Gaming

In een voetbalstadion met de e-sport junioren van Charleroi

Mi manchi mamma, R.I.P” staat op de achterruit van een dikke patserbak. Er is geen twijfel mogelijk, we zijn wel degelijk in Charleroi. Onderweg naar het stadion van Sporting kom ik alle mogelijke clichés over de stad tegen: rottend beton, zwervers die chillen aan een rondpunt en een marginaal die rond scheurt als een gek. Terwijl ik echter de trap op loop over een tapijt met de letters RCSC op, besef ik dat Charleroi veel meer is dan een postindustrieel krot.

Op de viptribune met prachtig zicht over het terrein, verwacht ik even dat een hostess met een veel te korte jurk in de kleuren van de sponsors me een glaasje komt uitschenken. De geest van vette contracten en adrenaline spookt hier rond. Maar in plaats van de grote bazen van lokale KMO’s, zijn het een zestigtal pubers die vandaag in de gestoffeerde stoelen zitten. Ze komen hier deelnemen aan de door Sporting Charleroi georganiseerde finale van een FIFA-wedstrijd – het videospel, niet de federatie die verantwoordelijk is voor wereldwijde braspartijen in de maand juni. 32 jongeren van veertien tot begin dertig nemen het sinds de voormiddag voor platte schermen één tegen één tegen elkaar op. Geen gamejunkies hier die het zo lang mogelijk proberen uit te houden, de enige doping die je hier vindt is cola. Sommigen zijn zelfs gekomen met hun mama of met een broertje op wie ze babysitten. De sfeer is rustig en gezellig.

Videos by VICE

Om twee uur ‘s middags is al een kwart van de deelnemers afgevallen. De laatste vier zullen strijden om de titel van officiële speler van RCSC. Zij die kampioenschappen met inschrijvingsgeld van 25 euro gewoon zijn, dromen nu van een contract, reizen en een loon met veel nullen.

In een van de bioscoopzetels van de tribune zit Philippe Bouillon van evenementenbureau Louvard Game. Hij is de organisator van de wedstrijd en hoogstwaarschijnlijk een van de grootste voorstanders van e-sport in België. Momenteel probeert hij vooral de volgende tegenstander van Sofiane te vinden, een grote kerel die nutteloos staat te wachten: “Kijk eens of je hem kan vinden, het is de jongen die gevolgd wordt door zijn coach. Weet je anders wie mijn stagiaire is? Dat kleine … dat klein meisje. Die chick dus. Vraag het maar aan haar.” De manager lijkt in de verste verte niet op een geobsedeerde gamer. Zijn diploma Fysica, zijn nette trekken en zijn gewoonte om zich voor te stellen als “Bouillon Philippe” maken van hem een game professional.

Philippe zijn meest indrukwekkende prestatie was om voetbalclub Charleroi – en dus de veelbesproken algemeen directeur Mehdi Bayat – te overtuigen van e-sport. Voor hen waren ook FC Barcelona, Olympique Marseille en Manchester City al op het slimme idee gekomen om eigen e-spelers in te schakelen. “Wat ze willen is een nieuw departement creëren dat misschien wel de toekomst zal zijn. Binnen 60 of 70 jaar zal e-sport alle bekende huidige sporten hebben voorbijgestoken”, vertelt hij in extase. “Zelfs voetbal.”

“We hadden ook voor Counter-Strike kunnen kiezen, maar dat scenario is gebaseerd op terroristen, anti-terroristen en bommen”

Vreemd genoeg heeft Sporting Charleroi niet meteen de Panini-kaart getrokken. Voor FIFA had RCSC het gemunt op een team van League of Legends, één van de populairste games in het professionele circuit. “League of Legends gaf meteen een goed imago aan de club. We hadden ook voor Counter-Strike kunnen kiezen, maar dat scenario is gebaseerd op terroristen, anti-terroristen en bommen. Kwestie van imago dus”, vertelt Philippe. “Officieel is Charleroi de eerste Belgische club van de Pro League die aan e-sport doet.” En als profvoetbal vooral business is, dan moet de gepixelde versie niet onderdoen: “Het belangrijkste voor de clubs is het innovatieve, tonen dat je mee bent met de tijdsgeest, andere supporters kan bereiken. En in e-sport valt geld te rapen, zonder twijfel.”

Daaruit concluderen dat het biljetten regent in de Belgische e-competitie is wat voorbarig zijn. Momenteel is het vooral kwestie van de spelers te zetten. De competitie veroorzaakt nu de nodige spanning bij de sponsors die zorgen voor een stijging van het prijzengeld, wat de concurrentie onder de spelers weer doet toenemen. “Het is zoals poker. Zet 50 euro in en je zal de gasten uit de buurt aantrekken die de tijd komen doden. Maar als je 120.000 euro inzet, dan trekt dat een ander publiek aan.” En in Charleroi is het bijna zover.

“Sommigen verdienen daar heel goed mee… we hebben het dan makkelijk over 50.000 euro per maand”

De nieuwe tegenstanders worden verdeeld door de stagiaire. Een kind dat nog bijlange niet de leeftijd heeft om te drinken, kijkt mee op haar blad: Matthias zit nog steeds in de race. Tot nu toe speelt hij zoals elk kind om de ouderen te verslagen. Maar als hij volhoudt, kan hij dit binnenkort professioneel gaan doen, zoals tientallen andere Belgen. “En die kunnen er goed van leven. Sommigen verdienen echt veel”, zegt Philippe. “We hebben het dan makkelijk over 50.000 euro per maand.” Namen wil hij niet geven, maar hij vermeldt wel een Brusselse Counter-Strike-speler. “Toernooien van 100.000 of 150.000 euro zijn nu vanzelfsprekend geworden. En die spelers kunnen bijna elke week zoveel verdienen.” Momenteel gaan de echt goede spelers echter naar het buitenland, omdat er te weinig kansen en structuren zijn in België. “Als we een echt kampioenschap willen, hebben we daar een federatie voor nodig. Als iemand thuis een FIFA-toernooi organiseert en zegt dat de winnaar Belgisch kampioen is, dan gaat niemand dat tegenhouden.”

