Drie jaar geleden schreef ik me in voor een vipassana-retraite: een stilteretraite waar een vorm van inzichtmeditatie beoefend wordt. Tien dagen lang deelde ik een kamer met vier andere gasten en praatte ik met niemand. Ik mediteerde zo’n tien uur per dag en at maar twee dagelijkse maaltijden. Ik deed het om dezelfde reden dat ik naar Afghanistan afreisde tijdens ‘fighting season’, een zomer doorbracht op een vissersschip in de Noordzee en een week lang op niets anders dan ayahuasca leefde: het leek me een goed idee voor een VICE-artikel.
Ik haatte de vipassana-retraite, en als ik bereik had gehad in de Italiaanse bergen waar ik me bevond (ik had valsgespeeld door mijn telefoon mee te smokkelen), had ik een vriend gebeld om me te komen redden. Maar na afloop voelde het behoorlijk geweldig – vergelijkbaar met het einde van mijn middelbare schooltijd of het beëindigen van een ongezonde relatie.
Videos by VICE
No shit, zou je misschien zeggen: je mag na tien dagen afzien weer normaal eten, rukken en – ook niet onbelangrijk – praten. Maar naast de opluchting dat ik terugging naar mijn oude leven, merkte ik ook subtiele, maar positieve veranderingen in mijn blik op de wereld. Dat is waarschijnlijk de reden dat ik daarna nog eens vijf vipassana-retraites heb bezocht. Er zijn zo’n tweehonderd van dit soort retraites over de hele wereld. Ze bieden allemaal dezelfde cursus aan in verschillende talen. Zelf bezocht ik recentelijk retraites in Australië, Duitsland, Ierland en Californië.
De voordelen van meditatie zijn vrij goed wetenschappelijk onderbouwd: van het vergroten van je geluk tot het verbeteren van je gezondheid. Een vipassana-retraite biedt je tien dagen van stilte, wat op zichzelf gunstig is, omdat geluidsvervuiling een negatief effect heeft op de gezondheid van cardiovasculaire systemen en geassocieerd wordt met depressie en angstklachten.
In mijn geval zorgt stilte ervoor dat ik een rust in mijn lichaam voel en me bewust word van mijn bewegingen. Terwijl de onrust die alledaags lawaai veroorzaakt afneemt, krijg ik meer oog voor de schoonheid van de wereld om me heen.
Het woord vipassana komt uit het Pali. De betekenis komt neer op ‘dingen zien zoals ze echt zijn’. Op een spiritueel niveau is vipassana bedoeld als een methode om de geest te reinigen van alle bezoedeling. Dit klinkt misschien een beetje ‘Spanish Inquisition-y’, maar met ‘bezoedeling’ worden negatieve gedachten, neuroses, angsten en depressie bedoeld. Sommige mensen doorstaan één vipessana-retraite, zijn blij dat ze het hele gebeuren hebben overleefd, en merken vervolgens geen grote veranderingen in hun leven. Anderen geven het na de derde dag op, omdat het ze te veel aan een cult doet denken – wat eigenlijk ook niet heel gek is, gezien de regeltjes, de oude liturgische taal die er gebruikt wordt en de video’s van de (inmiddels overleden) Burmese onderwijzer die vipassana in het Westen introduceerde.
Mijn ervaring was anders. Na mijn eerste vipassana-retraite stopte ik met roken. Na de tweede stopte ik met drinken. Na de derde verzoende ik me met mijn vader. Het kostte me geen moeite: de behoefte om te roken en te drinken verdween gewoon, net als de behoefte om pissig te blijven op mijn pa. Na vijf retraites wil ik niet beweren dat ik perfect ben – verre van dat. Maar ik merk een verandering in mijn gedrag die doet vermoeden dat vipassana mijn hersenen geherconfigureerd heeft.
Richard Davidson, hoogleraar psychiatrie aan de University of Wisconsin, heeft onderzoek gedaan naar vipassana. Hij beschrijft tien dagen in zo’n retraite als een soort ‘rewiring’. Volgens Davidson is vipassana het soort mentale training die “je de middelen geeft om te pauzeren, om te waarnemen hoe makkelijk je geest tegenslagen overdrijft, om te merken dat dit een interessant mentaal proces is, en om vervolgens te voorkomen in een zwart gat gezogen te worden.”
