In 1985 vond in Brussel het Heizeldrama plaats, waarbij 39 doden vielen. De finale van de Europacup 1 werd hier gespeeld, tussen Liverpool en Juventus, en nadat Britse supporters het vak van de Juventus-fans hadden bestormd braken er gewelddadige rellen uit. Het werd een van de grootste rampen in de Belgische voetbalgeschiedenis.
Belgische hooligans hadden zich tot dan toe meestal wel gedeisd gehouden, maar kregen toch met een hoop veranderingen te maken: om het stadion veiliger te maken werden ze beperkt in hun vrijheden, en de politie inspecteert er sindsdien ook vanuit de stadions lustig op los. Ook de hooligans van Anderlecht, de Brussels Casual Service, zijn geregeld voor de rechtbank verschenen. En niet alleen voor rellen rondom wedstrijden – ook buiten het stadion vergrijpen ze zich aan misdaden.
Videos by VICE
Schrijvers Louis Dabir en Barthélémy Gaillard volgden de BCS anderhalf jaar lang voor hun boek Gang of Brussels, waarin ze meerdere belangrijke leden hebben geportretteerd. Ze hemelen de hooligans niet zozeer op, maar hebben er wel een intiem portret van de groep van gemaakt – een wereld van synthetische drugs, housemuziek, misdaad en broederschap.
VICE: Jullie zijn vooral bekend als voetbaldeskundigen. Waar komt jullie interesse in hooligans vandaan?
Barthélémy: Louis is al langer geïnteresseerd in wat zich afspeelt op de tribunes, en we schreven er ook al eerder over voor VICE Sports. Zelf ben ik vooral geïnteresseerd in de rafelrandjes van de sport, omdat ze altijd de excessen laten zien. Ik was bijvoorbeeld ook al eerder betrokken bij een onderzoek naar mensenhandel in het Afrikaanse voetbal en de Afrikaanse transfermarkt.
Louis: Ik ben al gegrepen door de sfeer op de tribunes sinds ik in 1995 op mijn tiende voor het eerst bij een wedstrijd van PSG was, in het Parc des Princes. Het publiek brengt het stadion tot leven en maakt de wedstrijd boeiender – nu er vanwege het coronavirus in veel stadions zonder publiek wordt gespeeld zie je dat des te duidelijker. Toen we in Frankrijk voor VICE Sports schreven, wilden we onze lezers kennis laten maken met de subcultuur van supporters in de breedste zin van het woord, van ultra’s tot hooligans.
Waarom zijn jullie in de wereld van de BCS gedoken? Er zijn in Frankrijk toch ook wel hooligans?
Louis: We hebben maanden geprobeerd om met Franse hooligans in contact te komen, maar het mocht niet baten.
Barthélémy: We hadden de kans om een van de leiders van BCS te ontmoeten dankzij Hadrien Duré, een Brusselse fotograaf die de ondergrondse kringen van de stad goed kent. Het eerste artikel dat we over ze schreven beviel ze goed. We begrepen dat de groep een soort gangsterachtige identiteit heeft die veel verder gaat dan voetbal, wat vrij uniek is in het West-Europees hooliganisme. Ik vind hooliganisme niet alleen fascinerend vanwege de rellen, maar ook omdat het gaat om mensen die tot een groep willen behoren en zichzelf een identiteit aanmeten.
“Nadat ze zagen dat we daar echt werk van maakten en een uitgever hadden gevonden, regelden zij dat we een paar belangrijke mensen konden spreken.” – Barthélémy
Ik moet denken aan een scène uit Hooligans, waarin men erachter komt dat de hoofdpersoon (Elijah Wood) journalist is en er niet veel later een seksscène volgt. Wist iedereen bij de BCS eigenlijk wel wie jullie waren?Barthélémy: Vanwege dat eerste artikel hadden we al een beetje een vertrouwensband gecreëerd met twee van de leiders, die hadden gezegd dat het ze leuk zouden vinden als we een boek zouden schrijven over de geschiedenis van de groep. Nadat ze zagen dat we daar echt werk van maakten en een uitgever hadden gevonden, regelden zij dat we een paar belangrijke mensen konden spreken. We hebben altijd met open vizier kunnen werken, maar als je verwacht dat er ook bij ons een seksscène was dan moet ik je helaas teleurstellen. Al hebben ze ons geregeld naar ons bed moeten slepen omdat er te veel drank in het spel was.
Wat betekent dit boek voor deze hooligans?
Barthélémy: De mensen die we spraken waren meestal in de veertig, en hadden zo’n 25 jaar ervaring als hooligan. Sommigen zijn opgepakt door de politie of hebben de boetes aan elkaar gerijgd, waardoor ze niet heel actief meer zijn – of ze hebben minder tijd omdat ze nu een gezin hebben. Dit boek is voor hen dus een kans om het verleden weer tot leven te brengen en de naam BCS levend te houden.
Louis: We kunnen ook andere groepen in België en heel Europa ermee laten zien dat de BCS nog altijd meetelt in de scene.
Barthélémy: Zover wij weten zijn ze erg tevreden met het resultaat.
