Over een jaar of tien zullen we weten of Emiel Joormann oftewel Willie Darktrousers zijn tijd ver vooruit was of het spoor finaal bijster. Zijn Glibberburen is zonder twijfel een van de merkwaardigste albums van 2017. Willie combineert hierop zijn liefde voor Future, Kanye West en Travis Scott met noise, metal en absurde Nederlandstalige teksten over kermissen en Tamagotchi’s.
We spreken af in Donkerbroek, het dorp waar hij opgroeide – vandaar ‘Darktrousers’. Hoewel je als plaats met een reguliere naam niets te zoeken hebt in het zuidoosten van Friesland – Donkerbroek ligt op een rijtje met Klein Groningen, Moskou, Drie Tolhekken en Buttinga – is het een doodnormaal dorp. Met zijn coupe soleil, zwarte hoed en PLO-shawl is Willie Darktrousers er een opvallende verschijning. Kort na zijn geboorte verhuisden zijn ouders hiernaartoe vanuit Haarlem. Als import-Fries en ongelovige op een gereformeerde school, was hij zonder meer een buitenbeentje. Toch heeft hij een goede tijd gehad, vertelt hij, terwijl we door weilanden en bossen lopen, alvorens bij de snackbar een bord patat en een koolsalade die naar kerrie smaakt naar binnen te werken.
Videos by VICE
Muziek speelde een belangrijke rol in zijn leven. Met zijn collega’s in het kaaspakhuis sprak hij nergens anders over en hij speelde in vijf bandjes. Na zijn verhuizing naar Leeuwarden vond hij een bassist en een drummer die zich onder de naam De Splinters achter hem schaarden. Met hen maakte hij die maffe plaat vol autotune, die vreemd genoeg tegelijkertijd futuristisch als archaïsch aandoet.
Willie Darktrousers: Het wringt, daarom past het. Mijn teksten zijn niet per se ouderwets, maar ik gebruik bijna-vergeten namen als Pierlala, Ringeling en Biebelebons. Hoewel je ervan gehoord hebt, kun je ze niet helemaal plaatsen. Ze zijn bovendien typisch Nederlands. Het benadrukt dat we niet meer weten wie we zijn.”
Noisey: Dat klinkt als de zoektocht naar de Nederlandse identiteit waar iedereen momenteel druk mee lijkt te zijn.
Precies. De overlevingskansen van een cultureel gebruik zijn even groot als de marktwaarde ervan. Na de oorlog hebben de Amerikanen Europa als afzetmarkt benut. Wij hebben bijna geen tradities over die generaties met elkaar verbinden. Behalve Sinterklaas, maar ook dat staat onder druk – geheel terecht overigens. Honderden jaren hebben we dezelfde liedjes gezongen. Die zijn verdwenen toen de open haard werd vervangen door de televisie. De liedjes die mijn oma leerde, ken ik niet. Dat verschijnsel zie je overal: in de cultuur, in de architectuur. Wij zijn afgeknipt. Ik vind dat niet per se vervelend, maar ik voel me wel vervreemd.
Dat is ongeveer waarom Buma wil dat kinderen het Wilhelmus leren.
Ik geloof niet dat dat de oplossing is. Je kun zoiets niet van bovenaf opleggen. Overal zie je dat mensen op zoek zijn naar verbinding. Dat verklaart die hele retrostroming in de muziek, met bands als DeWolff. Mijn muziek komt voort uit hetzelfde gevoel, maar ik benadruk juist de verschillen.
Is dat waarom je autotune gebruikt?
Autotune klinkt futuristisch, het is op de toekomst gericht. Dat glazige geluid vind ik ook gewoon mooi; dat is het belangrijkste, het gaat om het geluid. Ik luister veel naar trap en wilde weten wat er zou gebeuren als ik dat met harde gitaarmuziek zou vermengen.
Willie Darktrousers & De Splinters kwam moeiteloos door de selectiecommissie van de Popronde, maar uiteindelijk werden jullie in slechts 3 van 41 steden geboekt.
Ik denk dat veel mensen onze muziek niet mooi vinden, misschien zelfs een beetje eng, omdat het onnatuurlijk klinkt. In de wereld van de iets extremere gitaarmuziek is autotune not done. Uit die hoek horen we vaak dat mensen het jammer vinden dat we het niet zonder doen. Ach ja. Mensen vonden auto’s vroeger ook stom.
Zou je zonder autotune populairder zijn geweest?
Dat denk ik niet. Nederlandstalige muziek is toch al niet echt geliefd.
