Tech

We vonden de enige Nederlandse vrouw wier stem in de kosmos is vereeuwigd

“You know you can’t escape death, but immortality can be obtained”
The Alchemist, The Holy Mountain, 1973

In miljoenen jaren, als er van jou en mij nog minder over is dan stof, is het onwaarschijnlijk dat er nog veel dingen hetzelfde zijn. De mensheid, onze cultuur en technologie, alles is op een gegeven moment wel voorbij. Zo ook onze Nederlandse cultuur en taal – op één zinnetje na: een gezellige Nederlandse zin die 40 jaar geleden is ingesproken, op een gouden plaat gegraveerd, in een satelliet gestopt en de ruimte ingeknald, in de hoop dat deze ooit een buitenaardse beschaving zal bereiken.

Videos by VICE

Een buitenaardse beschaving wier eerste kennismaking met het Nederlands de volgende opname is:

Voyager One is een ruimtesonde die op 5 september 1977 door NASA gelanceerd is om de buitenste regio’s van ons zonnestelsel te bestuderen. Maar dat doet er voor dit verhaal niet toe en bovendien zijn er enorm veel sondes die in de ruimte allerlei wetenschappelijke dingen doen. Nee, wat de Voyager One onderscheidt is zijn secundaire missie: de verkenning van interstellaire ruimte, de onvoorstelbare leegte buiten ons zonnestelsel.

In 2013, 36 jaar na lancering, verliet Voyager ons zonnestelsel, de drempel over naar de oneindigheid. Er is niets dat door mensenhanden is vervaardigd dat zo ver van de aarde is verwijderd. In 1990 draaide de Voyager One zijn camera om en nam een laatste blik op Aarde. Dit resulteerde in de bekende ‘Pale Blue Dot’ foto, waarop de aarde slechts 0,12 pixel is. Als je nu vanaf de Voyager One naar Aarde zou kijken, moet je je voorstellen dat je naar de kop van een spermacel kijkt, op een meter afstand. Zo klein.

De bijzondere ‘vracht’ van de Voyager One, een soort gouden LP, bevat een boodschap van de aarde aan potentieel buitenaards leven, die ooit misschien de sonde zouden ontdekken. De Golden Record werd samengesteld door Carl Sagan en moest een vertegenwoordiging zijn van onze planeet, de mensheid en onze cultuur. Van walvisgezang en een foto van een dikke man die vol passie een tosti eet tot de beste muziek die de aarde te bieden heeft, zoals Johnny B. Goode van Chuck Berry.

Op de Golden Record staat ook deze afbeelding van hoe mensen eten, likken, drinken en raar kijken.

Het is een soort tijdscapsule die je als kind in je achtertuin begroef. Alleen dan in de ruimte en niet zo ontzettend cliché. Op deze gouden plaat staat naast afbeeldingen, geluiden, muziek en documenten, ook een boodschap in 55 verschillende talen, waaronder ook in het Nederlands.

De kritiek op de Golden Record beslaat doorgaans het volgende scenario. “Hoe groot is de kans nou dat aliens die plaat gaan vinden? *doet een alien na* ‘Oh, kijk, een gouden plaat, die neem ik wel even mee naar mijn serre en dan speel ik hem af op mijn platenspeler. Misschien is buitenaards leven wel zo klein als een zandkorrel of zo groot als een planeet.’”

Een terecht punt van zorg. De kans dat de Golden Record gevonden wordt is natuurlijk minuscuul, dat wisten NASA en Carl Sagan ook. Vergeleken met de onmeetbaarheid van de ruimte is de Voyager One een molecuul in de donkere zee van niks.

Maar er wordt hier voorbij gegaan aan het idee achter de Golden Record.

De Golden Record die nu al 19,4 miljard kilometer verwijderd is van de aarde.

De Voyager One is een symbool; een baken van de mensheid in de ruimte. Met elke seconde schiet ons intellectueel erfgoed verder de oneindigheid in. Zolang de Golden Record nog bestaat, zal de mensheid blijven bestaan. Zolang de Golden Record bestaat is het Nederlands onsterfelijk, en wie hebben we hiervoor te danken?