“We wilden ons echt vooral laten onderdompelen in de sociale ontwikkelingen in de gemeente Anderlecht. De Belgische onderwereld, de housemuziek en de synthetische drugs, die steeds toegankelijker werden in de jaren negentig.” – Barthélémy
Je hoeft niet per se van voetbal te houden om dit interessant te vinden.
Louis: We wilden inderdaad geen boek maken dat alleen maar gaat over voetbal en rellende supporters. En als we de reacties mogen geloven is dat ook aardig gelukt.
Barthélémy: We wilden ons echt vooral laten onderdompelen in de sociale ontwikkelingen in de gemeente Anderlecht. De Belgische onderwereld, de housemuziek en de synthetische drugs, die steeds toegankelijker werden in de jaren negentig. Alles waar deze jongens mee in aanraking kwamen.
Hoe zag dat er concreet uit?
Barthélémy: We volgden ze overal naartoe, terwijl ze dingen deden die ze normaal gesproken ook zouden doen. We interviewden ze in cafés, waar ze vaak sowieso al met z’n allen zaten. We zaten met ze in het stadion, gingen mee naar de rechtbank, en ook naar een gigantische barbecue. Hoe meer tijd je met mensen doorbrengt, hoe meer je begrijpt hoe ze van nature zijn.
Over de rechtbank gesproken: het voelt een beetje alsof men dat voor lief neemt, en het onvermijdelijk is om op een gegeven moment de bak in te gaan.
Barthélémy: De leden van de BCS zijn natuurlijk niet allemaal hetzelfde: het is een samenleving in het klein, die bestaat uit leiders, volgers, feestbeesten, strijders, bedriegers, goede zielen, maar ook geweldplegers. De een gedraagt zich braver dan de ander, dus ook de risico’s verschillen nogal. Veel leden vinden absoluut dat BCS ze kansen biedt: om vrienden te ontmoeten, feest te vieren, of hun netwerk uit te breiden. De risico’s die dat met zich meebrengt accepteren ze. Het is een veronderstelde levenskeuze, waar je soms na al die jaren moeilijk van terug kan komen, maar toch: een keuze.
De Belgische hooligancultuur wordt logischerwijs sterk beïnvloed door de Engelse, maar jullie zeggen dat West-Europese hooligans eigenlijk helemaal niet zoveel te maken hebben met de georganiseerde misdaad. Hoe zit dat?
Barthélémy: In de Balkan en Zuid-Amerika zijn dit soort verbanden bewezen en vastgelegd, maar hier is dat veel minder. Er zijn wel bekende figuren geweest die betrokken waren bij criminaliteit, zoals Fabrizio Piscitelli – de voormalige leider van de ultra’s van Lazio Roma, die vermoord werd omdat hij betrokken was in een drugszaak. Of Christopher Rauch, de Duitse hooligan die tijdens het WK 1998 een Franse politieagent in elkaar had geslagen, die daarna blijvend verlamd raakte. Rauch bleek een paar jaar later drugsdealer te zijn geworden. Binnen de BCS zijn er niet echt zulke individuen die eruit springen, maar ze hebben wel een bepaalde groepsdynamiek.
Louis: Dat gaat dan om leden die zijn opgegroeid met de wetten van de straat, en al van jongs af aan kleine diefstalletjes pleegden. Toen ze elkaar vonden op de tribunes van Anderlecht werden ze vrienden, en gingen ze deel uitmaken van een hecht netwerk. En sommigen houden zich momenteel ook bezig met illegale activiteiten.
Barthélémy: Sommige mensen die een hoge positie binnen het criminele milieu hebben, helpen hun vrienden van de BCS aan posities die weliswaar wat lager zijn, maar ook goedbetaald. Daardoor belanden ook zij weleens in de misdaad.
Louis: In een ander land zou dat veel meer moeite hebben gekost.
“Sommigen houden zich momenteel ook bezig met illegale activiteiten.” – Louis
Hoe verklaar je dat BCS zo’n toevluchtsoord is geworden, en er zoveel hechte vriendschappen ontstaan?
Barthélémy: Er zijn ook genoeg leden weggegaan: Luc is bijvoorbeeld zeven jaar weg geweest en Xavier verhuisde naar Duitsland om meer tijd te besteden aan zijn gezin. Maar dat neemt niet weg dat er inderdaad veel hechte vriendschappen zijn, zoals je zegt. Het is lastig uit te leggen, maar tegelijkertijd ook wel logisch: als je je als jongvolwassene hier aansluit, een plek waar je veel adrenaline beleeft maar ook je geld verdient en vier avonden per week gaat feesten, neemt dat je hele leven over. Het vormt je voor de rest van je leven, dat zeggen ze allemaal.
In Oost-Europa zijn hooligans vaak erg politiek betrokken. De BCS zegt dat zelf niet te zijn, maar veel mensen zien hooligans alsnog als fascisten.
