“Ik ben hiv-positief.”
Dit waren de laatste woorden die werden uitgesproken bij mijn eerste seksuele ervaring met een andere man, na zeven jaar homo-radiostilte. Onmiddellijk barstte ik in huilen uit – mijn tranen liepen over zijn penis. Ik was na jaren net weer single, en doodsbang. Ik wist nauwelijks iets over hiv, en het weinige dat ik wél wist had ik afgekeken van de film Philadelphia, die eigenlijk vooral over aids ging.
Toen ik op mijn zestiende uit de kast kwam, snuffelde ik in eerste instantie wat rond – het tijdperk van de dating-apps moest nog aanbreken – zonder al te veel succes. Aan het eind van mijn opleiding had ik dan toch een relatie, maar wel met een vrouw. Ik denk dat ik bij haar echt verliefd was op de persoon, en hoewel onze seks geweldig was, bleef beffen toch een dingetje – en ik een onmiskenbare homo.
Na die periode huppelde ik daarom weer richting de testosteronvijver, maar zonder echt voorbereid te zijn op dingen zoals hiv. En hoe meer ik erover te weten probeerde te komen, hoe duidelijker het werd dat ik daarin niet de enige was. Mijn vrienden gaven meestal vage non-antwoorden op mijn vragen, of vermeden het onderwerp gewoon volledig. Toch wilde ik er meer over weten. Aangezien mijn vrienden me niet konden helpen – en ikzelf wilde voorkomen dat ik op nog meer piemels zou uithuilen – besloot ik zelf op onderzoek uit te gaan.
En dat is maar goed ook, want sinds ik ben gaan graven en met deskundigen heb gepraat, moest ik tot mijn eigen verrassing concluderen: ik zou eigenlijk veel liever een partner mét hiv hebben dan zonder.
Mijn zoektocht naar een beter begrip van hiv begon bij een onderzoek uit 2016, waarbij 900 serodiscordante koppels werden onderzocht. Serodiscordant betekent dat één van de twee hiv-positief was (met een ondecteerbare hoeveelheid virusdeeltjes in hun bloed door het gebruik van ART, anti-hivmedicatie), en de ander geen hiv had.
Deze koppels hielden drieënhalf jaar lang gedetailleerde dagboeken bij over hun seksleven, en de enorme hoeveelheid informatie die dit opleverde werd geanalyseerd, geordend en gepubliceerd. Het onderzoek stond onder leiding van Jens Lundgren, tevens de directeur van het Center for Health and Infectious Disease Research (CHIP) aan het academisch ziekenhuis van Kopenhagen. Hij vertelt me dat van alle 50.000 vrijpartijen die ze hadden genoteerd – en waarbij, voor alle duidelijkheid, geen condoom werd gebruikt – “geen enkele van de partners hiv aan de ander had overgedragen. Er was geen enkel risico.”
Videos by VICE
50.000. Niet één keer.
“Er waren wel elf mensen die hiv opliepen,” merkt Lundgren daarbij op, “maar zij gaven allemaal aan dat ze seks hadden gehad buiten hun eigen relatie. En DNA-onderzoek bevestigt dat.”
Ik kon het eigenlijk niet geloven. Deze bevindingen stonden compleet haaks op alles dat ik eerder over hiv had gehoord: de kans om het te krijgen van iemand die hiv-positief is, zou met de goede behandeling nagenoeg nul zijn. Hoe kan dat?
De aanleiding voor het onderzoek was het zogeheten Zwitserse standpunt, vertelt Lundgren. Daarmee verwijst hij naar een verklaring van de Zwitserse federale commissie voor hiv en aids, waarin gezegd werd dat mensen die hiv-positief zijn onder bepaalde omstandigheden niks kunnen overdragen via seksueel contact. Die omstandigheden hielden in dat ze hiv-remmers moesten gebruiken (antiretrovirale therapie), de virale lading die ze hadden minstens een half jaar lang ondetecteerbaar laag moest zijn, én dat ze in die tijd geen andere soa’s mochten hebben gehad. De verklaring, die in 2008 werd vrijgegeven voor artsen in Zwitserland, heeft de aanzet gevormd tot verschillende belangrijke onderzoeken, die vooral het doel hadden om deze stelling van bewijsmateriaal te voorzien. Dit zojuist genoemde onderzoek is er daar een van.
Hoe meer ik te weten kwam, hoe meer ik overtuigd raakte. “Een van de belangrijkste oorzaken van stigmatisering is angst – de angst dat [iemand die leeft met hiv] ‘besmettelijk’ is,” zegt Lundgren. Terwijl het risico om iets op te lopen lang niet bij iedereen even groot is. Het gevaar zit niet zozeer bij mensen die hun voorgeschreven medicatie nemen, maar eerder bij mensen die niet weten wat hun hiv-status is. Het kan weken duren voordat je weet of je hiv-positief bent, afhankelijk van het type. Soms is het ook heel lastig te onderzoeken – honderd procent zeker weet je het dan eigenlijk nooit.
