Drugs

Ik zocht uit of ik net als mijn familie een bipolaire stoornis kan krijgen

Zo lang als ik me kan herinneren, komen er in mijn familie bipolaire stoornissen voor, waaronder bij een van mijn ouders. Hoewel de meeste familieleden het onder controle kunnen houden met medicijnen – want helemaal weg gaat het nooit – hebben ze allemaal vroeg of laat een zware periode gehad met opnames in ziekenhuizen en psychiatrische instellingen. In het algemeen hebben mensen met een bipolaire stoornis, anders dan mensen met een depressie, last van sterke stemmingswisselingen. Het ene moment is er een periode van manie – waarin je je een soort superman voelt die alles aankan, snelle gedachten hebt en je minder behoefte hebt aan slaap. Daarna komt er een periode van depressie, waarin je somber bent en geen energie hebt om iets te ondernemen. Wanneer iemand eenmaal is gediagnosticeerd met een bipolaire stoornis, zal deze persoon de rest van zijn leven medicijnen nodig hebben.

Daarom vind ik het moeilijk wanneer iemand zonder enige kennis van mentale stoornissen zegt dat-ie nogal depressief is, of stellig verkondigt dat medicijnen slecht zijn. Maar doordat ik een familie heb waarin bipolaire stoornissen voorkomen, vrees ik vooral ook voor mijn eigen toekomst.

Videos by VICE

Bij elk dipje dat ik heb, bijvoorbeeld omdat ik me verlies in de zoveelste twijfel over een relatie – en eigenlijk überhaupt nooit een beslissing kan nemen – ben ik bang dat ook ik aan de beurt ben om in een depressie te vallen. Maar maak ik ook echt meer kans op een mentale stoornis? Kan ik me laten testen, en het misschien zelfs voorkomen?

Nu ik als pas afgestudeerde, 25-jarige freelancer niet de meest stabiele periode van mijn leven inga, leek het me handig om dat eens grondig uit te zoeken.

Om erachter te komen of ik de sjaak zal zijn, bel ik als eerste met Dominique Maciejewski, die als postdoc onderzoek doet naar kinderen met een bipolaire stoornis. “Iets meer dan 50 procent van de kinderen met een ouder met een bipolaire stoornis heeft kans op een stemmingsstoornis,” begint ze het gesprek. Dat belooft alvast veel goeds.

Maciejewski promoveerde vorig jaar aan de Vrije Universiteit Amsterdam op stemmingswisselingen bij jongeren. Inmiddels is ze betrokken bij het onderzoeksproject MARIO (Mood and Resilience in Offspring), dat in september bijna 1,5 miljoen euro heeft gekregen om de komende acht jaar precies te onderzoeken wat ik me nu afvraag: is een bipolaire stoornis erfelijk, en hoe kan een kind van een ouder met een psychische aandoening een depressie voorkomen?

Maciejewski legt me uit dat hier verder nog weinig onderzoek naar is gedaan, en dat er geen specifiek gen bekend is bij mentale stoornissen, wat bijvoorbeeld wel het geval is bij bepaalde vormen van kanker. Het is daarom moeilijk om te zeggen of het een erfelijke ziekte is, want factoren als een goed sociaal vangnet, je intelligentie en hoe je zelf met stress omgaat kunnen net zo goed een rol spelen in het ontwikkelen van een stoornis. Gezien mijn familiegeschiedenis ben ik volgens de statistieken kwetsbaar, maar echt concreet bewijs is er in de hersenen in ieder geval nog niet te vinden.


Bekijk ook: A Good Day to Die: Fake Funerals in South Korea.


Wel wijst Maciejewski op een Nederlands onderzoek naar kinderen van ouders met een bipolaire stoornis dat liet zien dat deze kinderen 13 procent kans hebben om het ook te krijgen. “Dit is hoog als je het met de rest van Nederland vergelijkt.” Een bipolaire stoornis is hoe dan ook niet een stoornis die vaak voorkomt, zegt ze. “Ongeveer 1 procent van de Nederlandse bevolking krijgt het.”

