Muziek

Ik ging met Steven de Peven naar ‘De Smurfen en het Verloren Dorp’

Iemand die zijn album vernoemd naar de slechterik uit De Smurfen (en het eerste liedje op dat album naar de kat van eerder genoemde slechterik), moet wel groot fan zijn van die leuke kleine blauwe mannetjes. Gargamel, het album dat Steven de Peven uitbracht onder zijn alias Awanto 3, kwam afgelopen dinsdag uit op Dekmantel, en om dat te vieren leek het me leuk om hem mee te nemen naar de bioscoopfilm De Smurfen en het Verloren Dorp. Ik had eigenlijk niet verwacht dat hij daar zin in zou hebben – we kennen elkaar niet, en wie wil er nou met een volslagen vreemde naar de bioscoop – maar hij mailde binnen drie minuten terug dat hij het een leuk idee vond.

Voor aanvang van de film was Steven nog een beetje huiverig. “Je hebt toch een bepaald beeld uit je jeugd in je hoofd, ik hoop dat het een beetje heel blijft.” De 3D-variant durfde hij dan ook niet aan. Vol verwachting, en met allebei een middelgrote popcorn (zoet en zout gemengd) en een flesje cola, liepen we de zaal in. De kaartjescontroleur, bij het zien van twee volwassen mannen die op een dinsdag de matineevoorstelling van een kinderfilm bezochten, zei: “Ah, lekker nostalgisch naar de Smurfen!” Een rake observatie.

De film viel mee. Heel erg mee. Sterker nog, ik vond hem prachtig. Er zat een mooie boodschap in voor jonge meisjes (het verhaal gaat over Smurfin die in een identiteitscrisis zit, maar op het eind ziet ze in dat ze alles kan zijn wat ze wil), de film was mooi geanimeerd met prachtige kleuren en er zaten adembenemende stunts in. Tegen het einde van de film raakte ik zelfs een beetje geëmotioneerd, en ik zou zweren dat ik ook Steven naast me heel even hoorde sniffen (hij was dan wel verkouden, maar toch). De film eindigt met Gargamel die zo’n beetje ontploft en terechtkomt in een moeras vol vleesetende vissen.

Na afloop gingen we op een terras zitten om over de film en over zijn album te praten. Steven wilde graag een gemberthee, maar dat hadden ze niet. Het werd een spaatje rood en voor mij een lekker glaasje bier.

Videos by VICE

De bioscoopkaartjes en een klein presentje dat ik voor Steven had gekocht bij de Xenos

THUMP: Toen we de zaal uitliepen, zei je dat je het te doen had met Gargamel. 
Steven de Peven: Jazeker. Hij verdwijnt in het niets.

Hij komt wel weer terug, toch? De Smurfen kunnen niet zonder Gargamel.
Nee, dan is het verhaaltje niet compleet. Maar hij heeft het zo moeilijk met zichzelf, lijkt me.

Hij is op zoek naar macht.
Ja, en dan komt-ie zichzelf steeds weer tegen.

In de film werd dat ook nog gezegd, dat het een zielige man is.
Je krijgt toch medelijden met hem. De Smurfen zelf ook.

Wat vind je eigenlijk zo bijzonder aan De Smurfen?
Nou, ik heb het album niet zo genoemd omdat ik De Smurfen zo leuk vind, per se. Maar ik heb er natuurlijk wel wat mee, omdat ik ermee ben opgegroeid. De Smurfen zijn me altijd bijgebleven.

Waarom?
Omdat het zo vredig is. Omdat het allemaal in de natuur is.

In de natuur. 
Ja, de ingrediënten van De Smurfen zijn zo lekker simpel en zonder al teveel ruis. Het is voor mij ook gewoon nostalgie.

Dan had je het album ook De Snorkels kunnen noemen.
Nee, dat is toch wel iets heel anders. Wel uit dezelfde tijd, maar nee, dat is me niet zo bijgebleven als De Smurfen. Ik heb het album Gargamel genoemd omdat ik Gargamel een mooie naam vind, en omdat ik zijn persoon toch ook gewoon wel weer weggemoffeld vind.

Begrijp je Gargamel?
Nee, ik voel mezelf niet Gargamel.

Dat bedoel ik niet. 
Azrael is een mooie naam vind ik, en Gargamel ook. Het huisje waar ik het album heb geproduceerd is echt een Gargamel-huis. Zo heeft dat zich zo aan mij gepresenteerd toen ik daar kwam wonen, ik noemde het toen al zo. Daar is het ontstaan. Niet omdat ik een Smurfen-fetisj heb.

Ik dacht dus eigenlijk altijd dat Gargamel de Smurfen op wilde eten, maar dat bleek toch niet zo te zijn. Ik wilde je eigenlijk vragen hoe jij Smurfen klaar zou maken.
Ik zou ze roosteren. Ik zou ze wel krokant willen. Trouwens, op de vraag of ik Gargamel begrijp, zei ik wel heel volmondig ‘nee’, maar ik begrijp hem wel. Een beetje.

Waarom?
Nou, het is een soort kick natuurlijk, die Smurfen, voor hem. Dat ken ik wel. Ik hou ook wel van een goeie kick op z’n tijd. Dan koop ik bijvoorbeeld twee makrelen en die prak ik lekker door een bedje van kwik met knetterhete gesmolten trekdrop en paardensnot, vouw ze dubbel met nog een grote plak bladerdeeg ertussen. Dan voel je je heerlijk als je dat neemt, en high, en dat kan je van alles doen voelen, totdat het dan weer is uitgewerkt. En dan verdwijn je in het niets. In een moeras. Dus eigenlijk begrijp ik hem wel.