Om hier nog wat verder in te duiken, nam ik contact op met het brein achter het Zwitserse standpunt: Pietro Vernazza, hoofd van de afdeling infectieziekten in het Kantonsspital in St. Gallen.
Sinds eind jaren negentig heeft hij veel onderzoek verricht naar serodiscordante stellen, en hij was een van de eerste artsen die onderzoek deed naar het virusgehalte in het zaad van patiënten die een antiretrovirale behandeling ondergingen. Spoiler: dat virus vond hij dus niet.
Bij geen van alle patiënten die hiv-positief waren, vond hij een waarneembare virale lading in hun sperma. En toch waren deze mensen bang dat ze het zouden kunnen overdragen. Hij besloot deze uitkomst naar buiten te brengen omdat hij het als zijn taak zag, als arts, om zijn patiënten een zo goed mogelijk beeld te geven van de risico’s die ze lopen.
“Het is niet zo gevaarlijk als je denkt om seks te hebben met iemand die het virus heeft,” zegt hij. “Ik vind het een plicht om dat aan patiënten te vertellen. Het risico is zo laag dat het onethisch zou zijn om ze aan te raden een condoom te gebruiken zonder te vertellen dat er eigenlijk nauwelijks bewijs is dat dat nodig is.”
Hij vertelt dat er nog geen geval bekend is van een hiv-patiënt die antiretrovirale medicijnen slikte, en een ondetecteerbare virale lading had, maar het virus toch heeft overgedragen. “Iedereen zou over zo’n geval willen publiceren – maar het bestaat simpelweg niet.”
Met al deze kennis in mijn achterhoofd keerde ik een stuk enthousiaster terug in de gayscene. Enthousiaster omdat ik nu geen irrationele angst voor het virus zou voelen, zonder overigens de ernst ervan te onderschatten. De laatste penis die ik had gezien had ik helemaal ondergejankt, dus eigenlijk kon het vanaf nu alleen maar beter gaan. Toch?
Na wat geswipe op datingapps gebeurde er iets wat de zenuwachtige bakvis in me naar bovenhaalde: ik had een date met een model.
Alles ging volgens plan. We dronken, hadden het gezellig, en begonnen na een tijdje te zoenen. Het was opwindend. Totdat hij op een gegeven moment in mijn mond begon te huilen. Huilen. In mijn mond. Ik leunde iets naar achter voor beter overzicht op wat er in vredesnaam aan de hand was. Toen vertelde hij dat hij hiv had, en dat hij bang was dat ik meteen weg zou rennen als hij dat zou vertellen – dat deed iedereen namelijk. Ik was dit keer niet afgeschrokken door het feit dat hij hiv had, maar zijn huilbui had wel de seksuele spanning compleet om zeep geholpen. En daarmee ook de avond.
Toen ik thuis was, spookte de huilende mond nog altijd door mijn hoofd. Ik las over een nieuwe datingapp genaamd DaddyBear (echt precies wat ik nodig had). DaddyBear verbindt oudere mannen met jonge gasten die op zoek zijn naar een sugardaddy. Aangezien ik nooit iemand uitsluit, dus ook geen sugardaddy, las ik verder. De app bleek uitsluitend naar gebruikers te zoeken die niet hiv-positief zijn.
Dit vond ik vreemd, dus ik nam contact op met DaddyBear. “Wij geloven dat de meeste homoseksuele mannen meer om gezondheid geven dan om seks wanneer ze op zoek zijn naar een relatie,” liet een woordvoerder weten. “Dat is de voornaamste reden dat we deze app hebben ontwikkeld.”
De CEO bevestigde deze verklaring. “Niemand die zelf geen hiv heeft, wil daten met iemand die hiv-positief is. Onze app voldoet aan de behoeften van rijke, succesvolle sugardaddies, en zij zijn niet op zoek naar mannen met hiv.” Een paar weken later had hij door dat die boodschap toch wat problematisch was, en bood hij publiekelijk zijn verontschuldigingen aan.
Toen was ik er eigenlijk al definitief klaar mee. Al die beweringen van slecht geïnformeerde mensen maken het er niet bepaald makkelijker op om te begrijpen wat er nou precies komt kijken bij veilige seks. Het bracht me op een idee: een nieuwe app voor mannen die specifiek op zoek zijn naar mannen die hiv-positief zijn.
Luisteren jullie mee, ontwikkelaars?
Ik sprak uiteindelijk toch nog een keer af met het model, maar het liep nergens op uit. Dat had overigens niets met zijn hiv te maken. Mijn knipoog stond hem niet aan – de lul. Dus hier ben ik dan, weer helemaal vrijgezel, hopelijk gewapend met genoeg kennis om te voorkomen dat ik over nog veel meer piemels ga uithuilen. Duim voor me.