Jeukende ogen, een geïrriteerde huid. Niesbuien, de een nog snotteriger dan de ander. Het pollenseizoen is in volle gang, en het ziet er niet naar uit dat we daar als mensheid op korte termijn van af zijn. Integendeel.
Zelf woon ik in Parijs, waar de berkenbomen in maart al lekker met hun pollenfeestje beginnen, op de voet gevolgd door de platanen en lindebomen. Volgens de gemeente heeft zo’n 40 procent van de 200.000 bomen in de stad een “hoog allergeen potentieel”. Naast Parijs zijn Melbourne, Canberra, Tokio en Londen de meest hooikoortsgevoelige steden ter wereld.
Videos by VICE
Volgens een rapport uit 2016 van de Wereld Allergie Organisatie heeft tussen de 12 en 40 procent van de wereldbevolking last van seizoensallergie, afhankelijk van de locatie – met Oceanië als koploper. In datzelfde rapport stond ook dat er de afgelopen jaren vrijwel overal steeds meer pollenallergieën voorkomen. Uit een ander onderzoek onder zeventien Europese landen bleek dat 71 procent van de mensen meer last had van pollen, en voor 65 procent het pollenseizoen ook langer duurde. De voornaamste reden: klimaatverandering.
“Pollen spelen een cruciale rol in de reproductie van planten,” zegt Gilles Oliver van Réseau National de Surveillance Aérobiologique (RNSA), een Franse organisatie die pollen monitort. Dat neemt alleen niet weg dat het menselijke immuunsysteem pollen als agressor herkent, als we er niet genoeg aan worden blootgesteld. “Daarom hebben mensen die op het platteland zijn opgegroeid waarschijnlijk minder last van allergieën dan mensen uit de stad – in theorie althans,” zegt Oliver.
Dit is een van de hypothesen die onderzoekers hebben bedacht om antwoord te geven op de vraag waarom mensen wereldwijd meer last hebben van pollenallergieën. Want mensen gaan inderdaad steeds meer in de stad wonen – de Verenigde Naties schatten in dat in 2050 zo’n 68 procent van de wereldbevolking in stedelijke gebieden leeft. Tegelijkertijd worden steden vaak steeds groener, omdat stadsplanners dat waardevol vinden voor onze gezondheid.
Maar de verstedelijking is zeker niet de enige boosdoener. In de afgelopen vijf jaar is die eigenlijk alleen in Azië en Afrika echt hard gestegen, maar in de andere continenten is de verstedelijking vrij stabiel gebleven – vooral in Oceanië, het werelddeel dat juist het gevoeligst is voor pollen. Dat zou volgens Oliver ook met onze hygiënegewoontes te maken kunnen hebben. “We maken te veel schoon,” zegt hij. “We zijn het niet meer gewend om met allergenen in aanraking te komen, en daardoor herkent ons lichaam sommige dingen als vijand, terwijl dat helemaal niet nodig is.”
Te veel schoonmaken zou je snotneus dus erger kunnen maken, maar Oliver denkt niet dat dit de voornaamste reden is dat er meer mensen allergisch zijn. Dat is wat hem betreft eerder luchtvervuiling. “Daar gebeuren twee dingen,” zegt Oliver. “Als je ergens allergisch voor bent, verzwakt dat je luchtwegen, waardoor je makkelijker ziek kunt worden. Daarnaast worden de pollendeeltjes door de luchtvervuiling in de lucht afgebroken, waardoor ze dieper in je ademhalingssysteem kunnen doordringen.”
Vervuiling en pollen hebben op meerdere manieren met elkaar te maken, vooral wanneer het aankomt op CO2, dat 76 procent van alle broeikasgassen vertegenwoordigt dat door mensen wordt uitgestoten. Bomen hebben CO2 nodig om te groeien, een proces dat ook wel fotosynthese wordt genoemd. “En wanneer er meer CO2 in de lucht komt te zitten, groeien planten sneller en komen er meer pollen vrij,” zegt Oliver. Aangezien het CO2-gehalte sinds de jaren vijftig gestaag aan het stijgen is, en afgelopen april nog een fors record verbrak, zit het er dik in dat ons allergieprobleem er niet veel minder op wordt.
Los daarvan speelt ook de manier waarop we bomen planten een rol. Tuinarchitecten geven bijvoorbeeld vaak de voorkeur aan mannelijke bomen, omdat die geen zaadjes of vruchten afwerpen die moeten worden opgeruimd – ook wel ‘botanisch seksisme’ genoemd. Daar staat tegenover dat mannelijke bomen wel weer meer allergene pollen produceren. Stadsplanners kiezen over het algemeen vaker bomen op basis van hun esthetische waarde, en niet zozeer op basis van de impact die ze op allergieën hebben.
“We planten berkenbomen omdat we ze mooi vinden,” geeft Oliver als voorbeeld. Maar een onderzoek uit 2019 wees uit dat berkenpollen ondertussen wel mooi een van de belangrijkste oorzaken van allergieën op het noordelijk halfrond zijn.
“Gelukkig is het nog steeds mogelijk om deze pollen in de stad onder controle te krijgen,” zegt Mathilde Renard, landbouwingenieur op de milieuafdeling van de gemeente Parijs. Het is een van hun hoofdstrategieën om meer verschillende soorten bomen in de stad te planten, vooral omdat de meeste mensen alleen allergisch zijn voor pollen van bepaalde bomen als de concentratie daarvan hoog is.
Er worden nu meer dan 160 soorten gebruikt om de stad opnieuw te beplanten, zegt Renard. “De burgemeester van Parijs heeft ook verboden om allergene soorten als berkenbomen te planten in kwetsbare gebieden, zoals bij scholen of kinderdagverblijven,” zegt ze. En daarnaast zetten belangengroepen voor mensen met allergieën zich in om bomen te laten planten die weinig pollen afgeven, zoals ceders en moerbeien.
Parijs heeft ook het project Sentinel Pollinarium opgezet, dat drie weken van tevoren moet kunnen inschatten of er grote pollengolven aankomen. Het Nederlandse Pollennieuws heeft ook grafieken op z’n site waarop je kunt zien wanneer je voor welke pollen op moet passen, en op deze kaarten van de Medische Universiteit van Wenen zie je in realtime welke plekken het meeste door pollen worden getroffen, zodat je je reizen kunt plannen zonder al te veel allergische aanvallen te krijgen.
Verder is er helaas weinig dat je tegen allergieën kunt doen, behalve ermee om leren gaan. En weet dus dat wanneer je weer eens met betraande ogen in de lucht zit te niezen, het weinig zin heeft om dat Moeder Natuur kwalijk te nemen – we hebben het er ook een beetje zelf naar gemaakt.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk bij VICE Frankrijk.
Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.