Tijdens een tiendaagse cursus leer je twee types meditatie kennen: fixed attention and open monitoring. Als je niet praat of naar je telefoon staart is het verbazingwekkend hoe scherp je geest wordt. En als je eenmaal geconcentreerd bent, begin je je lichaam mentaal te ‘scannen’ en de sensaties die je voelt te waarnemen, zonder te bewegen of te reageren. Zelfs als je gefocust bent, is dat heel moeilijk. Je gedachten dwalen toch af, of je krijgt de neiging om te reageren op de pijn die je voelt als je de hele dag in kleermakerszit doorbrengt. Dit is simpelweg een gewoonte van je brein. Maar langzaamaan – in mijn ervaring gaat in een vipassana-retraite niets snel – beginnen je lichaam en geest samen te werken. Deze moeizame verandering van gewoonten heeft gevolgen gehad op bijna elk aspect van mijn leven. Het heeft een soort buffer gecreëerd tussen dingen die gebeuren en mijn reactie daarop. En door constant te oefenen is deze buffer na verloop van tijd steeds sterker geworden.
Het is allemaal een kwestie van perspectief, denk ik. Mijn mentale training heeft me in staat gesteld om dingen duidelijker te zien, en misschien ook wel met wat meer dankbaarheid. Je kan pissig worden omdat je een paar minuten langer in een rij moet staan, maar je kan je in plaats daarvan ook realiseren dat je op een constructie van botten staat, ademt via luchtzakken die van weefsel gemaakt zijn en dit allemaal begrijpt dankzij een immens krachtig brein.
In onderzoek naar vipassana wordt hersenactiviteit gemeten door middel van elektro-encefalografie (van die badmutsen waar elektroden aan vastzitten). Specifiek worden gammagolven gemeten, de boodschappers tussen de neuronen. Mensen die aan vipassana-meditatie doen hebben een extreem hoge ‘gamma wave synchrony’, iets dat heel zeldzaam is. Het voelt alsof al je cilinders tegelijkertijd afgevuurd worden, of zoals wetenschapsjournalist David Dobbs het in Scientific American omschrijft: “Als talloze touwen die allemaal precies tegelijkertijd ronddraaien.”
Richard Davidson heeft ook ontdekt dat mensen die snel opkrabbelen na een tegenslag – in plaats van in depressie of angstklachten te vervallen – sterkere gammagolfconnecties hebben tussen de linker prefrontale cortex en de amygdalae. Bij emotioneel zwakkere mensen zijn die signalen zwakker. Volgens Davidson zou vipassana dus kunnen helpen bij het herstellen en versterken van die connecties.
Het kan best zijn dat het hierdoor lijkt alsof mijn hele hoofd vol zit met kleine bijtjes die vrolijke liedjes zingen als ik mediteer.
Ik was een angstige jongen toen ik aankwam bij vipassana. Ik was depressief en niet in staat om simpele beslissingen te nemen. Ik had voortdurend een gevoel van beklemming. Ik had de slechte gewoonte van huis weg te gaan om iets te gaan doen, om me vervolgens halverwege weer om te draaien. Ik dronk meer dan goed voor me was. Ik werd vaak opgekruld wakker op mijn tapijt, etcetera. Al die dingen werden grotendeels de kop ingedrukt door vipassana en dagelijkse meditatie. Ik heb veel in therapie gezeten en tientallen keren psychedelische drugs gebruikt, maar er is weinig beter dan tien dagen proberen, falen, en nog eens proberen om je geest voor langer dan een minuut gefocust te houden.
Ik heb Iboga geprobeerd en heb me machtiger gevoeld dan god, maar vipassana maakt je juist bescheiden. Het is hard werken en het dwingt je om je te beroepen op de diepste gronden van je wilskracht. Elke meditatie-sessie van een uur is een gevecht tussen toewijding en stoppen. Het is fucking saai. Maar verrassend genoeg is de ratio van mensen die stoppen twee op de honderd. De enige vergoeding die ze vragen is een donatie, en de mensen die koken, schoonmaken en je om vier uur wakker maken zijn ‘alumni’ die vrijwilligen.
Onderwijzers van vipassana noemen het ‘de kunst van het leven’, maar als je daar zit met je schrale reetbot, een lege maag en je geest die op turbosnelheid door een catalogus aan herinneringen bladert, begin je misschien te vermoeden dat ze eerder refereren aan The Garden of Earthly Delights. Een stilteretraite uitzitten is vreselijk hard werken en ik begrijp totaal dat sommigen zeggen dat het niks voor ze is. Maar als je net als ik je leven hebt geleefd met een geest die bol staat van negativiteit, slechte gewoonten, angst, besluiteloosheid en trauma’s, dan is tien dagen stil zijn genadeloos kort.