Muziek

Ik ging naar Dekmantel Festival en bleef de hele dag binnen

Van de zes edities van Dekmantel Festival ben ik er geloof ik op vier geweest. Ik kan gerust zeggen dat ik me er geen moment heb verveeld. Dat komt door de goede muziek en de sfeer, maar zeker ook door het mooie weer, waarvoor de organisatie jaarlijks negentien kittens aan de weergoden offert, zo heb ik me laten vertellen. Er is echter één plek op het festival waar ik nooit kom: de UFO, een naar een vliegende schotel vernoemde duistere tent waar enkel harde en grimmige beukmuziek wordt gedraaid. Vorig jaar moest ik er even heen (iets met een dobbelsteen, lang verhaal), maar hield ik het maar een kwartiertje uit. Te warm, te luid, te druk. In een poging om mezelf te verrassen en om mijn uithoudingsvermogen op de proef te stellen, breng ik dit keer op zondag de gehele dag door in de UFO. Ik mag alleen naar buiten voor bier en het toilet.

Dit heeft, zo van tevoren bekeken, een paar grote voordelen. Ik hoef geen zonnebrand mee te nemen. Ik tackel het probleem van ‘waar moet ik nu weer heen’. Bovendien ben ik benieuwd: is het leuk om op een zonnig, zomers festival de godganse dag in een hete tent naar ongezellige, duistere techno te luisteren? Er zijn sinds dit jaar overigens twee UFO’s: UFO 1 en UFO 2. Ik mag naar allebei, vind ik.

Videos by VICE

Het is half drie ’s middags als ik aankom bij de UFO. Het is op het terrein al aardig druk, maar de grote technotent is voor nog geen kwart gevuld. Op een festival als Defqon was het dringen geblazen bij de stage met de hardste muziek. Hier zou ik als een sierlijke ballerina heen en weer kunnen springen, mocht ik motorische vaardigheden hebben. Op het podium staat Silvia Jimenez alias JASSS (hahahaha, een jas is wel het laatste wat je vandaag nodig hebt). Ze draait een vrolijk discoliedje, iets wat niet had misstaan bij de zonnige Mainstage. Pardon? Is dit nou de gevreesde technobunker waar ik zoveel schrik voor had? Waar zijn de getergde grimassen, de wegtrekkende ogen en de malende kaken? Ik zie alleen maar blije gezichten. Op deze manier is het geen prestatie om hier de hele dag te zijn. Op naar UFO 2.

Gek. Hier staan mensen ook breed lachend mee te deinen op wat nog het meest lijkt op hiphopbeats uit de jaren tachtig, of een soort industrial downtempo house. De verantwoordelijke dj, Job Sifre, lacht nog het meest van allemaal. Wat is er aan de hand? Was zondag de verkeerde dag voor dit experiment? Ben ik verkeerd geïnformeerd over wat er allemaal in de UFO gebeurt? Tijd voor een moment van bezinning en een sigaret.

Bij het live-optreden van Halal & Relaxer hoor ik voor het eerst een dreunende vierkwartsmaat. Aurora Halal en haar maat Daniel Martin McCormick (voorheen bekend als Ital en daarvoor weer van de punkband Mi Ami) hebben een flinke professionaliteitsslag gemaakt. Waar hun muziek voorheen in het bakje lofi en experimenteel zat, is het nu gestroomlijnd en solide. Je kan het punkverleden van McCormick nog wel terughoren in de synths die soms scheuren als powerchords met veel distortion. Dan gaat het tempo ineens flink omhoog terwijl een vrouwenstem extatisch krijst. Ik zie veel mensen in zichzelf gekeerd dansen met een flesje water stevig in de hand. Dit begint er op te lijken.

Beeld via Getty Images

Halal & Relaxer geven het stokje over aan Mama Snake & Solid Blake. Ik ga even aan de zijkant van de tent zitten. Daar zijn grote ventilatoren die koele lucht naar binnen blazen, iets waar ik wel aan toe ben.

Normaal gesproken loop ik op een festival de hele tijd rond. Dat is leuk, want je komt dan bekenden tegen. Het nadeel is dat je vaak meer tijd besteedt aan socializen dan met dansen. Ik sta nu al bijna twee uur onafgebroken als een malloot rond te springen op twee biertjes en verder niks. Er staan zweetdruppels op mijn voorhoofd. Ik krijg een beetje honger, maar ik merk dat ik eigenlijk geen zin meer heb om naar buiten te gaan. Uiteindelijk wint mijn maag het.

Na het eten loop ik snel terug, zodat ik weer kan dansen en me niet bezig hoef te houden met de vraag in welk universum ‘koriander op een pita gyros’ een ding is. Mijn nek is nat en alles plakt. Het is warm. Toch is het hier beter uit te houden dan in de volle zon. Ik kan me voorstellen dat als de aarde zo doorgaat met opwarmen, er in de toekomst alleen nog maar festivals in tenten worden gehouden. Wat dat betreft kan ik daar nu alvast mooi aan wennen.

