Eten

Ik werd laatste op het wereldkampioenschap snertkoken in Groningen

Een paar weken geleden kwam ik achter het bestaan van het Wereldkampioenschap Snert- en Stamppotkoken. Een evenement dat Nederlands meest culinaire cultureel erfgoed viert (of andersom); je begrijpt natuurlijk wel dat ik hier bij moest zijn. Ik had nog nooit in mijn leven soep gemaakt, dus besloot me in te schrijven. Als ik dan voor het eerst erwtensoep zou maken, dan zou het tussen de snertelite op het wereldkampioenschap snertkoken zijn.

Van het Evenementenbureau Snert- en Stamppot evenementen (de organisatie van het WK) kreeg ik al snel te horen dat ik geluk had. Er was iemand uitgevallen en ik kon nog meedoen. Ik werd op vrijdag 20 februari net buiten de stad Groningen verwacht. Ik moest mijn eigen ingrediënten, kookgerei en recept meenemen. “Het wordt weer een echt snert- en stamppotdag,” las ik in de nieuwsbrief. Alle mails sloten af met “snertgroetjes”.

Videos by VICE

Op vrijdagochtend stond ik om half negen ‘s ochtends het weekvocht van mijn spliterwten te verzamelen.

Ik had geen idee hoe je erwtensoep moest maken. Gelukkig had mijn moeder in 1987 een kookboek geschreven. Ze had een exemplaar aan mij gegeven toen ik het huis uit ging, in de hoop dat ik hem ooit zou openslaan. Dit zou de eerste keer worden dat ik het boek zou gebruiken. Gemotiveerd door de titel ‘Koken kun jij ook’ bovenaan het compact grijze boekje, sloeg ik het open en trof ik een recept voor erwtensoep aan.

Op vrijdagochtend stond ik om half negen ‘s ochtends het weekvocht van mijn spliterwten te verzamelen. Dit is een zin die je hopelijk niet nog een keer in je leven gaat horen. Weekvocht klinkt ongeveer even sexy als het eruit ziet. Geheel volgens recept had ik mijn erwten twaalf tot vierentwintig uur laten weken en omdat ik mijn soep in dit vocht moest koken (op locatie in Groningen), stond ik het nu in een familiefles Spa te gieten, die ik de avond ervoor speciaal voor dit doel had gekocht: om het vocht mee te kunnen nemen in de trein.

Na een trein- en busreis van 2 uur en 37 minuten, stond ik met een vriend en mede-snertenthousiasteling bij een busstation in Lewenborg. We liepen naar binnen bij het Alfa-college, een christelijk ROC, waar de snert battle royal zou plaats vinden. Ik werd hartelijk gegroet door een lieve vrouw genaamd Matty en kreeg een tasje met daarin een schort, koksmuts en een rood shirt in mijn handen gedrukt.

Tijdens de openingsspeech werd benadrukt dat de deelnemers dit jaar weer enorm divers waren. De leeftijd varieerde van 17 tot 71 en er deden ook een hoop mensen mee die niet hun geld verdienden als kok. Vervolgens werd de jury voorgesteld. Deze snert-elite bestond uit vijf soepliefhebbende personen en die ieders soep- en stamppot objectief zouden testen en beoordelen. We werden naar de keuken geleid en het wereldkampioenschap snert ging van start.

Meteen werd voor mij al duidelijk dat de deelnemers hun snert zeer serieus namen. Niet dat ik dat niet deed, maar waar ik kwam aankakken met de enige pan die ik had, twee kleine snijmesjes en een Unox-rookworst, beschikten mijn concurrenten over glinsterende vijf-literpannen, een messenset waar een IS-strijder jaloers op zou zijn en stapels exotische ingrediënten. Er was zelfs een kerel buiten op het schoolplein een vuurtje aan het stoken om daar zijn erwtensoep op te maken, uit protest tegen de gaswinning in Groningen. Gerookte snert noemde hij het. Niet geheel verrassend heeft hij dan ook gewonnen.

snert_gerooktesnert

“gerookte snert.”
snert_10854396_830639947002356_1477543522645260566_o Het laatste snertmaal, blijkbaar.

Het wereldkampioenschap snertkoken kwam 21 jaar geleden tot stand in een café in Uithuizen. Men had zin in snert dus besloten ze de volgende dag samen te komen, allemaal snert mee te nemen en te testen wie die de lekkerste kon maken. In de statuten werd vastgelegd dat het WK alleen in Groningen mocht plaats vinden.

Waarom het precies een wereldkampioenschap was, werd mij haarfijn uitgelegd door Henk van der Velde die er van het begin af aan bij was geweest. “We hebben toevallig dit jaar geen buitenlanders, maar in de jaren ervoor was er wel eens een Duitser, maar ook andere nationaliteiten.” Die Duitser scheen dit jaar weer ergens rond te lopen. Erwtensoep wordt wereldwijd gegeten, vertelde hij, ook al maakt iedereen het van andere erwten.

