Amsterdammers en toeristen zijn op z’n zachtst gezegd geen erg gelukkige combinatie. Dat komt in eerste instantie doordat er echt best wel veel toeristen in Amsterdam zijn, en in tweede instantie omdat Amsterdammers van nature de neiging hebben om elke gelegenheid aan te grijpen om het eens goed op een kankeren te zetten. Het is op de grachten nog geen Barcelona, waar actiegroepen de banden van huurfietsen leksteken en waar toeristenbussen worden beklad door boze Barcelonezen die het wel welletjes vinden met die roodgenekte Hollanders en Britten die hun woonplezier komen bederven, maar dat kan niet lang meer duren.
Ik vind zelf ook dat het allemaal best wat minder zou mogen met het massatoerisme in de stad waar ik probeer wat van mijn leven te maken, maar dat betekent niet dat ik geen sympathie heb voor de mensen die van ver komen om hier een leuk weekendje of midweekje door te brengen. Ik gun het die mensen bijvoorbeeld niet om voor veel te veel geld heel slecht te eten in een restaurant dat erop is ingericht om de onwetende toerist zo snel mogelijk weer buiten te hebben, zodat de volgende lading nietsvermoedende vakantiegangers geld uit de heuptas geklopt kan worden.
Videos by VICE
Dit restaurant bestaat namelijk. Het heeft de inspirerende naam Steakhouse Pizzeria Amsterdam, en is gelegen in de Damstraat, om de hoek bij de Dam, een plek waar toeristen graag komen omdat het een groot plein is en toeristen om de een of andere reden vaak en graag op grote pleinen rondhangen, ondanks het feit dat er op die grote pleinen doorgaans niet veel meer te doen is dan beroofd worden terwijl je staat te kijken naar een volwassen man die er zijn beroep van heeft gemaakt om, verkleed als Batman, zo weinig mogelijk te bewegen.
De 448 recensies op Tripadvisor over Steakhouse Pizzeria Amsterdam variëren van slecht tot zeer slecht. 43 procent van de beoordelaars geeft deze eetzaal – restaurant is een te groot woord – één van de vijf sterren, 19 procent is iets positiever en geeft er twee. In veel van de mildere recensies wordt het eten afgedaan als ‘oké’, maar vrijwel iedereen klaagt over het onvriendelijke personeel.
Het lijkt er sterk op dat het businessmodel van deze tent eruit bestaat om onwetende mensen die moe zijn van de hele dag in de rij voor het Anne Frankhuis staan te naaien. Daarom besloot ik zo lang mogelijk in deze vreselijke vreetschuur door te brengen. Elke minuut dat ik hier een tafeltje bezet hield zouden anderen hier niet kunnen eten, zo was mijn gedachte.
Natuurlijk staat er op de avond dat ik dit offer breng een rij voor deze rottent. Weten al die mensen veel. En natuurlijk regent het deze avond. Gelukkig is het verloop in deze vreetschuur nogal groot; na een minuut of vijf mogen we – mijn tafelgenoot en ik – naar binnen. Het is 19:05 uur. Binnen zit het zo vol met mensen dat het moeite kost om me een weg te banen naar het tafeltje dat een man aan de deur ons toewees. Gelukkig heb ik wel de jackpot getroffen; het állerkutste tafeltje, naast de wc’s en lekker op de tocht, want de achterdeur staat ondanks het herfstweer open.
Het is dus de bedoeling om hier zo lang mogelijk te blijven, terwijl de hele zaak erop is ingericht mij en mijn tafelgenoot zo snel mogelijk weer weg te hebben, zo blijkt uit de vele recensies, en zal later op de avond blijken uit de bedrijfsvoering. De menukaarten liggen al op tafel, en nog voordat we die hebben opgepakt komt een meisje vragen of we al een keuze hebben gemaakt. Als we zeggen dat we nog eventjes moeten nadenken, bijvoorbeeld omdat we de kaart nog niet eens hebben aangeraakt, loopt ze weg, om letterlijk een minuut later terug te komen om haar vraag te herhalen. We bestellen twee biertjes, maar zeggen dat we nog even over het eten moeten nadenken. Als ze net weg is verschijnt een tweede ober op het toneel, die ook echt heel graag wil weten wat we willen eten. Je zou het attent kunnen noemen, maar je kunt het ook zien als een opdringerige poging om zo snel mogelijk eten op tafel te krijgen. Als het eerste meisje ons bier komt brengen – Bittburger, dat op de menukaart wordt aangeprezen als een bier dat ‘net als Amstel’ smaakt – bestellen we toch maar wat van de dingen op de kaart. Als voorgerecht een bruschetta met paddenstoelen en een kaasplankje, dat als voorgerecht op de menukaart wordt aangeprezen.
Ik was eigenlijk niet van plan om al te kritisch over het eten in deze tent te gaan zijn, want ik wist ook wel dat dit niet de meest verheffende gastronomische ervaring in de geschiedenis ging worden. Ik ga toch iets over het eten zeggen: Ik wil mezelf niet per se een connaisseur noemen, maar laat me je iets uitleggen over kaasplankjes. Ten eerste: kaasplankjes zijn geen voorgerecht. Ten tweede: als de ober op de vraag welke kazen er dan op dat plankje liggen “gele kaas, blauwe kaas, mozzarella en feta” antwoordt, bestel dit kaasplankje dan niet. Sterker nog: als de ober het woord ‘gele kaas’ in de mond neemt, is dat een uitstekende reden om op te staan, weg te lopen en niet te stoppen met lopen tot je zo uitgeput en hongerig bent dat je zin krijgt om zelfs bij een restaurant dat zichzelf ‘Steakhouse Pizzeria Amsterdam’ noemt te gaan zitten. Mijn tafelgenoot moet bijna kotsen als ze de blauwe kaas in haar mond steekt, en ik moet ook bijna kotsen omdat ik moet toezien hoe zij met een servetje het half opgekauwde stukje blauwe kaas uit haar mond probeert te vissen. Deze toeristentent was trouwens geen toeristentent geweest als dit kaasplankje niet zonder brood werd geserveerd. Natuurlijk bestellen we brood, en natuurlijk staat dit brood aan het eind van de avond voor 3 euro op de rekening.
