Eten

Ik ging een vijfgangenmenu van 2 euro eten in een Brussels daklozencentrum

koken-in-daklozencentrum-dagopvangcentrum-le-clos-brussel

Mis nooit meer iets van VICE: schrijf je in voor onze newsletter.

Stel je voor dat je morgen wakker wordt en op straat leeft. Waarschijnlijk vraag je je dan een heleboel dingen af, waaronder: wat ga ik eten? Wel, gelukkig zijn er plekken waar je als dakloze terecht kan voor een goedkope warme maaltijd. In Le Clos bijvoorbeeld.

Videos by VICE

Het Brusselse dagopvangcentrum Le Clos ligt op de drukke uitgaansplek Parvis de Saint-Gilles, verstopt in een van de huizen naast het populaire Maison du Peuple. Hier kunnen daklozen voor 1 euro ontbijten en voor 2 euro middageten. Ik vroeg me af hoe zo’n maaltijd eruit ziet en schoof op een koude vrijdagmiddag aan.

Een beetje voor twaalf uur staat al een rij om een bonnetje te kopen aan het loket. Iedere dag komen hier een zeventigtal mensen, tijdens het middageten is er plek voor maximaal 44 gasten. Ik glip langs de rij, naar de plek waar al die maaltijden bereid worden. In de keuken ruikt het naar de warme geuren van troostend wintereten. Ervaren keukenmedewerker Christian (67) en nieuwkomer Abdullah ontfermen zich zo geconcentreerd over een grote pot dampende puree dat ze nauwelijks opkijken als ik binnenkom. “Meer, meer”, instrueert Christian terwijl Abdullah melk in de pot giet. Gevolgd door een plotse “stop, stop!”, waarna Abdullah de melk wegzet en zwijgzaam de puree begint te mengen.

koken-in-daklozencentrum-le-clos-brussel
Abdullah en Christian. (foto door auteur)

In Le Clos werken tien mensen die doorheen het jaar worden bijgestaan door 25 à 30 vrijwilligers. Christian werkt hier al 17 jaar en was jarenlang keukenverantwoordelijke, nu geeft hij enkel nog opleidingen. “Het is een fijne plek. Als ik het niet met plezier deed, zou ik niet zo lang gebleven zijn”, zegt hij schouderophalend.

“Het is hier alsof je bij je thuis bent, bij je familie. Soms zijn er wel spanningen en moeten we tussenkomen, omdat mensen boos, dronken of gedrogeerd zijn, maar dat valt meestal wel mee.”

Christians werk werd overgenomen door Feten (47), die ook door hem werd opgeleid. In de keuken begroet ze me met een stralende glimlach en een schotel hapjes. Ze doet haar werk graag: “Het is alsof je bij je thuis bent, bij je familie. Soms zijn er wel spanningen en moeten we tussenkomen, bijvoorbeeld omdat mensen boos, dronken of gedrogeerd zijn, maar dat valt meestal wel mee.”

Het middagmaal bestaat telkens uit hapjes, soep, salade, een hoofdgerecht en een nagerecht met koffie. “De soep is altijd vers”, vertelt Feten trots, terwijl ze me de diepvries toont waar ze de groenten bewaren.

“We halen onverkocht eten op bij supermarkten als Carrefour. Dat gaat dan om eten waarvan de houdbaarheidsdatum net verstreken is of gaat verstrijken.”

‘t Eilandje, de overkoepelende organisatie waartoe ook Le Clos behoort, verdeelde in 2017 maar liefst 36.662 middagmalen. Laurent (52), verantwoordelijke voor de voedselverzameling, vertelt me waar al dat eten vandaan komt. “We halen onverkocht eten op bij supermarkten als Carrefour. Dat gaat dan om eten waarvan de houdbaarheidsdatum net verstreken is of gaat verstrijken.”

koken-in-daklozencentrum-le-clos-brussel-keuken
Foto door Chloé Thôme

Feten en Christian stellen het menu voor de hele week dus samen op basis van het eten dat ze binnenkregen. “Soms is het moeilijk om een gerecht te bedenken met wat we krijgen. Alles komt van de voedselbank of van supermarkten. We doen maar een keer per week inkopen, voor het absoluut noodzakelijke.”

Laurent werkt al vijf jaar in het opvangcentrum. Voor hij hier begon, werkte hij 25 jaar in IT, maar hij was het beu en wilde iets doen waarbij hij rechtstreeks mensen zou helpen. “De bedoeling van een plek als Le Clos is om elke persoon die hier komt in zijn of haar waardigheid te laten en hem of haar te helpen waar we kunnen. Dit is enkel een dagcentrum, maar we verwijzen mensen ook door naar opvanghuizen of diensten die hen verder kunnen helpen.”

