Ik liep met honderd poedelnaakte mensen door de Kunsthal in Rotterdam

Iedereen met een oranje drankje in zijn hand trekt straks zijn kleren uit. De naakte tour langs het werk van Robert Mapplethorpe wordt ingeleid met een aperol-spritz – tegen de spanning, denk ik. Mensen dralen en kijken wat op hun telefoon. Straks zijn we allemaal naakt. Ik ook. Feestjes willen bij mij nog wel eens uit de hand lopen tot op het exhibitionistische af, maar dat is iedereen de volgende dag weer vergeten. Dit is de echte shit.

Een naakte rondleiding langs de beelden van Mapplethorpe, die bekend staat om zijn compromisloze erotische foto’s; veel mannelijke geslachtsdelen, zwepen, beroemdheden en esthetische lichamen – dat klinkt spannend. Maar zou ik de foto’s beter kunnen ervaren dan met mijn kleren aan?

Videos by VICE

Foto: Bas Czerwinski, met dank aan de Kunsthal Rotterdam

Ik verwacht dat ik in mijn nakie misschien een diepere relatie met de foto’s zou kunnen krijgen. Dat ik onderdeel word van het erotische spel van Robert Mapplethorpe. Dat ik niet een voyeur ben die weer eens interessant staat te doen in zijn coltrui, maar een deelnemer, die net als de modellen van Mapplethorpe in een ongemakkelijke positie zit. (Oké, niet zó ongemakkelijk: ik hang niet geketend ondersteboven terwijl iemand in mijn balzak knijpt). Ik hoop en vrees tegelijk dat ik zo vervoerd raak door de kunst en de sfeer dat ik het meest zichtbare teken van mannelijke opwinding ga vertonen.

Terwijl we poedelnaakt onze kleding in kluisjes proppen, kom ik erachter dat lang niet iedereen het ongemakkelijk vindt. Sommigen kennen elkaar van andere naturistische activiteiten. “Naakt wandelen, naakt kanoën, naakt bowlen, naakt lasergamen. Alles dat leuk is en dat je ook naakt kunt doen, doen we,” zegt een van de frequente naaktlopers. Ze geven elkaar heel casual drie zoenen tijdens het omkleden, terwijl ik vooral bezig ben niet met mijn ellebogen tegen de borsten van mijn buurvrouw aan te stoten. Een man met geblondeerd achterovergekamd lang haar (à la de man van Bobbi Eden) en zijn vrouw op rode naaldhakken flaneren alsof ze nooit anders doen. Er zijn opvallend veel penissieraden, eikelpiercings, tattoos en all-over zonnebanktintjes. Dat is valsspelen. Dan ben je niet écht naakt.

Na het uitkleden lopen we nog langs een volledig uitgedoste suppoost, en ik word sowieso altijd al zenuwachtig van uniformen. Dan staan we met zo’n honderd bezoekers poedelnaakt in de onherbergzame museumzaal. Ik mis broekzakken om mijn handen in te doen. De man voor mij mist broekzakken om zijn kluissleuteltje in te doen, laat hem op de grond vallen en trakteert me op een royale blik in zijn bilnaad.

Robert Mapplethorpe, Lee Leigh (1980). Met dank aan de Kunsthal Rotterdam.

Als de tour begint, blijkt dat ook Robert Mapplethorpe er niet vies van is om ons blikken in zijn eigen en andere bilnaden te gunnen. Maar de foto’s die hij hiervan maakte zijn zo strak gekaderd en perfect uitgelicht dat ze weinig te maken hebben met de wereld waarin wij, naakte stervelingen een informatieve rondleiding kregen. Een penis met een vinger erin (waarvan ik me niet kan voorstellen dat het geen pijn doet) was voor Mapplethorpe net zo goed een verstild esthetisch object als een bloem in een vaas. De wereld van Mapplethorpe is perfect: het lijden is altijd gestileerd en het naakt van Mapplethorpe is geen ordinair bloot. De fotograaf kleedde zijn goddelijk gebeeldhouwde modellen aan met licht en schaduwen, composities volgens de gulden snede en hier en daar leren riempjes en martelwerktuigen, om een maximaal blasé erotisch effect te bereiken. Mapplethorpe balanceert precies op het randje tussen glamour en ellende, tussen pijn en lust.

Hoe spannend de foto’s ook zijn, de spanning die er is tijdens de naakte tour heeft bar weinig met seks te maken. En na de koudwatervrees in het begin, begint alles verrassend normaal te worden. Er wordt weinig in het rond gespiekt, al is er één verdachte figuur die zijn schaamstreek continu verstopt achter het programmaboekje. Verder is iedereen vooral enthousiast en zet elkaar op de foto, poserend bij kunstwerken. Er is meer hitsigheid tijdens de gemiddelde vrijmibo op een accountantskantoor. Na afloop van de tour spreek ik een Vlaming, die zijn slangenprintpak weer heeft aangetrokken. Hij vertelt dat hij vaak naakt poseert op kunstacademies en dat hij de naakte rondleiding best normaal vond. “Eigenlijk is dit niet zoveel anders dan een gewoon museumbezoek. Maar je raakt wel makkelijker met mensen in gesprek. Mijn vrouw en ik zijn hier als koppel, en dan heb je normaal gesproken toch snel de neiging om alleen met elkaar te praten.”

Foto: Bas Czerwinski, met dank aan de Kunsthal Rotterdam

Naakt kunst kijken met honderd andere blote mensen is inderdaad veruit het sociaalste, absurdste en minst pretentieuze museumbezoek dat ik ooit heb meegemaakt. Maar het voelde niet erg artistiek en was zeker niet de esthetische totaalervaring waar ik op gehoopt had. Het contrast tussen de perfecte wereld van Mapplethorpe en de gezellig blote realiteit had niet veel groter kunnen zijn. Tip aan de Kunsthal voor een volgend experiment: een ruig, ongezellig fetisjfeest in de tentoonstellingsruimte.

Robert Mapplethorpe, een perfectionist‘ is nog tot en met 27 augustus te zien in de Kunsthal Rotterdam.