Ik heb dus misschien aanleg voor de stoornis, maar dat betekent niet automatisch dat ik e3a3 krijg. Toch? En wanneer weet ik dat het niet zomaar een dipje is, waar pas afgestudeerden wel vaker in terechtkomen wanneer ze afstuderen, maar dat het daadwerkelijk een teken is van een psychische stoornis? “Dat is een goed punt,” zegt Ralph Kupka. Hij is hoogleraar Bipolaire Stoornissen aan het VU Medisch Centrum, en als psychiater verbonden aan de poliklinieken voor bipolaire stoornissen van GGZ inGeest in Amsterdam en Altrecht GGZ in Utrecht. “We hebben ooit afgesproken dat iets een psychiatrische stoornis is als je er veel last van hebt, en daardoor niet meer kunt functioneren.” Veel mensen hebben bijvoorbeeld stemmen in hun hoofd, zegt hij, maar hebben er verder helemaal geen last van.

“Iedereen zit weleens in de put, maar als het vier weken duurt en je echt vastloopt, wordt het een ander verhaal,” gaat Kupka verder. Het enige wat ik dus kan doen, is afwachten totdat het overgaat, en anders naar de dokter gaan als het te erg wordt. Tegelijkertijd bevestigt hij wel dat er een bovengemiddelde kans is dat ik een psychische aandoening kan krijgen. Kupka adviseert me om alert te blijven. Als ik last krijg van depressieve gevoelens, dan moet ik niet zomaar aan de antidepressiva gaan, want daar zou ik juist manisch van kunnen worden. Dat is goed om te weten, zeker aangezien antidepressiva redelijk snel voorgeschreven worden.

Toch geeft Maciejewski mij ook hoop. Met het MARIO-project willen ze in de toekomst een online vragenlijst gaan maken, waardoor je een depressie vroegtijdig kan herkennen, met name bij kinderen van ouders met een stemmingsstoornis. Kinderen zouden dan bijvoorbeeld jaarlijks een test doen om te kijken hoe het met ze gaat, zodat er op tijd ingegrepen kan worden met therapie of medicijnen.

Maar deze tips zijn vooral bedoeld voor wanneer die depressieve gevoelens er al zijn. Zijn er ook dingen die ik kan doen om die gevoelens te voorkomen?

“Ook als je op dit moment nergens last van hebt, is het verstandig dat je gezond leeft, regelmatig slaapt, geen drugs gebruikt en oplet met alcohol,” vertelt Kupka. Maciejewski raadt me aan om bijvoorbeeld te gaan hardlopen, omdat het kan werken als een preventief middel tegen depressie.

De tips van Kupka en Maciejewski zijn goedbedoeld, maar toch vind ik ze wat onbevredigend. Het zijn vrij algemene adviezen, die je aan iedereen wel zou kunnen geven.

“Het is inderdaad goed voor iedereen,” reageert Kupka, “maar jij zit misschien in een nog hogere risicogroep, omdat het vaak voorkomt in je familie. Dus ik raad het je echt aan. Vergelijk het met iemand die hart -en vaatziekten in zijn familie heeft. Dan is het verstandig om op je gewicht te letten en niet te roken, maar als het daadwerkelijk in je familie zit, moet je écht niet gaan roken.”

Ik weet dat smoren een slecht idee is, aangezien het psychoses kan aanwakkeren. Dat bevestigen ook Kupka en Maciejewski. Maar wat als ik af en toe andere drugs gebruik? Volgens Kupka moet ik dat echt niet doen. “Met name oppeppende middelen als xtc, cocaïne en pep werken ontregelend voor je psychische balans.”