Daarom flirt Philippe met de politiek. “Je moet niet denken dat Charles Michel niet weet wat er gaande is”, fluistert de manager. “Ik heb contacten met verschillende politici. Alle partijen proberen hierin mee te gaan.” Voor wie het doel van Philippe onhaalbaar lijkt, vertelt hij graag over de vooruitgang in andere landen: in Zuid-Korea is e-sport zodanig populair dat de collega’s van Lukaku op drankblikjes vervangen werden door virtuele spelers. Zweden en Noorwegen hebben de beste spelers ter wereld en ook Franse steden zijn met onder meer Rouen e-sport en Paris Game Suite helemaal mee. “Misschien komt er op een dag een Charleroi e-sport. Als het ook zorgt dat een stad op internationaal niveau erkend wordt, dan is dat mooi meegenomen.” De e-sportgoden hebben zijn wensen blijkbaar gehoord, want in mei werd een officiële Belgische liga aangekondigd in samenwerking met de Pro League en de vierentwintig Belgische profclubs, waaronder natuurlijk Charleroi. Shit is getting real.

Het is vijf uur en de laatste matchen worden aangekondigd. Er wordt al even naar een twintigjarige gast gewezen, “die met de zwarte pet.” Voor dit toernooi had Jason De Villers ook in Anderlecht zijn kans gewaagd. Hij is van Brussel, maar zijn vorige nederlaag hield hem niet tegen om het deze zondag nog eens te proberen. “Voor een voetbalclub spelen is wat we allemaal wilden toen we klein waren”, vertelt hij voor de finale waarin hij het opneemt tegen Matthias, een van de jongste kandidaten. “Bovendien kun je dan internationaal toernooien gaan spelen. Dat geeft toch een zekere legitimiteit in de business van e-sport. En een voetbalclub heeft een structuur, een organisatie en financiële middelen.” En dat is exact wat RCSC hen heeft beloofd: een webteam, redacteurs om hun prestaties in de schijnwerpers te zetten, een manager (Philippe) en een coach.

“Sommige mensen gaan werken bij Carrefour, ik ga naar huis en speel op de PlayStation”

Al meer dan twee jaar blinkt Jason uit in de sport, ook al is dat vanuit zijn kot aan de Université Libre de Bruxelles. “Als mensen ernaar vragen, noem ik dat mijn studentenjob. Het is de manier waarop ik geld verdien. Sommige mensen gaan werken bij Carrefour, ik ga naar huis en speel op de PlayStation.” Aan de ULB kent iedereen de ket die alle zogezegde goeie spelers van de campus verslaat met ‘slechts’ twee tot drie uur training per dag. “Toen ik vorig jaar op de unif aankwam, wilden alle jongens tegen mij spelen. Langzamerhand ook buiten mijn vriendenkring. Studenten kwamen me tegen op de gang en vroegen of we konden spelen. Ik heb honderden mensen van de ULB verslagen. Ze zien mij een beetje als de FIFA-ster. Ik vind dat grappig”. Toch houdt Jason beide voeten nog op de grond en begint hij aan de komende examens als aan een match tussen Charleroi en Barcelona: met moed en het nodige realisme. Hij gelooft in e-sport, maar momenteel rekent hij vooral op een diploma. “Ik denk nochtans echt dat dit de toekomst van sport is. In België zijn we nog steeds aan het ontwikkelen, een beetje traag zelfs, maar als ik in Frankrijk toernooien met 3000 deelnemers zie, dan denk ik: wow. Zelfs aan de universiteit of op straat is er altijd een moment waarop mensen over videogames praten, en als het niet over FIFA is, dan is het over iets anders. Zelfs op de Olympische Spelen wordt er over e-sport en een professionele Belgische liga gesproken. Het is echt de toekomst.” En het is zijn toekomst, maar op dat moment weet Jason nog niet dat hij de eerste e-speler Sporting Charleroi zal worden.

Jason geeft toe dat hij het graag had gemaakt als veldvoetballer, maar als het van Philippe Bouillon zullen ook de e-spelers de comfortabele tribunes van RCSC inruilen voor het veld. “In Nederland gebeurt dat zo. De spelers van Amsterdam komen met hun eigen e-sporters. Wanneer het stadion vol zit, zenden ze de e-sport match uit op grote schermen met de spelers die het tegen elkaar opnemen. Dat geeft een totaal andere beleving.” Hij ontploft wanneer hij de Belgische Pro League citeert die e-sport uit de stadions houdt: “Ze werken liever samen met jongeren die van thuis uit werken, in hun bed. Ik vind dat vreselijk. We hebben stadions, supporters en infrastructuur waarmee we zotte dingen kunnen doen, maar ze willen er geen gebruik van maken”, zegt hij boos. Momenteel weegt echt voetbal meer door dan dat op een scherm. Maar dat zal e-sporters niet tegenhouden om ook tijdens het WK in Rusland hun controller boven te halen. De thuisspelers rusten geen minuut, de e-sport revolutie is namelijk groter dan een toernooitje in Charleroi.