“Eigenlijk zien we hier alles: mensen van alle leeftijden en achtergronden. Het kan iedereen overkomen.”

“Wat me het meest raakt zijn gezinnen die hier komen, bijvoorbeeld een mama met twee kleine kindjes”, zucht hij. “Maar eigenlijk zien we hier alles: mensen die hun job verloren zijn, die gescheiden zijn, die hun administratie niet op orde krijgen, die uit de gevangenis komen, die ziek zijn, mentale problemen hebben, … Mensen van alle leeftijden en achtergronden. Het kan iedereen overkomen.”

Wanneer het hoofdgerecht van puree, worst en rode kool wordt geserveerd, zet ik me in de eetzaal bij Sandro (45) uit Brazilië. Zijn vrouw en kind wonen in Polen. “Ik wil een appartement zien te vinden, zodat ze ook naar hier kunnen komen.” Zijn vrouw komt uit Angola en hij leerde haar kennen tijdens het uitgaan. “Ze was zo mooi”, zucht hij. “Ik had die avond heel veel zin in haar, maar zij ook in mij”, zegt hij grinnikend.

daklozencentrum-le-clos-brussel
Sandro (foto door auteur)

Saddam (69), die naast hem zit, moppert intussen over het volgende gerecht. “Bah, bloedworsten”, zegt hij met een grimas. “Zou jij dat eten?”. De opmerking dat ik vegetariër ben, doet hem hoofdschuddend zuchten. Hij geeft zijn vlees door aan Sandro, die het laat smaken.

Le Clos is het hele jaar open en op feestdagen, zoals Kerst en nieuwjaar, is het eten gratis en wordt er altijd iets speciaals bereid. “Er zijn zowel habitués, die hier soms al jaren komen, als nieuwe mensen, die soms maar één of enkele keren komen”, vertelt Laurent.

“Ik zou hier eigenlijk niet mogen zijn, mevrouw.”

Mohammed (46) is zo’n habitué. Terwijl de borden worden afgeruimd, komt bij me zitten, benieuwd naar wie ik ben. Hij is verlegen en praat met zachte stem. Hij komt al bijna dertien jaar elke dag naar Le Clos. “Ik houd vooral van de soep”, fluistert hij glimlachend. Hij werd in 2006 dakloos, na een zware scheiding. Hij heeft wel nog contact met zijn kinderen, “maar het is moeilijk om uit deze situatie te geraken als je er eenmaal in zit.”

Dat vertelt ook Alexia (58). “Ik zou hier eigenlijk niet mogen zijn, mevrouw”, vertrouwt ze me bij de koffie toe. “Maar het systeem maakt mensen kapot.” Ze ziet er verzorgd uit en spreekt vloeiend vier talen terwijl ze haar verhaal vertelt. Na een zware jeugd, die haar mentaal tekende, werd ze op haar achttiende op straat gezet. “Als mijn ouders anders waren geweest, zou mijn leven er nu misschien ook anders uitgezien hebben”, besluit ze.

daklozencentrum-le-clos-brussel-vrouw-glimlacht
Foto door Chloé Thôme

Ze had niemand, maar vond werk en bouwde geleidelijk een leven op. “Ik las en studeerde graag en het ging best goed met me. Maar in mijn relaties met mannen ging het steeds mis.” Ze werd onverwacht zwanger en moest het kind alleen opvoeden, wat haar financieel de dieperik in duwde. De genadeslag kwam er toen ze onterecht van iets beschuldigd werd en haar kind haar werd afgenomen. Ze werd uiteindelijk vrijgesproken, maar de procedure duurde vijf jaar en liet haar geïsoleerd achter. Ze verloor haar appartement door geldtekort en werd dakloos. “Je moet bovenmenselijk sterk zijn om hieruit te ontsnappen. Maar ik heb er de energie niet voor, ik ben vernietigd door het leven.”

“Ik moet een slecht karma hebben, want ik heb echt al veel pech gehad.”

Ik bied haar het koekje bij mijn koffie aan, dat ze na even aarzelen glimlachend aanneemt. Terwijl ze het uitpakt, wordt ze even stil. “Ik moet een slecht karma hebben, want ik heb echt al veel pech gehad”, zegt ze, waarna ze haar hoofd in haar nek gooit voor een klaterende lach.

Voor Feten is vooral dat contact met de bezoekers heel belangrijk: “Mensen vertellen je hun verhaal en we geven advies waar mogelijk. Het doet me altijd plezier als ik iemand kan helpen. En wat er verder ook gebeurt, we kunnen de mensen die hier komen op z’n minst helpen met een lekkere, warme maaltijd.”

Volg VICE België razendsnel op Instagram.