Drugs

In 2022 mogen enkele Nederlandse bedrijven hasj maken, maar kunnen ze dat wel?

Nepal_Charas-wikimedia

Cannabis wordt al duizenden jaren gebruikt omdat het een van de meest veelzijdige planten is die bestaan. Van de wortels kun je thee zetten, van de stengels kun je bouwmateriaal en duurzaam papier maken, de bladeren en zaadjes zijn eetbaar en aan de buitenkant van de plant groeien harskliertjes met daarin stoffen die je high maken. Toen mensen in India op zoek gingen naar de eetbare zaadjes in de bloemen van de cannabisplant, moeten ze gemerkt hebben dat ze high werden van de hars die steeds op hun handen bleef plakken. Vermoedelijk is dat hoe mensen hasj hebben uitgevonden. 

Handgerolde hasj uit India wordt weleens charas genoemd en het staat bekend om zijn enorm geurige kwaliteiten. Goeie charas kan soms ruiken alsof er een complete bloemenweide uit het zakje komt opstijgen. Nog altijd wordt zulke topkwaliteit vrijwel uitsluitend in landen als Marokko, Pakistan of India gemaakt. Daar halen leveranciers dan ook hun spul vandaan. Soms wordt hasj in Nederland gemaakt, maar veel gebruikers zeggen dat die te weinig smaak bevat of dat ze er te zwaar stoned van worden. Toch gaan Nederlandse bedrijven proberen hun hasj net zo lekker te maken als het traditionele spul.

Videos by VICE

“We hebben daarvoor bepaalde technieken gemaakt die traditionele hasj kunnen reproduceren,” vertelt een van de betrokken ondernemers bij het Experiment Gesloten Coffeeshopketen. De overheid heeft zijn bedrijf aangewezen als één van de tien telers die vanaf 2022 wiet en hasj gaan leveren voor coffeeshops in tien gemeenten, om te kijken of op die manier de criminaliteit kan worden teruggedrongen. De ondernemer wil alleen met VICE praten op uitdrukkelijke voorwaarde dat we zijn naam of die van het bedrijf niet publiceren, omdat het bedrijf nog in de opstartfase zit en het hele proces nogal gevoelig ligt. 

“We willen nog niet in de media komen, omdat we op dit moment nog niks hebben,” zegt hij daarover. Het bedrijf heeft namelijk nog maar net te horen gekregen dat ze alle veiligheidschecks van de overheid hebben doorstaan. Hun supermoderne teeltlocatie, compleet met LED-lampen en waterdichte beveiliging, moet nog gebouwd worden. “Dat is nu nog een grasveld.” De voorbereidingen zijn dus in volle gang. Bovendien zijn de plannen nog niet helemaal af. Een van de dingen die nog uitgezocht moet worden is wat consumenten het lekkerst vinden. Om daarachter te komen gaat het bedrijf focusgroepen opzetten die de voorkeuren van coffeeshopondernemers en hasjrokers in detail vastleggen.

De woordvoerder van coffeeshop The Grass Company in Tilburg kan alvast wel vertellen wat het populairst is: hasj van Marokkaanse komaf. “Dat is denk ik tachtig tot negentig procent van wat de markt nu bekleedt,” zegt een woordvoerder, die liever niet openlijk geassocieerd wordt met de softdrugshandel. Hij vertelt dat de hasj uit Marokko onder meer zo populair is omdat er in dat land een langdurige traditie bestaat, waardoor mensen heel goed weten hoe je cannabisplanten kunt bewerken tot hasj van topkwaliteit. “Ik denk dat het maken van hasj tot een ambacht is verheven.”

Het lijkt vrij simpel om blonde Maroc te maken, zoals de hasj uit Marokko vaak wordt genoemd. Je droogt een cannabisplant, je zeeft de harskliertjes eruit en je perst die op elkaar om een bruin blok te maken wat we hasj noemen. Maar in de praktijk blijkt dat toch wat ingewikkelder, vertelt Rinus Beintema. Hij begon twintig jaar geleden als wietteler illegaal te experimenteren met het maken van hasj. Hij had destijds niet zoveel vertrouwen in het Marokkaanse spul, wat vaak naar autobanden rook en waarin rotzooi zoals schapenvet werd gestopt om het plakkeriger en zwaarder te maken. Rinus dacht dat zelf wel beter te kunnen. “Maar de eerste keer dat ik het maakte werd mijn hasj groen. En dat is helemaal niet zo gezond om te roken,” vertelt hij in een lang telefoongesprek, waarin hij de ambachtelijke details bespreekt. 

Gaandeweg ontdekte Rinus dat er een hoop kennis en ervaring komt kijken bij het maken van hasj. In het proces van zaadje tot persen kan je tientallen keuzes maken, die allemaal meespelen bij de kwaliteit van het product wat je uiteindelijk levert. In wat voor landschap de wietplanten groeien, welke rassen zijn geselecteerd, of het klimaat droog is of juist nat, hoe lang de planten gedroogd zijn voordat er hasj van wordt gemaakt, en of er ook stuifmeel op de bloemen zit – “het bepaalt allemaal de kwaliteit.”