“Ik merk dat ik van dit idee alleen al lichtelijk depressief word”

Maar hoe zit het dan bijvoorbeeld met ketamine, dat volgens onderzoek zelfs een medicijn zou kunnen zijn voor mensen met een depressie? Kupka zegt het onderzoek te kennen, maar niet te weten of ketamine ook goed werkt voor een bipolaire stoornis. “Daar is nog geen onderzoek naar gedaan. Maar het kan ook stimulerend werken zoals xtc, en dat wil je bij een gevoeligheid voor bipolaire stoornissen eigenlijk liever niet.”

Oké, duidelijk. Geen drugs.

Ik worstel ermee dat ik misschien ooit een mentale stoornis krijg, en merk dat ik van dit idee alleen al lichtelijk depressief word. Hoe zorg ik ervoor dat ik niet verval in die negatieve spiraal? Mag ik echt nauwelijks alcohol drinken en geen drugs aanraken? Het zijn middelen die juist helpen om af en toe alles los te kunnen laten. Ik wil natuurlijk ook nog een beetje kunnen genieten van mijn leven, vooral nu ik nog jong ben.

Ik besluit om hierover te praten met een ervaringsdeskundige van mijn eigen leeftijd, die in ongeveer dezelfde situatie zit. Mara* is 21 jaar en heeft een korte documentaire gemaakt over haar eigen ervaringen met haar bipolaire moeder. Ze geeft er ook lezingen over.

“Misschien word ik over een paar jaar manisch, maar ik kan ook morgen onder een tram komen”

Ik vraag haar of ze rekening houdt met de kans dat ze zelf een stoornis kan krijgen. “Ik drink regelmatig en heb heus weleens een jointje gerookt, maar als ik in een mindere periode zit doe ik wel rustiger aan. Ik ga me er niet door laten tegenhouden: misschien word ik over een paar jaar manisch, maar ik kan ook morgen onder een tram komen.” Ze maakt zich niet zo’n zorgen of ze ooit een depressie gaat krijgen, omdat ze zich stabiel voelt. Hoewel Mara een bekend gezicht is op congressen over bipolaire stoornissen, zijn haar eigen vrienden niet allemaal op de hoogte van haar situatie. Ze is bang voor hun reactie, want er kleeft nog altijd een behoorlijk stigma aan psychische aandoeningen. “Mensen die dat hebben worden al snel als gekkies gezien,” zegt ze.

Ze vraagt of ik ook merk dat mensen er zo weinig over weten. Ik schrik wat van die vraag, want ik besef me opeens dat ik er eigenlijk nauwelijks over praat – zelfs niet met mijn familie.

“Bij iets als kanker is het duidelijk wat er aan de hand is,” zegt Mara, “maar bij een mentale stoornis lijken mensen het minder goed te begrijpen. Als ik het al aan iemand vertel, dan wil ik het goed uitleggen. Want anders denken mensen: haar moeder is gek. En dat wil ik niet.”

Ik herken dit bij mezelf, omdat ook ik er om deze reden zo weinig over praat met anderen. Ik heb in 2009 eens online contact gehad met een psycholoog van Kopstoring – een website voor jongeren die een ouder hebben met psychische stoornis of verslavingsproblemen – maar dat was het. Misschien dat mijn angst ook minder groot zou zijn als ik er wat meer over zou praten met mensen in mijn omgeving.

Het is goed om me bewust te zijn van mijn achtergrond, maar ik moet me er zeker niet te druk om maken, vinden zowel Maciejewski als Kupka als Mara. Dus dit vrolijke vooruitzicht van een potentiële toekomstige depressie schuif ik voor nu even onder mijn bed, waar ik ook zelf nog wel tijd zal besteden als het ooit zover komt. In de tussentijd zal ik een regelmatig leven leiden. De drank ga ik niet laten staan, maar leven zonder drugs moet wel te doen zijn. En ik sluit snel een sportabonnement af. Beloofd.

*De echte naam van Mara is bekend bij de redactie.

Dit artikel verscheen eerder op Tonic Nederland.