Sport

In de ring met een Nederlandse showworstelaar

De Pro Wrestling Showdown begint over een half uurtje en toegewijde fans hebben al een plekje aan de ring uitgekozen. Na een paar korte wedstrijden wordt de naam Mot van Kunder omgeroepen. Een man in een roze pak komt binnen en begint met het publiek te flirten terwijl hij naar de ring loopt.

Hij is duidelijk een publiekslieveling, want hij wordt met luid gejuich ontvangen. Zijn tegenstander is het tegenovergestelde van Mots personage. Het is een forse man die als zwerver gekleed is en angstig reageert op de homo-erotische gebaren van Mot. Als Mot ‘gaypower’ schreeuwt en op zijn tegenstander afvliegt, juicht het publiek. Hetzelfde gebeurt als hij zijn tegenstander vol op zijn mond pakt.

Videos by VICE

Alle foto’s door Kas van Vliet

WWE, of showworstelen, is een sport die we vooral kennen uit Amerika. De sport – ja ik noem het inderdaad een sport – wordt echter wel degelijk beoefend in onze (iets te) nuchtere samenleving. Er is een handjevol mensen die de showworstelscène in leven probeert te houden in Nederland. We spraken met de 37-jarige showworstelaar Mot van Kunder over zijn homo-erotische worstelpersonage, zijn ‘sucky-sucky-driver’ en noten kraken met je kont.

VICE Sports: Ha Mot, hoe ben je in hemelsnaam showworstelaar geworden?
Mot van Kunder: Ik keek het vroeger altijd met mijn broer op televisie. Op het schoolplein deden we het dan na. We woonden dichtbij Duitsland en konden met de schotel op ons dak als een van de weinigen in Nederland een Duitse zender met worstelshows ontvangen. Op een gegeven moment gingen we ook naar shows en toen kwam ik in contact met het handjevol mensen in Nederland dat zich met de sport bezighoudt. In 1998– toen mijn broer net een jaar in de Verenigde Staten was geweest om te leren over de sport – zijn we onze eigen shows gaan organiseren.

Hoe groot is showworstelen nu in Nederland?
Ik denk dat er zo’n dertig à vijfendertig Nederlandse worstelaars actief zijn. In de Verenigde Staten is het zoveel groter en wordt het gezien als een echte sport, niet als iets neps. Dat is hier wel anders. Veel mensen zien het niet als sport, meer als een hobby.

Waarom is het hier zo klein? Zijn Nederlanders te sceptisch voor deze sport?
Er wordt vaak gezegd dat Nederlanders er te nuchter voor zijn, maar dat geloof ik niet. Goede Tijden, Slechte Tijden is ook al dertig jaar op televisie en alles en iedereen gaat daar dood of komt ineens weer terug. Als je daar naar kunt kijken, ben je ook niet te nuchter voor showworstelen. Als je naar het theater gaat, dan ga je ook naar een bepaalde voorstelling, en mensen weten dan wat ze gaan vertellen of welke grappen je kunt verwachten. Nog steeds lacht het publiek er dan ook om.

Is showworstelen vooral theater of vooral sport?
Het fysieke contact en het gooien met elkaar, dat is echt het sportgedeelte. Vroeger heb ik kung fu en judo gedaan, en die lessen gebruik ik nu nog steeds. Het is heel belangrijk om je val goed te breken. Er zit wel een veer onder de ring, maar dat veert niet zoals een matras. Er ligt gewoon een dikke betonplaat op.

En de rest is theater?
Ja, het lijkt een beetje op dansen. Je hebt een routine, maar er zit ook een showelement in. Kunstschaatsers kunnen bijvoorbeeld ook niet in een slobberbroek of afgescheurde spijkerbroek rondrijden. In een wedstrijd is het belangrijk dat je de psychologie erachter goed voorbereidt zodat het publiek meeleeft. Net als in een film zit de grootste actiescène niet in het begin. Vooral bij shows in Frankrijk was dat soms lastig. Je kent de worstelaars niet, ik kan geen Frans en zij geen Engels. Dan is het gewoon moeilijker om dingen af te stemmen.

Jouw personage als flamboyante roze worstelaar is nogal herkenbaar.
Ik wilde opvallen. Vroeger moesten we zes uur rijden naar Duitsland om in de wedstrijd een minuut of twee in een vier tegen vier wedstrijd wat te laten zien. Ik ben niet zo groot en ik worstelde tegen kasten. Toen kwamen we in een winkel latexbroekjes tegen en wat knuffelolifantjes om aan mijn broek te hangen. Wat boa’s erbij en het was perfect. De rest van de worstelaars kwam op met zwarte lange jassen en muziek van Rammstein, dus mijn show was zeker anders. We kozen ook muziek. Op dit moment gebruik ik bijvoorbeeld ‘Chocolate Salty Balls’ van Chef uit Southpark tijdens mijn opkomst. Bij de volgende show kennen ze dan je naam misschien nog niet, maar ze zeggen wel: “Hé, dat zijn die mannekes met die olifantjes weer.” In eerste instantie had de hele roze show ook niks te maken met een homogimmick.