Omdat Rinus een strafblad heeft mag hij niet meedoen aan het Experiment Gesloten Coffeeshopketen. Deelnemers moeten een strenge Bibob-procedure doorlopen, waarin de overheid nagaat of een ondernemer geen banden heeft met criminelen. Bedrijven krijgen dus geen vergunning voor legale wietteelt als ze met mensen zoals Rinus Beintema werken. Wel is hij via een omweg als adviseur betrokken bij enkele telers, omdat hij de afgelopen twintig jaar een enorme berg kennis en ervaring heeft verzameld.

Een van de uitdagingen die Rinus ziet is dat nederhasj mogelijk te sterk wordt. In de begindagen dat hij hasj maakte ging dat namelijk regelmatig mis, omdat hij probeerde zijn hasj zo zuiver mogelijk te maken. Maar dat bleek toch geen fantastisch idee. “Mensen die het rookten namen twee haaltjes en dan vielen ze om.” De jaren daarna is hij op zoek gegaan naar allerlei manieren om de hasj minder sterk te maken, zonder in te leveren op de kwaliteit. Om daar meer kennis over te vergaren ging Rinus haarfijn uitzoeken wat er nou eigenlijk in blonde Maroc zat. Hij kwam grote hoeveelheden zand, stuifmeel en plantenresten tegen.

De schrijver Robert Connell Clarke bevestigt dat een groot deel van blonde hasj bestaat uit verontreinigingen. In zijn boek Hashish schrijft hij dat het gehalte aan zand in gezeefde hasj meestal ergens tussen de 11% en 39% zit. Daarnaast kan nog 12% tot 35% van de hasj bestaan uit plantenmateriaal waarvan je niet stoned wordt. De zeeftechniek speelt een enorme rol bij de uiteindelijke kwaliteit. Sommige hasjmakers gebruiken verschillende zeeflagen tegelijkertijd, waarbij de gaatjes van de zeven verschillende groottes hebben. Zo blijven de harskliertjes tussen de zeven liggen, terwijl stof en stuifmeel door de onderste zeeflaag heen valt. Dan krijg je een topkwaliteit hasj, die tegelijkertijd best wel sterk is.

Sterke hasj kan ook het resultaat zijn van de techniek die gebruikt wordt. Een Nederlandse uitvinding is bijvoorbeeld ice-o-lator. Bij die techniek worden wiettoppen in een bad met ijswater gedompeld, waardoor de harskliertjes, die officieel trichomen heten, loslaten van de plant. Wat overblijft is een redelijk zuivere hasj, waaraan bijna geen smaak zit en waarvan je zwaar stoned wordt. “Daar is wel markt voor, maar heel beperkt, vanwege de sterkte,” vertelt Rinus. “Het is dezelfde power als wanneer je vier keer een wietjoint rookt.” Niet helemaal de lichte high met verfijnde smaak die de meeste hasjrokers zoeken dus.

In de Verenigde Staten is supersterke hasj juist wel populair geworden. De Amerikanen hebben een techniek ontwikkeld waarbij oplosmiddelen zoals butaangas worden gebruikt om alleen de werkzame stoffen en smaakstoffen uit de wiet te destilleren. Zulke hasj wordt ook wel Butane Hash Oil (BHO) genoemd. Het voordeel is dat de hasj verdampt kan worden met behulp van een glazen bong. Op die manier roken mensen geen verbrand plantenmateriaal. Het nadeel is alleen dat zulke hasj in Nederland gezien wordt als een harddrug. Daarom mag BHO niet verkocht worden in coffeeshops. 

“Concentraten zijn op zich wel de toekomst,” zegt de voorzitter van het Verbond voor Opheffing van het Cannabisverbod (VOC), Derrick Bergman. “Je kan precies zeggen: zoveel milligram van dat, en zoveel milligram van dit.” Toch is hij ook wel sceptisch over de Amerikaanse trend. “Het is een Amerikaans iets. Je kan er enorme hoeveelheden mee roken. Dat ziet eruit alsof je cocaïne zit te basen.”

Derrick is meer fan van het traditionele ambachtelijke spul, zoals de handgerolde hasj die ze in India en Nepal maken. Maar die zal waarschijnlijk niet geproduceerd worden door legale Nederlandse bedrijven. “Charas kun je niet maken in Nederland. Dan moet je velden vol hebben,” vertelt de cannabis-activist. Om goede charas te maken is het belangrijk dat de planten buiten groeien. Bovendien is de opbrengst laag, waardoor het onbetaalbaar zou worden om het te maken van wiet die in kassen of onder LED-lampen groeit. 

Derrick vreest daarom dat de echte hasjliefhebbers een stadje verder zullen reizen naar een coffeeshop die nog wel ambachtelijk spul uit India weet te bemachtigen. “Ik was altijd heel sceptisch,” geeft hij toe. Toch heeft hij de afgelopen jaren zijn mening over Europese hasj positief moeten bijstellen. In Spaanse cannabis social clubs wordt sinds enkele jaren ook geëxperimenteerd met het maken van hasj. “Ik heb daar gezien dat ze er daar toch behoorlijk goed in slagen om legaal blonde hasj te maken met een goed aroma.” 

Het liefst ziet Derrick dat we de culturele waarde van ambachtelijke hasj gaan erkennen. Hij noemt Marokkaanse hasj zelfs ‘world heritage’. Daarom droomt hij ervan dat we ooit legaal fairtrade ambachtelijke hasj uit Marokko kunnen importeren. Helaas voor hem zal dat de komende jaren niet gaan gebeuren. De overheid is juist druk bezig om de hele keten van productie en levering binnen Nederland te houden.