar het heeft me wel over de drempel getrokken. Ik kreeg meer te zien van Surinamers die ook door hetzelfde gingen, en snapte zo dat ik ook zo ben.” Je hoort natuurlijk niet alles wat de film heeft gedaan, maar dit is een stap.
Zit er wel schot in de zaak, volgens jou?
Het wordt beter. Er worden commercials gemaakt over homoseksualiteit en grote bedrijven passen hun cao-wetten aan, zoals oliemaatschappij Staatsolie Suriname, zodat je partner bij jouw mogelijke overlijden een uitkering krijgt. Achter de schermen worden er echt goede stappen genomen op het gebied van homo-emancipatie. Daarin is Suriname wel een voorloper in het Caribische gebied.
Onbekend, Onbemind draait op het International Queer & Migrant Film Festival in Amsterdam, op 11 december 2016 in het Bijlmer Parktheater en op 14 december 2016 in het Laaktheater.