De set van Regis & Veronica Vasicka begint met het geluid van een storm en gaat langzaam over in piepende, springende synthesizergeluiden over een galopperende beat. Ik heb er inmiddels vrede mee dat het geen gezellige, sociale dag gaat worden. Ik sta in mezelf gekeerd te bewegen om de muziek, omdat ik niet anders meer kan dan mezelf eraan overgeven. Het is als een meditatief doch bruut spa-dagje. Hoe harder de muziek, hoe uitzinniger de mensen. De handen gaan de lucht in. Er klinkt gejoel en gefluit. Als ik na vier uur onafgebroken dansen even ga zitten, merk ik pas dat ik moe ben. Terwijl ik helemaal achterin de tent een biertje drink, brult Regis (wacht, is dat niet een accountantsbureau?) door de microfoon. Ongeveer hetzelfde gebeurt tegelijkertijd in de UFO 2, met Fixmer & McCarthy maar dat is wat minder sympathiek naar mijn mening. Bovendien is het lastiger om binnen te komen omdat het nogal druk is. Ik loop weer terug naar de UFO 1. Daar verdringen mensen elkaar bij de ventilatoren. Verderop zie ik iemand wild wapperen met twee waaiers.

Als ik even wat te eten ga halen, gebeurt exact datgene wat me tot nu toe bespaard bleef. Een hele zwik vrienden, collega’s en vage bekenden, die, al dan niet onder invloed, tegen me aan beginnen te lullen. Van sommigen ben ik oprecht blij en verrast om ze tegen te komen (zoals Ilja van Multigroove en Reggie, de chauffeur van Tom Trago), anderen hebben net een snuifje teveel op om een leuk gesprek mee te voeren (al denken zij daar vast anders over). Ik krijg nog een hapje citroen-basilicumijs van een jongen zonder shirt, die beweert nooit naar de sportschool te gaan maar toch heel gespierd is (kwam door maaltijdshakes die hij “fucking lekker” noemde).

Beeld via Getty Images

Als ik met mijn pizzaatje de backstage-bar achter de Mainstage heb bereikt, kan ik even op adem komen. Het is zeven uur. Nog vier uur te gaan. Ik ben nog steeds broodnuchter. Ik hoor hoe Optimo Witness the Fitness van Roots Manuva en Ring My Bell van Anita Ward draait. Ik ben eventjes jaloers op de mensen bij de Mainstage, die veel meer muzikale diversiteit voor hun kiezen krijgen. Ik heb in de UFO na vier uur nog geen enkel liedje gehoord wat ik ken.

Terug in de tent begint alles wat zich onder mijn middel bevindt pijn te doen. Ik heb kramp in mijn been en ik ben ineens heel blij dat ik met de pendelbus ben gekomen. De muziek die Parrish Smith draait is net zo meedogenloos, hard en kil als wat hij eerder deze week met Volition Immanent deed. Het past misschien nog wel beter bij ontvoerd worden door aliens dan wat Voiski op hetzelfde moment aan de overkant in UFO 1 doet. De aliens van Smith klinken nors en hebben weinig vriendelijke intenties. Het is een machtig gebeuren. Het is nu acht uur. Ik ben vijf en een half uur vrijwel onafgebroken aan het dansen. Het suist een beetje in mijn hoofd.

Later, tijdens Gesloten Cirkel in UFO 2, is het zo druk dat ik maar even via de backstage op het podium ga kijken. Zo kan ik weliswaar niet echt dansen, maar wel zien dat hij mooie schoenen aanheeft. Met een compacte setup van een Ableton Push, een TB-303 en iets wat lijkt op een kleine iPad maakt hij harde electro met acidbliepjes. De stagemanager veegt zweet van zijn voorhoofd en klaagt dat de grote ventilator achter de dj-booth stuk is.

Tijdens Broken English Club, ook in UFO 2, pas ik er weer niet meer bij. Ik heb geen zin meer om achter op het podium te staan, dus ik dans het laatste uurtje bij Oscar Mulero. Het is inmiddels donker geworden buiten, en nu komt de tent en de daarin aanwezige verlichting pas echt goed tot z’n recht. Ik was moe, maar nu heb ik weer het gevoel dat ik de hele nacht door kan. Maar het zit erop.

Het is gek: ik zag er best tegenop, deze dag. Nu wil ik niet meer weg. In de pendelbus terug eindigt mijn festival net zoals het afgelopen woensdag begon: met iemand die de boel onderkotst. Als ik weer terug ben aangekomen op Station Zuid, dendert het nog door in mijn hoofd. Ik ben de hele dag in de UFO geweest en ik leef nog. Sterker nog: ik voel me fantastisch. Volgend jaar doe ik het lekker weer zo!