Ik heb geen designopleiding of kunstacademie gedaan maar studeerde industrieel ontwerpen aan de Technische Universiteit Eindhoven. Meestal gaat dat over meubels maken of programmeren, maar daar had ik niet zo’n zin in. In mijn tweede jaar kwam ik een project tegen dat over kweekvlees ging, en vanaf dat moment ben ik mijn interesse in voedsel gaan mengen met design. Toen leerde ik hoe ik het kon combineren met technologie, wetenschap en kunst.
Het begon met de technologie achter voedsel. Ik vroeg me af hoe we verschillende producten kunnen maken van die technologieën, en dat heeft de basis gevormd voor wat ik nu doe. Nu onderzoek ik nieuwe manieren om voedsel gezonder of efficiënter te maken, en hoe we technologie kunnen gebruiken om in de toekomst beter voedsel te maken.
Videos by VICE
LEES MEER: Er komen ook gezonde dingen uit de 3d printer
Het is ook erg abstract – zoals In vitro ME [een project waarin Rutzerveld een “bioreactorjuweel” ontwierp dat zich in het lichaam nestelt om menselijk spierweefsel te laten groeien]. Ik denk niet dat we in de toekomst kweekvlees van ons eigen lichaam gaan laten groeien. Het gaat er meer om dat we nadenken over hoever we willen gaan om vlees te eten. Het is makkelijk als het van een dier af komt.
Met mijn project Edible Growth, dat gaat over hoe we voedzaam 3D-geprint eten kunnen maken, wil ik de vraag stellen waarom we alleen maar chocola en koekjes maken met de technologie. Dat vind ik geen voedsel. Als we technologie serieus willen nemen in de toekomst en er echt voedsel mee willen maken, wat moeten we dan doen? Het gaat me erom de mogelijkheden te laten zien.
Ik communiceer mijn ideeën door workshops en experimentele dinertjes te geven. Je kan al je zintuigen gebruiken. Als ik een lezing geef of praat over de problemen rond voedsel, is het zo passief. Als mensen met de technologie of het eten aan de slag kunnen, begrijpen ze waar ik het over heb en hoe ik op mijn ideeën kom. Daarna kunnen we veel beter discussiëren over de vraag of we vlees uit het lab gaan eten, of dat we ons voedsel gaan 3D-printen.
Toen ik begon met food design was het vooral speculatief. Nadat ik afstudeerde en mijn eigen bedrijfje begon, realiseerde ik me dat ik soms realistischer moet denken. Als je een lijn zou tekenen, heb je aan de linkerkant de dingen die nu bestaan. Rechts heb je sciencefiction, toekomstvisioenen en dingen uit films. Het midden van de lijn is de plek waar innovatie gebeurt.
STROOOP!, mijn nieuwe project, zit ergens in het midden. Het is niet helemaal gestoord en ondenkbaar. Ik werk samen met een bedrijf dat groentesap maakt van het restproduct van geschilde wortels die naar de supermarkt gaan. Ik gebruik hun bijproduct weer: de vezels. Zo maak ik een nieuw product met zo min mogelijk toevoegingen en hoop ik te laten zien wat je allemaal kan maken van restproducten. De natuurlijke eigenschappen van een product kunnen een een goed uitgangspunt zijn om nieuwe dingen te maken.
Ik koos voor stroopwafels, omdat het zo typisch Nederlands is.
Ik denk dat de toekomst van voedsel verschillende kanten op zal gaan. Het wordt allemaal erg hightech, met voedsel dat meer focust op voedingsstoffen en minder op smaak. Zelf geloof ik meer in urban farming: je eigen groente verbouwen en meer in contact staan met de natuur.
Wat ik vooral hoop is dat we steeds minder vlees gaan eten. Door de massaproductie van voedsel, verlies je een hoop zintuigelijke beleving. Het lijkt me beter als we ons gaan focussen op de textuur en smaak van wat we eten.
Zoals verteld aan Daisy Meager.