De inwoners van Transnistrië hebben weinig redenen om trots op hun land te zijn. In 1991, tijdens de tumultueuze val van de Sovjet-Unie, verklaarde het land zichzelf onafhankelijk. Nu, vijfentwintig jaar later, heeft nog geen enkel land erkend dat Transnistrië überhaupt bestaat. In plaats daarvan wordt het strookje land tussen Moldavië en Oekraïne door West-Europese overheden een “smokkelorganisatie die zich voordoet als een staat” genoemd en wordt Transnistrië ervan beschuldigd een broedplaats van mens- en wapenhandelaren te zijn. De inwoners zijn overwegend Russisch, maar toen er in 2006 gestemd werd om onderdeel van Rusland te worden, werd het landje door Moskou afgewezen. Daarnaast is Transnistrië het armste deel van Moldavië, wat op haar beurt weer een van de armste landen van Europa is.
Maar er is één ding waar een Transnistriër wél over kan opscheppen: de befaamde brandewijn Kvint. De Kvint-distilleerderij werd opgericht in 1879 en is het oudste nog actieve bedrijf in deze pseudo-staat. Als overlevende van de vele ups en downs van de Sovjet-Unie – waaronder een poging tot complete drooglegging in de jaren tachtig, waar veel andere alcoholproducenten aan ten onder gingen – produceert de Kvint-fabriek in de hoofdstad Tiraspol meer dan twintig miljoen flessen drank per jaar.
Videos by VICE
De distilleerderij heeft ook wijnen, gins en wodka’s in het assortiment, maar de prijswinnende brandewijnen zijn de bekendste van haar producten. Zoals bij alle superieure dranken begint de kwaliteit van de brandy met de druiven uit de regio. Transnistrië ligt ten oosten van de rivier de Dnjester, en vormt het hart van de eeuwenoude Bessarabische wijnregio.
De druiven, geplukt van Bessarabische planten, gaan naar de hoofdstad Tiraspol om omgetoverd te worden tot brandy met een proces dat identiek is aan de manier waarop Fransen cognac maken: twee keer gedistilleerd in koperen potten, gerijpt in eikenhouten vaten en dan voorzichtig gemixt met water en suiker. De druiven zijn van een typische cognacsoort, bestaande uit Colombard, Riesling en Ugni Blanc. Ondanks de strikte naleving van de Franse productiemethode, mag Kvint geen cognac worden genoemd, omdat het niet in de Cognacregio in Frankrijk wordt geproduceerd. Daarom gebruiken ze het Moldaafse woord ‘divin’, wat ook de naam Kvint verklaart. Dat is namelijk een acroniem van de Russische zin: “Divins, wijnen en dranken uit Tiraspol.” Maar in een land waar men vaak lak heeft aan internationale wetten, noemt iedereen de producten van Kvint gewoon cognac.
De drie jaar oude Kvint is de jongste van de brandewijnen en is zo sterk dat je er een wond mee kan ontsmetten. Met de jaren ontwikkelt de drank een soepele en complexe smaak, om uiteindelijk de Divin Prince Wittgenstein te worden, een vijftig jaar oude brandewijn die vernoemd is naar een Russische oorlogsheld die veel heeft bijgedragen aan de wijncultuur in de regio. Helaas mag het gepeupel (zoals ik) dat zomaar bij de fabriek aanklopt om brandewijn te proeven de allerduurste brandy niet proberen. Het bedrijf claimt op haar website dat de Prince een “complex boeket, volle smaak en een lange nasmaak” heeft. De flessen worden verpakt in vergulde dozen gevoerd met wit hertenleer.
Naast deze twee brandewijnen is er nog de acht jaar oude Nistru, een zoetere brandewijn gemaakt “door vrouwen, voor vrouwen,” en de negen jaar oude Doina, een robuuste brandy voor mannen, vernoemd naar een Moldaafs volkslied. Hooggeplaatste Sovjetbestuurders gaven de voorkeur aan de tien jaar oude Surprise, gemaakt door een voor communisten. De twintig en vijfentwintig jaar oude varianten worden vooral geëxporteerd naar China en Italië.
De distilleerderij heeft een jaarlijkse omzet van ongeveer vijftig miljoen euro, een bedrag dat gelijk staat aan vijf procent van het bruto binnenlands product van Transnistrië. Tussen de verpauperde gevels zijn winkels zichtbaar die alleen Kvint verkopen. Dankzij de drinkgewoonten in de regio is Moldavië het land met de grootste alcoholconsumptie per inwoner ter wereld.
De distilleerderij is zo’n populair nationaal symbool dat een foto ervan op het 5-roebelbiljet staat. Een kleurrijk briefje dat, als een ander land het als wettig betaalmiddel zou zien, ongeveer vijftig cent waard zou zijn. Door bij de grens alleen het woord ‘Kvint’ te laten vallen, werd ik zonder problemen dit vriendelijke spookstaatje binnengelaten. Het is een toverwoord in dit deel van de wereld.