Ik was het zat om single te zijn dus maakte ik een levensgroot vriendje van klei

‘Je komt je grote liefde altijd tegen op het moment dat je het ‘t minst verwacht.’ Het is een vreselijk cliché, maar er bleek een kern van waarheid in te zitten: toen ik stopte met zoeken, kwam ik hem tegen.

Ik ben nu een jaar vrijgezel en begon een beetje wanhopig te worden. Een goede vriend maakte al grapjes over hoe ik eenzaam en alleen zou sterven; normaal gesproken vond ik het nog wel om te lachen, maar de laatste tijd ben ik bang dat het werkelijkheid kan worden.

Aangezien ik niet zoveel zin had om eenzaam te sterven, besloot ik een denkbeeldig vriendje te nemen. Hij heet Callum. Ik ontmoette hem op een zonnige middag in september, nadat ik hem boetseerde uit een groot stuk klei.

Hij lijkt een beetje op een hipster uit Londen, en ik maakte hem voor als ik tijdens de dinsdagdip iemand zoek om tegenaan te kruipen, of zodat hij op me kan wachten bij de vrouwen-wc. Omdat ik ongeveer net zo goed ben in kleien als in het vinden van een leuke jongen, was ik zeer blij dat Mary Stephenson er was om me te helpen.


‘Mijn Man’, door Mary Stephenson

Stephenson komt uit Londen en maakt levensgrote vriendjes van verf, klei en papier. Daarna fotografeert ze zichzelf met de kleipoppen in levendige taferelen. De decorstukken verwijzen op speelse wijze naar taferelen uit het leven van een millenial, zoals lege flesjes Corona of een Supreme-shirt. Met haar naamloze vriendjes poseert Stephenson op dezelfde manier zoals ze stelletjes dat ziet doen op Facebook. Ze wil ons bewust maken van onze maatschappelijke obsessie met romantische relaties.

“Drie jaar geleden was ik op een bruiloft. Iemand vroeg hoe lang ik al vrijgezel was,” vertelt Stephenson. “‘Drie jaar,’ antwoordde ik. ‘Wat zonde,’ zei hij. Ik stond perplex.”

We staan in Stephenson’s studio die uitkijkt op de Ridely Road Market in Londen. Op de markt kun je grote tilapia’s, neppe Gucci-tassen, schalen vol limoenen en soms zelfs zeldzame ratten kopen. Ooit zag ik iemand het karkas van een hele koe vervoeren in een winkelwagentje. Het lijkt me een goeie plek om het vrijgezellenbestaan te bespreken. Een vrijgezel wordt immers vaak hetzelfde behandeld als het karkas van een koe: met medelijden en afschuw.

Videos by VICE

‘Mijn Man’, door Mary Stephenson

“Ik voelde me eerst beledigd,” vertelt Stephenson. “Deze persoon kende me pas net en had nu al een sterke mening over mijn drie jaar als vrijgezel, zonder te weten wat ik verder gedaan had. Maar later bedacht ik dat we onze relaties altijd op een bepaalde manier opzetten en daarmee uitdragen wie we zijn in de maatschappij. Zo kwam ik op het idee voor de serie ‘My Man’.”

Als beeldend kunstenaar droomde Stephenson er altijd al van om kunst fysiek te kunnen ervaren, zoals Marry Poppins die in een krijttekening springt. “Ik vond de breuk tussen twee- en driedimensionale kunst altijd al tegenstrijdig,” legt ze uit. “Toen ik klein was wilde ik in bepaalde schilderijen wonen. Dat vind je nog steeds terug in mijn werk, dus ik maak mijn schilderijen nu in 3D.” Stephenson haalt haar inspiratie uit andere artiesten die zichzelf in hun eigen werk zetten, zoals de Franse neo-realist Marisol.


De keuzes voor een vriendje, foto door Alice Zoo

Al haar vriendjes zitten keurig op een rijtje in de vensterbank. Ik vraag of ze een eigen naam, verhaal of persoonlijkheid hebben. “Nee, daarom zijn hun ogen ook dicht. Anders worden het echte personen. Ze nemen enkel een plekje in in het toneelstuk van mijn leven.” Ze legt uit dat – ondanks dat ze steeds met verschillende vriendjes op de foto staat – haar werk de standaard, lineaire verhaallijn van een relatie laat zien. Vorige week stelde ze tijdens een huisfeestje haar vriendje voor aan haar vriendengroep. Hij werd meteen in de groep opgenomen.

Terwijl Stephenson toekijkt, begin ik een gezicht uit een homp klei te vormen. Het moet het gezicht worden van mijn aanstaande liefde. Met mijn duimen duw ik een paar oogkassen in zijn schedel. Nadat fotograaf Alice me er op wijst dat zijn neus erg lijkt op die van Zoidberg uit Futurama, kneed ik zijn neus nog wat meer.

