FYI.

This story is over 5 years old.

Identiteit

Ik kan niet stoppen met scrollen: als je niet van je sociale-mediaverslaving afkomt

We worden steeds afhankelijker van technologie, dus zoeken steeds meer mensen naar een manier om die afhankelijkheid in te perken. We spraken de professionals die extreme gebruikers, oftewel sociale-mediaverslaafden, helpen om te genezen.
FOTO DOOR MOSUNO VIA STOCKSY

Je wordt wakker, je ogen zijn nog dicht, en je grijpt naar je telefoon. Hij ligt naast je hoofd, barstend van de berichtjes en notificaties. Je blijft nog een paar minuten liggen en begint te scrollen, terwijl je af en toe geïrriteerd je telefoon schudt om het beeld recht te krijgen. Nog voor je voeten de grond überhaupt hebben aangeraakt, ben je al op de hoogte van het nieuws, heb je je belangrijkste mails aangevinkt en weet je of je straks een paraplu mee moet nemen. Langzaam klim je uit bed en kijk je naar je liefje naast je. Die is zo druk met Candy Crush dat je nauwelijks wordt opgemerkt.

Advertentie

Sociale media en smartphones hebben de manier waarop mensen met elkaar omgaan en communiceren onherroepelijk veranderd. Volgens een door Facebook gefinancierde studie checkt tachtig procent van de gebruikers binnen een kwartier na het wakker worden zijn of haar telefoon. Volgens dezelfde studie checkt de gemiddelde gebruiker zijn mobiel elke zes minuten. Het zijn opvallende statistieken, maar geen ongebruikelijk.

We grappen wel eens dat we 'verslaafd' zijn aan onze telefoons, maar stel je voor dat je er zo afhankelijk van bent dat je incheckt bij een afkickkliniek.

Dr. Hilarie Cash is medeoprichter en hoofdarts van reSTART Center for Digital Technology Sustainability, waar je kunt afkicken en herstellen als je verslaafd bent aan technologie, games of internet. Volgens Cash kunnen mensen 'high' worden als ze veel technologie gebruiken, en ervaren ze afkickverschijnselen en andere symptomen van verslaving. De manier waarop ze onderzoekt of iemand aan verslaving lijdt, is de vraag of iemand negatieve consequenties ervaart bij het gebruik ervan, maar er desondanks toch mee doorgaat. Daarnaast ziet Cash dat sommige van haar cliënten enorm in ontkenning zijn, terwijl hun omgeving wel duidelijk een probleem waarneemt.

De laatste jaren is een debat ontstaan tussen medici en sociaal-psychologen over de vraag of digitale verslaving op dezelfde manier gezien moet worden als drugsgerelateerde aandoeningen en verslavingen. Het woord 'verslaving' kan op zoveel manieren worden toegepast, dat het een moeilijk te definiëren term is. Over het algemeen wordt iets als een verslaving gezien als de uitwerking ervan iemands functioneren schaadt en het tot sociale, academische en professionele verslechtering leidt.

Advertentie

"Stel, je neemt een achttienjarige die [verslaafd is] aan gamen, en in een sociaal isolement is geraakt," vertelt Cash. "Hij ontloopt andere mensen en heeft geen andere interesses meer – of als hij die wel heeft, heeft hij ze laten varen. Vanuit het idee van wat een gezond en gebalanceerd leven is, heb je slaap, beweging en menselijk contact nodig. Als je dat niet allemaal krijgt, zijn dat dus negatieve consequenties."

De literatuur over verslaving zou een bredere definitie moeten hanteren.

Hoewel verschillende technologische verslavingen nog worden behandeld in het huidige Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM), zou het overdadig gebruik van technologie volgens sommigen moeten vallen onder gedragsverslavingen, net als andere niet-chemische verslavingen als pathologisch gamen en dwangmatig winkelen. "Er moet een allesomvattende categorie voor verslaving komen," vindt Dr. Cash. "Er bestaan zoveel verschillende gedragsverslavingen, zoals sociale media, seks, porno en gokken. Ik vind het absurd om digitale verslavingen daarin uit te sluiten. Ze lijken precies op iedere andere verslaving, omdat ze zowel een euforisch gevoel als afkickverschijnselen teweeg brengen. De literatuur over verslaving zou een bredere definitie moeten hanteren."