Louis: Deze groep heeft geen politieke kleur, maar dat betekent natuurlijk niet dat de leden geen politieke overtuiging kunnen hebben. Niemand wordt uitgesloten op basis van hun huidskleur of religie – het maakt niet uit waar je vandaan komt, zolang je maar toegewijd bent. De leiders proberen racistische ideeën in de groep te bestrijden, maar als er vijfhonderd man zijn is het lastig om iedereen goed in de gaten te houden.
Barthélémy: Sommigen hebben xenofobe dingen gezegd, en moeten niet zoveel hebben van mensen met een Marokkaanse achtergrond, maar dat heeft vooral te maken met een soort territoriaal conflict: in Brussel delen hooligans en Belgen van Marokkaanse afkomst hetzelfde grondgebied, de wijk Saint-Guidon. Dat betekent nog niet dat ze het allemaal racistisch bedoelen.
Louis: Op mij komt het vooral over als een vertrouwensbreuk, ze kunnen moeilijk met elkaar samenleven.
Barthélémy: Het is duidelijk dat er spanningen zijn. In 2008 werd er gevochten tussen honderden hooligans en jongeren van veelal Marokkaanse afkomst, al greep de politie op tijd in. Er zaten toen ook laagopgeleide nationalisten bij, die swastika’s op muren aanbrachten of fascistische dingen riepen. Die hebben wat dat betreft deel uitgemaakt van de beweging, maar de groep an sich keurt dit allemaal niet goed – de grenzen zijn dus erg vaag en je kunt lastig zo’n hele groep fascistisch noemen. Veel leden zeggen ook dat ze hun jeugd vlak bij het stadion van Anderlecht doorbrachten met Belgen van Marokkaanse of Congolese afkomst, en dat er flink wat drank en drugs werd gebruikt. Bij de huidige generatie zou dat veel minder het geval zijn, omdat ze zich strikt aan de wetten van de islam houden.
Er is ook ophef ontstaan nadat hooligans een nazigroet zouden hebben gedaan. Schrokken ze daar zelf van?
Louis: Ze begrijpen dit soort reacties vaak niet zo. Mensen moeten zich ook bewust zijn van het beeld dat je hiermee creëert, en ik geloof dat dat vaak niet helemaal het geval is.
Barthélémy: Doordat ze als nazi werden neergezet, werd hun wantrouwen en onbegrip voor de maatschappij alleen nog maar groter.
De leiders van de BCS gaan ervan uit dat ze op een gegeven moment worden opgevolgd, maar tot nu toe hebben ze hun pensioen steeds uitgesteld en blijven ze lekker actief, zoals vorig jaar december in Luik.
Louis: We hebben lang gedacht dat de beweging wat op zou drogen, omdat sommige leden van de harde kern het wilde overdragen omdat ze zich op hun gezin of baan wilden focussen. Maar de nieuwe generatie blijkt het lastig te vinden om nieuwe leiders te vinden die de boel op sleeptouw nemen.
Barthélémy: Er zijn zeker wel jonge mensen die dat zouden kunnen doen, maar de hooligan-beweging is niet meer zo populair als vroeger. De klassieke vorm van hooliganisme – rellen rond de stadions – is ook steeds lastiger vol te houden, zeker sinds in 1999 de voetbalwet inging. Nu zijn er camera’s, boetes, spotters en is het verboden om rondom het stadion in grote groepen samen te komen. Confrontaties vinden nu in kleinere groepen plaats, in de bossen bijvoorbeeld. Ze gaan dan freefighten.
Louis: En BCS-leden die dat niet doen zoeken andere mogelijkheden om te blijven vechten, dat is ook precies wat toen in Luik gebeurde.
“Het voetbal is toegankelijker wanneer het goed georganiseerd is. Maar die spontaniteit, de folklore, die gaan we niet meer terugzien.” – Louis
Is de spontaniteit van vroeger een beetje zoekgeraakt?
Barthélémy: Hooligans kunnen niet meer urenlang in cafés of rond de stadions hangen met zoveel mensen. De oudere hooligans die we spraken hebben ook niet zoveel met freefighten, dat veel minder vrij is dan de naam doet vermoeden. Een gevecht dat we bij mochten wonen was al maanden van tevoren georganiseerd. De groepen moesten even groot zijn – tien tegen tien, in dit geval – en de vechters mochten niet ouder zijn dan 25 jaar. Iedereen had een gebitsbeschermer en iets voor zijn kruis – het was bijna een MMA-gevecht. Het trok het soort jongens aan dat minder geeft om voetbal en meer om vechten: uitsmijters, sportschoolfanaten, vechtsporters.
Willen de autoriteiten niet gewoon hooligans laten verdwijnen om zo het voetbal toegankelijker te maken?
Barthélémy: Zeker. Het is ook de vraag of voetbal dit soort ruwheid nodig heeft om zijn rebelse, maar ook feestelijke karakter te houden. Iedereen moet er ook van kunnen genieten.
Louis: Ik vind dat een lastige. Het lijkt me niet goed als hooligans vechten op plekken waar ook kinderen komen, en voetbal is toegankelijker wanneer het betaalbaar en goed georganiseerd is. Maar die spontaniteit, de folklore, die gaan we niet meer terugzien.
Volg VICE België ook op Instagram.