Nu wel?
Ja inderdaad, samen met mijn broer heb ik dat helemaal uitgewerkt en het maakte verder niet uit dat dat los stond van mijn eigen leven. Het had een hoge entertainmentwaarde, en ik kon zo al mijn entertainmenttalent kwijt. Wat ik doe kunnen anderen niet, en ik kan weer niet wat anderen wel kunnen. Zo heb ik mijn eigen plek gevonden in de showworstelwereld.

En je hebt je eigen stijl.
Ik heb mijn eigen moves. Elke standaardmove maak ik zelf iets eigens van. De basismoves zijn heel makkelijk te leren, die kan ik jou ook in een dag leren. Maar om een move te timen, er iets unieks van te maken en het publiek te entertainen, dat is echt lastig. Als je iemand bij zijn kont of zijn kop vasthebt, is dat gewoon een worstelmove. Ik pak hem en druk hem in mijn kruis. Dat noem ik de ‘sucky-sucky-driver’. Het publiek kent die move ondertussen wel.

Was het wereldrecord noten kraken met je kont ook een onderdeel van jouw showmanschap?
Ik vond het ook daar heel leuk om het publiek te entertainen, ja.

Hoe heb je in godsnaam ontdekt dat je daar talent voor had?
Het was bij de show Wedden Dat, en alle deelnemers die ik daar tegenkwam deden dat vaker. Ze hadden er echt aanleg voor. Ik heb geen aanleg voor walnoten kraken met mijn reet. Een andere worstelaar van Talpa nam contact met mij op, want ik was lenig genoeg en had uithoudingsvermogen. Vijfenzeventig stuks in een minuut was het record en ik zou achtenzeventig moeten halen. Dus ik ging oefenen, gewoon op de stoep. Het gaat erom dat je op de noot komt, niet ervoor of erachter want dan schiet de noot weg. Uiteindelijk ging het heel makkelijk, en ik genoot van het enthousiasme van Jeroen van der Boom. Hij heeft ooit ook iets met worstelen gedaan voor een programma.

Vlak voor de show transformeer je naar je showpersonage. Heb je daardoor weleens het idee dat je een dubbelleven leidt?
Ik zie nog heel duidelijk de grens tussen Mot en mijzelf. Soms loopt het wat door elkaar, maar ik zou het geen dubbelleven noemen. Ik heb ook twee verschillende facebookprofielen. In de buurt van publiek gedraag ik me op een bepaalde manier voor de sport. Als mensen twijfelen over mijn ware aard is dat een compliment voor mij, want mensen prikken er meestal heel makkelijk doorheen. Mensen willen heel graag horen dat toch alles maar nep is, maar ik ben ook een showman buiten de show. Door mij prikken ze niet heen.

Maakt dat het niet lastig in het dagelijks leven?
Ik loop er niet mee te koop. Er zijn maar een paar collega’s bij het vastgoedbedrijf waar ik werk die weten dat ik worstel. Ik houd het strak gescheiden.

Kunnen sommige mensen niet verschrikkelijk boos worden over je personage?
In Boedapest heb ik dat een keer meegemaakt, ze waren daar echt homofoob. Ik zag dat kinderen en vrouwen het hartstikke leuk vonden wat ik deed, maar voor de mannen waren er gelukkig dranghekken om de ring. Ze waren ook een beetje dronken en ik reageerde er niet echt op, maar ze wilden me wel aanvallen.

Meestal als ik tijdens de wedstrijd een stomp krijg, vraag ik iemand in het publiek om een kus. In Budapest liet iemand als reactie zijn vuist zien. Toen zei ik: “Nee, nee, geen vuist. Die komt later pas.” Ik zat nog helemaal in mijn karakter natuurlijk. Er moest wel wat beveiliging bij komen kijken. Daardoor heb ik wel geleerd dat ik er een beetje mee moet uitkijken.

Heb je wel eens andere rare dingen meegemaakt bij een show?
Ik deed een keer een show In Frankrijk, die sloeg helemaal nergens op. Die man die ons had geboekt, was kunstenaar en travestiet. Ik voelde me in mijn worsteloutfit dus al een tikje ongemakkelijk. Midden in een kunstgalerie stond een worstelring en wij waren eigenlijk een onderdeel van een tentoonstelling vol beeldende kunst. Er was een stel dat steeds door de ring danste. De man droeg een vreemd masker en de vrouw was topless. Op een gegeven moment zat er zelfs een naakte man met een hele lange baard naast ons. Hij was ook beeldende kunst of zo. Het was heel… artistiek. Maar ik zou het zo nog een keer doen. Bovendien betaalde het goed.

Wow, heftig.
Ik heb mijn eigen worstelring ook wel eens verhuurd aan wat Belgische zakenmensen. Het waren vage types, een soort zakenlui die elk jaar hun eigen sportgala organiseren. In feite gaan ze zich vooral bezatten en lopen er overal strippers en hoeren rond. Maar ze leefden wel fanatiek mee met ons geworstel. Je komt niet zo snel in zo’n wereldje, dus we hebben gewoon mee gedronken. Het was bizar, maar leuk om mee te maken.

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.