Overal in de VS en de rest van de wereld verschijnen afkickklinieken voor technologieverslaving, zoals die van Dr. Cash. Het reSTART Center profileert zich als 'een plek van rust en vernieuwing voor technologiegebruikers die een besloten, vredige en ruime plek zoeken om hun digitale levens onder ogen te zien.' Het digitale afkickprogramma, dat startte in 2009, duurt acht tot twaalf weken en kost minimaal 14.000 dollar. De mensen die hulp zoeken zijn volgens Dr. Cash vooral mannen tussen de 18 en de 28. Er komen wel vrouwen, maar niet veel. "Over het algemeen zijn het slimme, leuke mensen, maar het varieert. Sommige mensen hadden een druk leven voor het verkeerd ging; anderen hadden alleen een online leven. Je kunt je voorstellen dat die mensen een stuk moeilijker te behandelen zijn."

Advertentie

Zodra ze aan het programma meedoen, worden de cliënten compleet afgesloten van elke vorm van technologie. De coaches en therapeuten helpen ze om 'weer contact te leggen met het echte leven' en om te gaan met bijverschijnselen. Om 'de afhankelijkheidscyclus te doorbreken' mogen de cliënten 45 dagen lang geen technologie gebruiken, waarbij ze geholpen worden door hun sponsoren. In die periode leren ze de levensvaardigheden die door het buitensporige technologiegebruik onderontwikkeld kunnen zijn geraakt. De cliënten wonen daarnaast in een woning met "weinig technologie, geen videogames of drugs. Voor wie de kosten van afkickklinieken als reSTART niet betaalbaar zijn, zijn er netwerken als van Talkspace. De online therapiedienst richtte eind 2015 een programma op voor sociale-media-afhankelijkheid, dat volgens het bedrijf de eerste van zijn soort is. Het is ontwikkeld om mensen meer controle te geven over het gebruik van Facebook, Instagram, Twitter en andere sociale media. Het programma duurt twaalf weken en is vergelijkbaar met andere text-based therapieprogramma's: je kunt je therapeut overal, op ieder moment van de dag, een bericht sturen vanaf je telefoon.

Het is eigenlijk wel ironisch dat je sociale media gebruikt om van je sociale-mediaverslaving af te komen, maar iedereen gebruikt nou eenmaal sociale media.

Het lijkt een beetje contra-intuïtief om technologie te gebruiken om je technologiegebruik te beperken, maar Katherine Glick, verslavingsspecialist bij Talkspace, verdedigt de opzet. "Het is eigenlijk wel ironisch dat je sociale media gebruikt om van je sociale-mediaverslaving af te komen, maar iedereen gebruikt nou eenmaal sociale media," zegt ze. "Het maakt onderdeel uit van ons cognitieve landschap, dus kunnen we het constructief inzetten, op een doelgerichte en betekenisvolle manier. Ik denk dat je relatie met sociale media daardoor opnieuw gedefinieerd wordt."

Glick is onder meer specialist op het gebied van voedselverslaving, dat volgens haar een vergelijkbaar genezingsproces heeft als sociale-mediaverslaving. "Je kunt alcohol of drugs wel afzweren, maar eten niet. Dus ik pak het met mijn cliënten zo aan dat hun relatie tot voedsel veranderd, en we erachter komen welke rol voedsel tot dan toe gespeeld heeft. Of het nou ter ontspanning is of vluchtgedrag, of wat dan ook. Dat kunnen we vervolgens veranderen in een gezonde, gebalanceerde relatie met eten," legt ze uit. "Ik denk dat we technologie en sociale media juist kunnen gebruiken om mensen te helpen met hun dwangmatige technologiegebruik. Je maakt iemand bewust van zijn relatie met technologie."

Zowel afkickklinieken voor technologie als terapieprogramma's voor sociale-media-afhankelijkheid zijn nieuw en verre van perfect. Desondanks zullen we de komende tijd moeten leren omgaan met de alomtegenwoordigheid ervan. Hoewel Dr. Cash en Glick de verslaving op verschillende manieren aanpakken, zijn ze het met elkaar eens dat dit soort aandoeningen niet alleen steeds vaker voorkomen, maar dat ze binnenkort ook omarmd moeten worden door de American Psychiatric Association.

"Ik voorspel dat digitale- en internetverslavingen binnenkort zullen worden opgenomen in de DSM, net zoals gokverslaving in 2013," zegt Glick. "Steeds meer klinieken zullen programma's gaan ontwikkelen die gericht zijn op techniekverslaving. Ik denk bovendien dat al onze gezondheidszorg richting een online model gaat. We leven in een tijd van enorme technologische groei, en dat zie ik binnenkort niet veranderen. Ik denk eerder dat die groei steeds harder zal gaan."