Ene Joan de Boer.

Ik wilde weten wie de Nederlandse zin had ingesproken. Ik ging er vanuit dat een beroemd stemartiest in 1977 heel episch een zin had ingesproken. Dat er een commissie was geweest van Nederlandse geleerden die wekenlang bakkeleiden om welke zin de Nederlander moest introduceren aan buitenaardse beschavingen. Dat de koningin zelf haar veto uitsprak over “Gezellig u te ontmoeten, vriendelijk wezen.” Maar een snelle Google-search bracht mij, natuurlijk, naar Wikipedia die me vertelde dat ene Joan de Boer “Hartelijke groeten aan iedereen” had ingesproken. En … dat was het.

Er was geen Wikipedia-link op de naam, Google kon me niks vertellen en zeker geen plaatjes van een persoon laten zien. Hoezo was dit mens niet beroemd?! Ze betekent toch zeker meer voor Nederland dan Dries Roelvink ofzo? Ik zeg ‘dit mens’, omdat ik op dat moment niet wist of het een man of vrouw was. Ik ging er eerlijk gezegd van uit dat het een man was, omdat ik kennelijk een seksist ben.

Ik ging naar de site van NASA, waar ik uiteindelijk terecht kwam bij de audiofragmenten van de Golden Record. Hier vond ik de Nederlandse zin in kwestie en leerde ik dat Joan de Boer een vrouw was (sorry, Joan..).

Ik was verbaasd en enorm nieuwsgierig. Wie was die vrouw? Wie is de vrouw die de Nederlandse taal en cultuur heeft vereeuwigd in de kosmos met die vier legendarische woorden; “Hartelijke groeten aan iedereen”? En wat vond ze van dat feit? Besefte ze wel hoe belangrijk ze was in de toekomstige historie van Nederland?

Alle registers die ik als burger online kon bezoeken ging ik af: trouwregisters, geboorteregisters, overlijdensadvertenties, nada. Joan was een spook. Een ruimtespook, welteverstaan.

Ik ging terug naar de bron, waar het allemaal begon: NASA. Via de NASA site van de Voyager One kwam ik erachter dat de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie Dr. Carl Sagan van Cornell University had gevraagd om het aanleveren van de ‘groet’. Hij mocht zelf de invulling bedenken, maar hij kreeg daar niet veel tijd voor. Joan moest op die plek in die tijd in de buurt geweest zijn. Mijn zoektocht ging naar Amerika, naar Cornell University, Ithaca, New York.

Ik zocht in de geschiedenis van Cornell en eindelijk had ik een treffer. Ik kreeg geen profiel, telefoonnummer, mail, adres of foto, maar ik vond haar naam een aantal keer terug. Op één pagina stond ze als spreker vermeld en daaronder stond ook de Taalunie Nederland.

Zou het dan toch zo makkelijk zijn? Nee, de Taalunie Nederland reageerde dat de naam Joan de Boer niet in hun database naar boven kwam. Natuurlijk niet, het was 40 jaar geleden, de vroegste vorm van het internet zou nog zes jaar op zich laten wachten.

Ik kon het niet opgeven na deze tegenslag. Ik moest en zou haar vinden. Het was natuurlijk ruim 40 jaar geleden en aan de stem te horen was Joan niet superjong toen ze het insprak. Hoe oud zou ze zijn? Zou ze nog Nederlands kunnen? Zou ze überhaupt nog onder de levenden zijn?

Al eerder was ik op de site van Cornell University twee documenten tegengekomen van de Livermore Society, waaraan door onder andere ene Tob en Joan de Boer een gift was gegeven. Het was tijd voor een nieuwe aanpak, als ik Joan niet kon vinden, dan maar haar man. Hij kon me ongetwijfeld in contact brengen met zijn vrouw. Nou ben ik nooit getrouwd geweest, maar ik heb wel zo’n gevoel dat getrouwde mensen van elkaar weten waar ze zijn. Dit zou misschien wel iets makkelijker gaan worden.