Vandaag is de dag dat je album uitkomt. Wat doe je op zo’n dag? Eet je dan een stukje taart?
Nou, het is een dag zoals alle anderen. En zo vaak komt er geen album van me uit, dus ik heb geen vast ritueel. Het is een dag met onverwachte momenten. Dus ja, wat doe ik? Met jou naar de film gaan, naar De Smurfen. Ik ben overigens wel even naar Rush Hour geweest om te kijken hoe de plaat erbij ligt.

En, lag-ie er goed bij?
Ja, absoluut. Echt leuk om te zien dat-ie in de schappen ligt.

Heb je die hoes zelf gemaakt?
Nee, was het maar waar. Stefan Glerum heeft ‘m gemaakt. Een oude vriend van me, die ook vroeger de artwork deed van Rednose Distrikt. Hij heeft zich laten inspireren door de muziek. Hij heeft het album geluisterd en alle elementen bij elkaar gepakt en dat geuit in de vorm van een sculptuur. Hij heeft zichzelf overtroffen door te beginnen met beeldhouwen en daar dan weer een foto van gemaakt.

Even iets heel anders: wie is Ans Jovisch?
Wow. Daar klop je iemand uit het stof. Ans Jovisch is een oma die plotseling stunts uitvoert op een stunt-rollator en alle skaters op de wereld uitlacht om hun domme stylo, zoals bijvoorbeeld superveel roken en drinken en dan toch rechtop proberen te grinden. Een goede vriendin van Wil Zitten en Agaath Dood. Die hangen vaak samen. Maar de laatste jaren zijn ze een beetje aan het opdrogen. Ze mogen best nog weer een keer de swing krijgen. Misschien gebeurt dat ook wel hoor.

Je doet heel veel maffe dingen, met Ans Jovisch, maar ook de één meter sprint…
Jij noemt het maf.

Maar heb je weleens iets gedaan waarvan je achteraf dacht: jeetje, dit was wel erg vreemd?
Ja, laatst nog. Toen ben ik in de huid gekropen van Vincent van Gogh in het Van Gogh Museum. Ik kreeg een verzoekje om iets te doen met het concept ‘Van Gogh’. Toen ben ik verkleed als Vincent van Gogh daar een beetje gaan clownen, zeg maar. Achteraf merkte ik dat ik me daar te diep in had ingeleefd, of tenminste, ik was een beetje onder m’n eigen hypnose geraakt. Ik werd een beetje psychotisch. Na afloop werd ik weer wakker uit een gekke, halve psychose. Toen dacht ik: oeh, ik weet niet of ik hier zo blij mee ben.

Hoe kwam dat dan?
Ik probeerde de naam uit te voeren, Vin-cent. Ik had allemaal centen bij me en die gooide ik op de grond, en die ging ik dan weer oprapen. Vinden, zeg maar. Maar ik verloor ze ook steeds weer. Toen kwam ik in een soort loop, een soort trance. Vincent is best een fragiele persoonlijkheid, met drama om zich heen. Een moeilijke man. Het leek echt alsof ik hem een beetje was geworden, en dat was niet zo aangenaam.

Nee.
Verder sta ik wel altijd achter de dingen die ik doe. Ik heb nooit ergens spijt van. Soms heel even, maar dan moet ik dat maar accepteren.



Heb jij een bucket list?
Ja.

Wat staat daar op?
Nog best wel wat dingetjes, maar ja, als ik dat ga verklappen…

Noem één ding, dat kan wel.
Ik wil mezelf van kant maken.

Het laatste op de lijst.
Nee, dat zou ik wel heel graag snel willen doen. Ik wil een heleboel kant opkopen en dan mezelf namaken van kant.

Ik dacht even dat je het letterlijk bedoelde. Of wacht, dit is letterlijk. Figuurlijk bedoel ik. 
Mijn over-over-overgrootvader is de uitvinder van de kantmachine.

Hoe weet je dat?
Dat vertelde m’n moeder. Dat schijnt een feit te zijn in de familie. Daar ben ik stiekem best trots op. Daar wil ik iets mee doen.

Wat is je favoriete geneesmiddel?
Ui.

Zo’n halve naast je bed?
Nee, in gekookt water leggen en laten trekken en dan opdrinken. Als je ziek bent of koorts hebt, dan zweet je gewoon werkelijk alles eruit wat er aan ziekte in je zit.

Als wie of wat zou je willen reïncarneren? 
Ik denk als Patrick, mijn kat. Die heeft zo’n goed leven, denk ik. Die leeft als een koning. Als ik naar Patrick kijk, denk ik: ik wou dat ik jou was.

Je kat heet Patrick?
Ik vind het superleuk om katten mensennamen te geven. Martijn vind ik ook een fantastische naam voor een kat. Of Anne.

Zou je liever de directeur van een groot bedrijf zijn, of één been missen?
Een been missen.

Dat was het wel weer. Dankjewel, Steven! Nog een fijne dag.


Awanto 3 staat dit weekend op DGTL en later dit jaar op Awakenings en Dekmantel Festival.