Hij krijgt een grote neus en smalle jukbeenderen. Een goeie gezichtsstructuur is belangrijk (en bovendien erfelijk). “Hij heeft nog geen haar,” zegt Stephenson, terwijl ze wat klei uitrolt. Ik weet niet waarom, maar ik besluit hem een kapsel uit de jaren negentig te geven, het zogenaamde gordijnkapsel. “Iedereen draagt het tegenwoordig weer in Berlijn,” redeneer ik.


Dit moet de neus worden, foto door Alice Zoo

Ondanks dat Stephenson geen namen aan haar vriendjes geeft, doe ik dat wel. Een vriendje doet immers leuke dingen voor je en ik vind het ongemakkelijk om elke keer “Bedankt, dinges” te zeggen, als hij mijn cactus water geeft. Met plechtige stem zeg ik: “Vanaf zul je Callum heten”. Nu hij een naam heeft, moet hij ook een verhaal hebben. “Wat voor werk doet Callum?,” vraag ik me hardop af.

Gelukkig komt Alice met een antwoord. “Hij is chef in een foodwastecafé dat eten van weggegooid voedsel maakt. Maar hij is niet vegan. Hij eet wel vlees, maar niet om zijn mannelijkheid te hoeven tonen.” Gezien Callums scherpe gezicht, vind ik dat ook wel. Dit is het gezicht van een man die verantwoord vlees eet.


De props van Stephenson, foto door Alice Zoo

Met zijn drieën – Stephenson, Alice en ik – houden we ons bezig met het verhaal van Callum. Ik besef me dat dit niet heel anders is dan bij een echte relatie. We idealiseren onze vriendjes en hemelen ze op bij onze vrienden. Als ze niet overeenkomen met het beeld in ons hoofd, dan dumpen we ze weer. Dankzij superspecifieke dating apps zijn we toch nooit lang alleen.

“Ik vond het altijd fascinerend dat mensen vallen op een bepaald type mens,” vertelt Stephenson, terwijl ze Callum’s jukbeenderen bijwerkt. Ze gooit wat verf bij elkaar en mixt het losjes met een kwast. “Als je een type zou hebben, zou je namelijk nog steeds samen zijn met je eerste vriendje,” beargumenteert ze.

Samen schilderen we Callum’s gezicht. Ik wil hem een oorbel geven, maar de klei is niet stevig genoeg. Stephenson tekent een gouden ring in zijn oor, terwijl ik zijn haargordijntje donker verf. “Hij lijkt een beetje op een gast die housemuziek draait in zijn eigen illegale radioshow,” vertelt Alica. Precies het type dat ik wilde creëren.

We leggen Callum in de vensterbank zodat hij kan drogen. Ten slotte vraag ik Stephenson of ze in romantiek gelooft. “Ik weet het niet. Ik wil niet per se tegen alles in de maatschappij aanschoppen, maar ik vind niet dat mijn sociale status moet afhangen van of ik een relatie heb of niet. Ik ben jong en het lijkt me heel leuk om mensen te ontmoeten en verliefd te worden. Ik ben niet met ‘My Man’ begonnen omdat ik tegen relaties ben. Het gaat juist over welke verwachtingen we van relaties hebben en hoe we soms een toneelstukje opvoeren.”

Ik neem afscheid van Stephenson en vertrek. Ik ben weer alleen, Callum moet immers nog even hard worden. Terwijl ik wegloop, doe ik wat alle nieuwe koppels doen: ik zet een foto van ons online. Nu is het wachten op reacties van jaloerse vrienden. Heerlijk.


Het vriendje is af, foto door Alice Zoo

Er gebeurt niets. Geen notificaties. Ik frons. Zorgt mijn fictieve vriend niet voor jaloezie?

Ik stuur een foto naar mijn Broadly-collega Zing. “Wat is er met zijn mond?” vraagt ze. Ik kijk met samengeknepen ogen naar de foto. De vlezigheid van zijn lippen was me nog niet opgevallen, maar het ziet er inderdaad vreemd uit. Zijn mond is getuit en samengedrukt, alsof hij tijdens het beffen met zijn enorme overbeet naar adem hapt.

Op Twitter krijg ik een bericht. “Ik wil wat jij hebt,” zegt een vriend. “Echt?” reageer ik hoopvol.

“Nee. Hij lijkt wel uit een brandwondencentrum te komen,” is de reactie. “Zijn gezicht is zo goed als gesmolten.”

Noem me oppervlakkig, maar dat was de druppel – ik maakte het uit met mijn kleivriend. Ik heb liever geen vriendje dan een met een gesmolten gezicht.



Vrouwen praten misschien veel, maar we horen ze te weinig. Daarom is Broadly Nederland er. Like onze pagina.