Dankzij artiesten als Roosbeef, Eefje de Visser en Spinvis is dat de laatste vijftien jaar sterk verbeterd, toch?
Dat zou kunnen. Ik vind vooral Meindert Talma goed. Daar ben ik echt fan van. Van De Kift ook, en van sommige nummers van André Manuel. Verder hou ik meer van hiphop. Smib is geweldig.
Heb je contacten met de hiphopscene?
Nee. Dat lijkt me wel leuk. Smib is echt groot geworden. Dat is Meindert Talma nooit gelukt. Hij brengt zijn nieuwe plaat uit in Vera. Dat zou het stadion van FC Groningen moeten zijn. Ik snap het wel, hoor. Zijn liedjes zijn te weerbarstig en te confronterend. Hij zingt ook anders dan de mensen gewend zijn. Er zijn strak omlijnde ideeën over wat muziek is. Daarom reageren mensen ook zo heftig op autotune. Het hoort niet. Van artiesten wordt verwacht dat ze normaal doen. Dat is de omgekeerde wereld. Het is kennelijk wat mensen bezighoudt, normaal doen. Daarom is de VVD zo groot.
Willie en ik zijn inmiddels in een normaal café aanbeland. Kaatsende biljartballen en een playlist uit 1978 bepalen de soundtrack. Omdat de chocolademelk op is, drinken we water. Even daarvoor bezochten we het kerkhof van Donkerbroek. Tussen de grafzerken lag een atalanta (dat is zo’n zwarte vlinder met rode en witte vlekken) met veel gevoel voor melodrama zijn laatste adem uit te blazen.
Ben je bang voor de dood?
Ik ben bang dat het te vroeg zal komen. Misschien komt het altijd te vroeg. Ik zou software willen worden, mezelf willen uploaden. Dan kun je altijd nog besluiten dat je wil stoppen. Ik geloof dat wij de werking van onze hersenen uiteindelijk naar enen en nullen kunnen vertalen, het is alleen de vraag of dat in mijn leven al mogelijk is. Mijn wereldbeeld is nogal wetenschappelijk. Kunst is de manier om de ervaringen die daar niet mee strijken een plaats te geven. Om dat gevoel van ontbinding uit te drukken en te delen met anderen, bijvoorbeeld.
Om zo toch verbinding tot stand te brengen, al is het voor een klein publiek?
Voor een klein publiek ja, haha. Het gaat niet om het effect. Dan zou het efficiënt zijn; nut hebben. Het zou betekenen dat ik het zou doen voor mijn eigen comfort. Kunst maakt juist dat er meer is om voor te leven.
Het najagen van comfort is de mens eigen, toch? Het is in het Westen aardig gelukt. Je kunt een tamelijk zorgeloos bestaan leven. Een beetje netflixen, geen zorgen aan je kop.
Ik geloof niet dat zulke mensen de zaligheid kennen die ik ken. Als ik mij in ze probeer te verplaatsen, voelt dat vies. Het is lelijk, die verdoving.
Ken je die cartoon van Gummbah: ‘Man met een ondraaglijk hoog IQ’? Hij zit aan zijn bureau. Op de achtergrond zie je twee mensen. De ene vraagt: “Nog koffie?” “Ja, graag,” zegt de ander. De man met een ondraaglijk hoog IQ grijpt naar zijn hoofd: “Oh God, wat zijn ze dom!”
Dat is grappig, hè? Omdat het zo herkenbaar is, dat gevoel.
In de bus hiernaartoe zaten er twee mensen voor mij die elkaar vaag kenden en al jaren niet hadden gezien. Ze hadden een ontzettend suf gesprek, een beetje ongemakkelijk ook. Toch was dat eerder aandoenlijk dan irritant.
Omdat het oprechte interesse was. Ze hoefden niets van elkaar, het was onzelfzuchtig. Dat is poëzie.
Misschien kende je ze wel. Weet Donkerbroek van het bestaan van Willie Darktrousers?
Geen idee. Ik zou hier best eens willen optreden. Je hebt hier geen jeugdcentrum, alleen een zaaltje voor begrafenissen, de intocht van Sinterklaas en de miniplaybackshow. Daar heb ik ooit aan meegedaan met een liedje van VOF de Kunst, Monsters te koop. Eigenlijk is dat precies wat ik nu doe. In feite doe je als kunstenaar de hele tijd hetzelfde. Je werkt om je gebreken heen. Een groot deel van je stijl ontstaat op die manier.
Beluister ‘Glibberburen’ van Willie Darktrousers & de Splinters hieronder.