“You just punch the clock / Too scared to punch your boss!” – Dead Kennedys
Ik heb mijn baas in z’n gezicht geslagen omdat hij zei dat hij me minder zou gaan betalen. Ik vertelde hem dat hij m’n kont kon kussen en liep weg. Hij achtervolgde me en eiste een verklaring waarom ik vertrok; ik zei dat ik te weinig betaald kreeg in verhouding tot wat voor klootzak hij was. Met zijn mond vol tanden stelde hij voor om het uit te vechten.
Videos by VICE
We begonnen meteen te knokken op de stoep terwijl een aantal gasten ons in het Spaans aanmoedigden. Achteraf kwam ik erachter dat hij niet had verwacht dat ik echt met hem zou vechten; hij had gebluft. Maar ik pakte hem flink aan: met de ene hand pakte ik hem bij z’n haar en met mijn andere hand sloeg ik hem herhaaldelijk op z’n bek. Ik trok een flinke pluk haar uit zijn hoofd, maar hij hield dapper vol en vroeg pas om een wapenstilstand nadat z’n linkeroog was dichtgezwollen.
Omdat ik het nu ook wel welletjes vond accepteerde ik z’n verzoek. “Leuk met je gewerkt te hebben,” zei ik, en ik probeerde weg te lopen, maar hij riep me terug. Hij was van gedachten veranderd en wilde me wel in dienst houden voor mijn oude loon. Ik had per ongeluk dus onderhandeld.
Ik had mijn vraagtekens al bij deze kerel moeten zetten toen hij tijdens het sollicitatiegesprek de andere werknemers afdeed als incompetent en lui. Maar dat verwacht ik tegenwoordig overal waar ik werk; werkgevers en werknemers hebben tegengestelde belangen, waar de eerste weet van heeft en de tweede een stevig geval van stockholmsyndroom voor nodig heeft om dit niet in te zien. Maar ik heb voor een flink aantal klootzakken gewerkt in mijn leven, en die betaalden allemaal slechter dan deze vent, dus dat werkte in z’n voordeel. Daarbij is werkloos zijn ook geen feest. Dus we schudden elkaar de hand en ik was aangenomen.
Op m’n eerste dag draaide een collega er niet omheen: de eigenaars van dit koeriersbedrijf maken bezorgschema’s waaraan niet valt te voldoen, en geven altijd de bezorgers de schuld als iets te laat bezorgd wordt (en nooit het chaotische verkeer in New York). De werknemers hielden het vol omdat het werk goed betaalde, maar ze haatten de bazen, en dit was wederzijds. Dit merkte ik ook zelf al snel. De expediteur beschuldigde me ervan geen idee te hebben hoe ik een truck moest besturen en dat ik samenzwoer met de andere bezorgers door te liegen over hoe lang de bezorgingen duurden. En het werd alleen maar erger. Snel hierna werd mij verteld dat ik over mijn werkervaring had gelogen en dat mijn loon daarom omlaag moest. De rest is geschiedenis.
In eerste instantie was ik euforisch over de vechtpartij. Omdat ik jarenlang onzin heb moeten slikken van een stel losers, alleen maar omdat het m’n werkgevers waren, had ik nu eindelijk het idee dat ik op een goede manier voor mezelf was opgekomen. Maar nog voordat m’n knokkels waren genezen dacht ik hier anders over.
Het eind van de 20ste eeuw zat vol met tegenslagen voor de georganiseerde arbeid in de VS. Het ontslaan van stakende luchtverkeersleiders door Ronald Reagan in 1981 was slechts het meest zichtbare voorbeeld van een harde anti-vakbondtendens die tot vandaag de dag aanwezig is. Dit resulteert in de onderwaardering van arbeid in veel sectoren, het verlies van arbeidsvoordelen en fulltime posities en een algehele daling van de levensstandaard voor de Amerikaanse arbeidersklasse. Het is moeilijk om deze trend terug te draaien, aangezien de bestaande vakbonden constant worden aangevallen en anti-vakbondwetgeving het moeilijk maakt om je te mobiliseren.
De meeste arbeiders staan er nu helemaal alleen voor. Ze zijn beroofd van hun baanzekerheid, geïsoleerd van hun collega’s, en zo hard bezig met het behouden van meerdere baantjes en het verzorgen van hun gezin dat ze geen tijd over hebben voor andere dingen, zelfs als ze besluiten dat mobilisering het risico van ontslag waard is. Een vriend van mij heeft een baan bij Walmart, en het eerste wat ze hem daar vertelden was dat vakbonden honderd jaar geleden noodzakelijk waren, en dat men tegenwoordig bij de manager kan aankloppen om conflicten op te lossen.
Is dat niet precies wat ik heb gedaan?
Dus ondanks het feit dat het goed voelde om mijn baas in z’n gezicht te slaan, belichaamde ik slechts de met onmacht doordrongen positie van de moderne arbeider. In plaats van een samenwerking met mijn medearbeiders aan te gaan door een vakbond te vormen waarmee we kunnen vechten voor een hoger loon, een lagere werkdruk en de mogelijkheid om te staken, stond ik er alleen voor.
Het feit dat ik kreeg wat ik wilde is irrelevant, aangezien 99,99% van de gevallen van geweld tegen een baas niet voordelig zullen uitpakken. Ik ben niet christelijk; ik zie niet af van geweld vanwege morele of tactische overwegingen en ik heb geen ethisch bezwaar tegen wat ik heb gedaan. Maar het slaan van je baas is geen alternatief voor daadwerkelijk terugvechten, wat slechts samen mogelijk is.