Een donatie gedaan aan de Livermore Society door Tob en Joan de Boer

Het werd niet makkelijker. Tob de Boer was even lastig te vinden als zijn vrouw. Maar Tobias de Boer gelukkig niet. Ik vond al snel een oud en schaars ingevuld profiel op de website van Cornell. Tobias de Boer was een gepensioneerde professor emeritus aan het College of Enginering. Telefoonnummers, mailadressen en adressen, alles stond er. Ik had een goudader geraakt.

De Cornell University reageerde vrij snel op mijn vraag welke informatie nog relevant was: een huisnummer en een werkmail, die beiden nog actief waren. Ze wisten alleen niet hoe vaak die gecheckt werden. Uit beleefdheid en omdat ik een beetje bang was voor wat ik aan de andere kant van de telefoon zou aantreffen stuurde ik Tob de Boer een mailtje, of ik met zijn vrouw in contact kon komen om haar wat te vragen over de opname.

Geen reactie.

Ik moest gaan bellen. Ik zou gaan bellen. Ik belde. Nadat ik had gegoogled had hoe ik naar Amerika moest bellen. De telefoon ging over. Een oudemannenstem: “Hallo?”

Motherboard: Hey, you’re speaking with Joost Mollen, am I speaking with Tob de Boer?

Tob de Boer: Yes, you are.

Do you still speak Dutch? It won’t be a problem talking English though.

Ja , ik spreek nog Nederlands.

Ah fijn, ik ben een schrijver uit Nederland. Ik schrijf een artikel over de Golden Record en de vrouw die het Nederlands heeft ingesproken. Klopt het dat uw vrouw in 1977 de Nederlandse tekst op de Golden Record van de Voyager One heeft in gesproken?

Ja dat klopt ja.

Ik kreeg een eurforie boost die enkel te vergelijken was met het feestdieet van een gabber op Thunderdome.

Zou ik haar misschien daarover kunnen spreken? Ik schrijf over het feit dat uw vrouw de Nederlandse taal heeft vereeuwigd in de kosmos. Het was niet makkelijk om haar te vinden en ik vind dat ze de faam en respect moet krijgen die ze verdient.

Ja ja. Ze is nu even weg.

Ik was weer aan het neerkomen.

Zou ik anders morgen kunnen terug bellen?

Ja hoor, dat is goed.

Oké, ontzettend bedankt. Tot morgen.

Tot morgen.

Ik kon het niet geloven. Morgen zou ik Joan spreken. Ik zou de stem der onsterfelijkheid horen.

De dag erna belde ik terug. Weer kreeg ik Tob aan de lijn. Joan was thuis, zei hij.

“Joan! … Joan! … Joan! … Die jongen uit Nederland, Joost!”

Ik hoorde geloop en gemompel. Een vrouwenstem:

“Waar ligt de telefoon?”

Ik had bijna Joan de Boer aan de lijn, ik hoorde haar op de telefoon aflopen. Wat gerommel en een biep. Ze had me weggedrukt…

Ik belde snel terug.

“Met Joan. Sorry, ik snap nog niet zo veel van de nieuwe telefoon”

Ik was blij dat ze me niet kon zien, want er zat een enorm domme grijns op mijn gezicht. Ik sprak met de Nederlandse eeuwigheid, ongelofelijk; ik had haar eindelijk aan de telefoon.

Ik begon te vertellen over mijn zoektocht naar haar, dat ze enorm moeilijk te vinden was en dat ik het schandalig vond dat ze niet bekender was in Nederland. Ik vertelde haar over dat ze de Nederlandse taal had vereeuwigd in de kosmos en zichzelf daarmee onsterfelijk heeft gemaakt. Ik was even bang dat Joan geen Nederlands meer zou spreken, maar hoewel ze af en toe moest zoeken naar een woordje, sprak ze het nog vloeiend.

Toen ik begon over de Voyager One was haar eerste vraag:

“Hebben ze hem gevonden?”

MOTHERBOARD: Nee mevrouw de Boer, maar dat kan nog altijd gebeuren. Dat weten we niet. U spreekt nog heel goed Nederlands, terwijl u al zo lang in Amerika woont.