Vergeleken bij dit kaasplankje was de bruschetta eigenlijk wel oké. Een stuk brood met paddenstoelen en fucking veel knoflook kan ook nauwelijks misgaan.
Je kunt in een tent die Steakhouse Pizzeria heet natuurlijk nauwelijks anders dan pizza en steak bestellen. Mijn tafelgenoot bestelt een Pizza Amsterdam (when in Rome…) en inmiddels staat de masochismekraan lekker open, dus bestel ik een mixed grill in plaats van een steak – meer stukken vlees, meer kans om dingen te verneuken.
Lees ook: Je kunt nu in Amsterdam een huis huren waarin koken verboden is
Deze hoofdgerechten komen ter tafel terwijl we nauwelijks aan het voorgerecht begonnen waren – het incident met de blauwe kaas moet hier nog plaatsvinden. Er is om de een of andere reden een oneindige hoeveelheid verschillende meisjes die in deze zaak rondrennen om bestellingen op te nemen, tafels schoon te vegen, eten rond te brengen en rekeningen op tafels te smijten. We sturen het meisje met de hoofdgerechten onder een welgemeend “yo, we zijn nog niet klaar met ons voorgerecht” terug naar de keuken, waarop een boze man, ongetwijfeld haar baas, met dezelfde borden terugkomt. “Sorry, de hoofdgerechten zijn al klaar,” zei hij, waarop ik netjes uitleg dat hij even zijn rust moest pakken en terug moet komen met die hoofdgerechten op een moment waarop het eten van een hoofdgerecht iets beter zou uitkomen, bijvoorbeeld nadat we klaar zijn met het eten van ons voorgerecht. Hier begint de irritatie. De mensen aan de tafel naast ons, die tegelijk met ons binnenkwamen, zijn inmiddels uitgegeten. Hun plek wordt direct opgevuld door nieuwe, nu nog hongerige reizigers.
Over de hoofdgerechten kan ik kort zijn: wie heeft ooit bedacht dat kalfsbacon op pizza een ding is? En waarom is één van de vleessoorten in de mixed grill ‘zool van een Croc’? Ik durf het niet te vragen. De taaiheid van het vlees is wel een goed excuus om drie kwartier te doen alsof ik heel erg fanatiek aan het eten ben. Alleen het snijden voor wat voor een lap biefstuk moet doorgaan kost me al een minuut of tien. Mijn tafelpartner heeft inmiddels verklaard nooit meer te willen eten. Ondertussen neemt de derde shift plaats aan de tafel naast ons. Als deze mensen eenmaal zitten, moeten ze allemaal weer opstaan en naar buiten, omdat er blijkbaar een ander groepje mensen was dat al langer stond te wachten. Ondertussen komt vanuit de keuken een kok met twee volle vuilniszakken in zijn handen gebanjerd, op weg naar de achterdeur, waar een container staat. Die Tripadvisor-recensies lezen is één ding, ze leven is een tweede.
Ondertussen is er twee keer iemand langsgekomen om te vragen of we al uitgegeten zijn, ondanks de nog voor zeker de helft gevulde borden. Het is niet echt zo dat we nog heel veel meer gaan eten, maar het idee was om hier zo lang mogelijk te blijven. Om het lot te tarten bestel ik een glas wijn, die op de kaart Merlot wordt genoemd. Ik krijg een glas ijskoud sap, dat duidelijk met water is aangelengd (dit is waarschijnlijk de reden dat de wijnen alleen per glas, en niet per fles worden geserveerd).
We zitten inmiddels ruim twee uur in Steakhouse Pizzeria, als we besluiten dat het tijd wordt om hier een eind aan te maken. De rij voor de deur is opgedroogd, als we nu weggaan komt er waarschijnlijk toch niemand meer voor ons in de plaats. Als de ober bij het afruimen van de tafel vraagt of we nog iets willen hebben, kan ik de verleiding toch niet weerstaan om nog een kopje koffie te bestellen. Ik krijg een Nespresso.
Steakhouse Pizzeria begint aardig leeg te lopen, het is inmiddels bijna 21:30 uur – tijd om op te stappen. Als ik de rekening probeer te vragen is dat plotseling een hele opgave. Alle meisjes en mannen die de hele avond min of meer in de rij stonden om gasten te bedienen, zijn nergens meer te bekennen. Als het na tien minuten toch lukt om de rekening op tafel te krijgen, staat daar onder de streep precies 78 euro over. Noem me een gierige Hollander, maar ik vind dat best veel geld voor vier glazen drank, twee zeer matige tweegangenmaaltijden en een kopje koffie.
Hoewel ik mezelf had voorbereid op een teleurstellende eetervaring, viel dit niet bepaald mee. Maar ik heb er toch iets mee bereikt. Niet dat ik de illusie heb dat de uitbaters van deze tent naar aanleiding van dit stuk de bedrijfsvoering drastisch omgooien, maar ik heb in de tijd dat ik hier een vierpersoonstafel bezet hield toch zeker twaalf mensen van deze vreselijke ervaring behoed. En nu maar hopen dat die niet alle twaalf hebben gedineerd bij de wafelbakker aan de overkant van de straat.