De keuken was een verzameling van interessante karakters. Naast mij stond grootmacht Hans Everse die al twee keer gekroond was tot Wereldkampioen Stamppot. Hij kookte zijn snert met speciaal gefilterd water uit de Oosterschelde. Volgens mij kookte hij alles met dit water. Achter mij stond een ongedierteverdelger die rustig aan het doorwerken was terwijl hij een greep deed naar de wereldtitel. “Hallo met de ongediertebestrijding” hoorde ik hem door de telefoon zeggen terwijl hij het vlees voor zijn soep aan het snijden was. “Schimmel? Nee hoor, dat is geen probleem.”

De sfeer was gezellig en mijn kookplek een slagveld. Mijn pan kookte een paar keer over aan het begin en ik kreeg stiekem een paar handige tips van de jury zoals “zet je vuur lager”, “was je handen” en “schil je knolselderij”. Ik had verder geen idee of wat ik deed goed of niet was, maar mijn soep en het gebied rondom mijn pan begon groen te worden, dus ik trok mijn handelingen verder niet in twijfel en kookte verder.

Tijdens het snijden van de groente, spraken we met een erwtendeskundige die dertig jaar lang in de internationale erwtenhandel had gezeten. Hij ons alles kon vertellen over waarom je van kikkererwten geen erwtensoep kan maken, waar ter wereld alle verschillende soorten erwten groeiden en hoe je de internationale erwtwetgeving kon omzeilen door bijvoorbeeld te zeggen dat je Chinese erwten uit Nederland kwamen. “Erwtenfraude?”, vroeg ik. “Ik zeg niet dat ik het heb gedaan. Maar het gebeurt wel.”

Toen mijn soep klaar was, kwam de jury één voor één langs om een hapje van mijn soep te nemen. Sommigen keken enigszins meewarig toen ze mijn pollepel rechtop in mijn pan zagen staan. Persoonlijk vond ik mijn soep best geslaagd voor een eerste keer – ook al wist ik nog steeds niet echt waar een geslaagde erwtensoep aan moest voldoen. Het smaakte enigszins melig en hoewel ik niet kan spreken van een exploderend mondorgasme, vond ik het nog best lekker. Nu was het alleen nog afwachten of de jury er net zo positief over dacht.

Ze vragen hoe vaak ik erwtensoep heb gemaakt. Als ik antwoord dat dit mijn snertontmaagding is, glijdt dezelfde meewarige pollepel-blik over hun gezicht.

snert_10517271_830641610335523_3874972964141875430_o

Een heel creatieve kom met snert.

Wat een goede snert behelst, blijkt niet zo makkelijk onder woorden te brengen. De snertdiversiteit op het WK gaf daar blijk van: vegetarische snert, zoutwater snert, snert op een kampvuur. De één kookte met drie verschillende soorten vlees en de ander gooide de groente er pas op het laatst bij. Wat wel duidelijk is, is dat snert gemaakt wordt van spliterwten. Daarnaast zie je bij vrijwel elk recept dezelfde ingrediënten zoals aardappel, knolselderij, prei en een vorm van vlees voorbijkomen.

Om de dikte te testen bleek dat als je de pollepel in je soep zette, deze rustig om zou moeten vallen. Bij mij stond die dus rechtop. Mijn soep was dik, zoals ik gewend was en lekker vond, maar de soepen van de winnaars waren veel dunner. De soep van de regerend wereldkampioen snert deed mij bijvoorbeeld meer denken aan een ossenstaartsoepje, dan aan snert. Waarom weet ik niet precies.

snert_11001621_830640270335657_4360582192375176881_o

Er was ook gedecoreerde stamppot.
De Ideale Staat

Iedereen kreeg drie uur om de snert klaar te maken, waarna het de bedoeling was het zo origineel mogelijk te presenteren. Mensen waren uitgerukt met hele groentekramen, vlaggen, pop-ups, bloemen en zelfs totaal andere gerechten dan snert of stamppot. Een tafel was letterlijk gevuld met alleen maar zilveren overwinningsbekers, waar de snert in was gegoten. Ik koos voor stijlvol minimalisme omdat ik niet wist dat dit onderdeel bestond en ik dus geen props bij me had. Later heb ik in een vlaag van creativiteit nog maar mijn kookboek en van Plato erbij gelegd, om een soort geveinsde wijsheid in mijn designkeuze uit te stralen, waar de nuchtere Groningers natuurlijk recht doorheen prikten.

Tijdens de prijsuitreiking viel ik, verrassend genoeg, niet in de prijzen. Ik kreeg een medaille en geplastificeerd A4’tje voor het meedoen en kon de volgende dag online bekijken hoeveelste ik was geworden. Ik schudde de organisatie en jury hartelijk de hand. Nog tips vroeg ik? Veel oefenen was het antwoord. En neem de volgende keer een grotere pan mee.

De volgende dag bezocht ik de Facebookpagina om de uitslag te bekijken. Ik was keihard laatste geworden. Dat was eerlijk gezegd niet echt een verrassing. Om toch even mijn moeders reputatie te redden: het lag niet aan het recept maar aan de uitvoering. Al met al heb ik het tijdens mijn snertontmaagding geweldig naar mijn zin gehad. De mensen waren aardig en hun soepen smaakten goed. Ik heb daarnaast nog een jaar om te oefenen voor mijn snert-comeback in 2016. Voorlopig kan ik mezelf in de kroeg profileren als de dertigste beste snertkoker van de wereld. Dat kan niet iedereen zeggen.