Joan de Boer: Ik spreek Nederlands met mijn man. Daarnaast gaf ik Nederlandse les en kwamen we jaarlijks terug in Nederland.

Wat vind u er nou van dat uw stem, en daarmee de nalatenschap van de Nederlandse taal, nu al bijna veertig jaar door de ruimte vliegt?

Daar heb ik eigenlijk niet echt bij stil gestaan. Ik heb toen mijn stem ingesproken en dat was het. Heel veel anderen deden hetzelfde.

Echt niet? Uw stem is zo het enige wat overblijft van onze Nederlandse taal en cultuur, dat is best iets groots.

Ik heb er nooit zo over na gedacht. Ik ben blij dat jij er zo enthousiast over bent, maar niemand vroeg er ook naar. Er waren in 2009 een aantal Belgen die een documentaire maakten over Nick Sagan, de zoon van Carl Sagan. Toen hoorden ze van hem dat ik in de buurt woonde en zijn ze nog even langs gekomen om mij wat dingen te vragen. Ik weet niet meer van welk programma ze waren. Ze zeiden nog dat ze wat zouden laten horen, maar dat hebben ze nooit meer gedaan.

Hoe bent u eigenlijk bij het Golden Record-project terecht gekomen?

Ik ben na de Tweede Wereldoorlog, in de jaren 50, met mijn man Tob verhuisd van Nederland naar Amerika. Ik gaf destijds les aan Amerikanen die graag Nederlands wilden leren. Door Tob zijn werk als professor aan het College of Engineering aan Cornell kenden we het hoofd van het departement goed. Hij heeft me toen uit de les gehaald, en hij vroeg of ik een korte boodschap in het Nederlands kon inspreken aan eventueel buitenaards leven. Dus dat heb ik gedaan.

U bent dus echt de les uit getrokken voor uw stem?

Er zat veel haast bij, werd me verteld.

Zou u misschien uw legendarische zin opnieuw willen inspreken voor mij?

Wat was het ook al weer?

Hartelijke groeten aan iedereen.

En ze deed het. Luister hieronder naar Joan de Boer AKA de Nederlandse stem der eeuwigheid AKA de echte eerste Nederlander in de ruimte AKA de onsterfelijke vrouw 40 jaar later:

Ik heb nog een half uur met Joan aan de telefoon gehangen. Joan was geboren in 1933 in Soerabaja. Tob en Joan wonen in een bejaardentehuis in Ithaca. Ze zat buiten met haar man. Het was lekker weer, 22 graden. Ze heeft op Obama gestemd. Drie jaar geleden hebben ze hun vakantiehuisje in Reeuwijk, dat naast Gouda ligt, verkocht. Ze kwamen er tot dan elk jaar. Al mijn mails kwamen in haar spambox terecht. Waarom wist ze ook niet, zei ze.

Ik vertelde haar over mijn vakantie in Amerika, aan de oostkust en alle parken in de buurt. “Die parken zijn prachtig aan de oostkust”, zei ze, “maar ik zou er niet willen wonen, te warm en te droog.”

“Ik ook niet, doe mij maar Nederland.”

Joan de Boer in gesprek met de documentairebelgen, die nooit meer wat aan haar hebben laten horen.

Ik bedankte Joan hartelijk. Volgens mij kon ze het enthousiasme wel waarderen. Ik liet alles even bezinken. Als de Golden Record ooit gevonden zal worden, weet ik een ding zeker: aan de boodschap kan het niet liggen. Hoewel Joan de Nederlandse groet spontaan heeft ingesproken, heeft ze naar mijn mening de juiste snaar geraakt. Het beslaat de kern van onze cultuur, of tenminste, zoals die zou moeten zijn. Een tolerante cultuur die hartelijk iedereen met open armen begroet. Joan’s groet kent geen grenzen. Het vertelt het verhaal over onbegrensde liefde voor elk levend wezen, op aarde of in de ruimte. Ik geloof dat dit een mooi streven is voor ons allen; een soort levenscredo. Laten we Joan trots maken en haar groet eer aan doen. Vanaf een zandkorrel op de kosmische zee die wij ons thuis noemen:

Hartelijke groeten aan iedereen.