Ik ontmoette Ada,* een webdeveloper uit Iran, voor het eerst tijdens een feestje op een dakterras in Amsterdam. Terwijl we frietjes aten, vertelde ze me hoe ze in haar jeugd aan de religieuze politie van Teheran probeerde te ontkomen door snel een winkel in te duiken, in de hoop dat ze haar voorbij zouden rennen.
“De moraalpolitie controleerde vaak je nagellak om te bepalen of die niet te fel of te verleidelijk was,” lachte ze. “Elke agent had een andere opvatting over waar mannen opgewonden van worden, waardoor het moeilijk was om in te schatten welke kleuren wel en niet mochten. Maar het donkerpaars dat ik die dag op mijn nagels had gesmeerd zouden ze sowieso afkeuren, dus rende ik snel een winkel in toen ze me op straat probeerden aan te houden. De winkeleigenaar zag me en opende de achterdeur. Ik rende door de deur het steegje in, en de winkelier zei tegen de politie dat hij me niet gezien had.”
Videos by VICE
“Dat klinkt als iets uit het verzet.”
“Het was ook verzet! We droegen handschoenen om onze gelakte nagels te verbergen, en hadden allerlei trucjes om zoveel mogelijk make-up te kunnen dragen zonder gepakt te worden. Dat is wat de Iraanse overheid met ons deed. Ze gaven ons het gevoel dat je nagels lakken een rebelse daad was. Ze zorgden ervoor dat we ons over zulke kleine dingen druk maakten, zodat je niet de energie had om te vechten voor de grotere zaken.”
Zes maanden na ons gesprek mailde Ada me vanuit Teheran. Ze had net haar eerste balletles in jaren gehad en was nog aan het nagenieten. Ze vertelde hoe ze de lokale krant had doorgespit op zoek naar het “juiste soort advertentie,” dat ze eindeloos veel blogs had gelezen, had gebeld naar mysterieuze telefoonnummers, vrienden had gevraagd om als referentie op te treden, en uiteindelijk toegang had gekregen tot de geheime balletlessen.
Dansen is illegaal in Iran. Voor de Iraanse revolutie in 1979 gaf de overheid subsidies aan kunst, vooral aan dansprogramma’s die elementen van traditionele dans met westerse disciplines als ballet combineerden. Nadat de regering van de sjah was gevallen, werd dansen zondig verklaard. Het Iraanse Nationale Ballet werd in 1979 verboden, kort nadat de buitenlandse dansers van het ballet het land ontvlucht waren.
Hun Iraanse collega’s konden kiezen uit drie opties: hun baan opgeven en een andere manier zoeken om hun huur te kunnen betalen; Iran verlaten en hun werk ergens anders voortzetten (Les Ballets Persans, dat voortvloeide uit het Nationale Ballet, opereert tegenwoordig vanuit Stockholm), of in Iran blijven en – door een combinatie van slinksheid, omkoping en openlijk verzet – blijven dansen.
Toen Ada twintig was, deed ze voor het eerst mee met een balletklas. Ze is nu 28. “Ik ben niet iemand die risico’s neemt en ben toen ik nog studeerde nooit naar illegale feesten geweest,” zegt ze, “maar danslessen vond ik wel het risico waard.” “Niet alleen dansen is verboden in Iran; elke vorm van muziek waar je lichaam spontaan van kan gaan bewegen wordt als zondig gezien. “Het mag zolang je er geen plezier aan beleeft,” legt Ada uit. “Zodra je plezier beleeft aan muziek of beweging is het een zonde.”
Ik kom zelf uit een Engels dorp waar vrijwel elke kleuter op een bepaald punt in een roze tutu word gehesen om op het Zwanenmeer rond te waggelen, dus ik kan me moeilijk voorstellen hoe het is om ergens te wonen waar ballet wordt gezien als een riskante of ongeoorloofde bezigheid. Terwijl ik tegen mijn moeder zeurde dat ik rode balletschoentjes wilde in plaats van het standaard zalmroze, moest Ada haar danslessen geheimhouden voor haar ouders. Haar ouders zouden haar tegenhouden als ze wisten dat ze aan dansen deed. De moraalpolitie onderbrak vaak hun lessen, vooral als de leraren niet genoeg steekpenningen hadden betaald. Als Ada gearresteerd zou worden, zou dit leiden tot een gevangenisstraf en een verbanning van de universiteit.
“Ik maak dansschoenen. Ze kunnen het maken van schoenen niet verbieden.”
Tegenwoordig vinden danslessen plaats in verlaten kelders van ziekenhuizen, in kantoorpanden, of in de huizen van de leraren. Meestal geeft de leraar het ritme aan voor de dansers, en wordt er geen muziek opgezet uit angst dat de buren het misschien horen.
Ada’s oude dansleraar Azar* vertelt over de constante dreiging van een politie-inval. “De kans dat de politie binnenkomt en ons allemaal arresteert is altijd aanwezig,” zegt ze. “Ik zeg altijd tegen mijn leerlingen dat ik hun veiligheid niet kan waarborgen. Ik probeer zo veilig mogelijk te werk te gaan. Ik neem alleen leerlingen aan die door andere leerlingen worden aangedragen. Ik probeer ook niet mijn klassen vol te krijgen door reclame te maken, zoals andere leraren doen. Zij delen hun visitekaartjes uit op straat.”
Lees ook: De andere kant van Iran
Reclame maken voor de lessen is lastig: te weinig promotie leidt tot lege klassen, terwijl te veel reclame maken ook de aandacht van de verkeerde mensen trekt. Danslerares Yassi* herinnert zich hoe lastig het was voor de lerares die haar leerde dansen om die balans te vinden. “Ze was heel voorzichtig, maar kreeg toch vaak telefoontjes van de regering, zelfs van de afdeling die onder het directe gezag van Ali Khamenei (de grootayatollah van Iran) viel. Ze nodigden haar uit om Iraanse volksdansen op te voeren bij internationale evenementen of in de ambassades van andere landen in Iran,” zegt ze. “Ze boden hoge vergoedingen aan, maar ze nam de opdrachten niet aan.” De lerares van Yassi verliet het land uiteindelijk om in het buitenland dansles te geven. Yassi nam haar klassen over en ging zelf ook nooit in op verleidelijke uitnodigingen van het regime om in het openbaar te dansen.
Hoewel de revolutie van 1979 veel carrières van dansers beëindigde, creëerde het ook mogelijkheden voor mensen als Nassrin*, een jonge danseres die – bijna bij toeval – één van de weinige leveranciers van dansschoenen in Teheran werd. Voor de revolutie konden professionele en amateurdansers hun schoenen op veel verschillende plekken kopen en konden ze kiezen uit balletschoenen van uiteenlopende kwaliteit en prijs. Meer dan 35 jaar later zijn de balletschoenmakers grotendeels uit Teheran verdwenen, overleden of hebben ze hun bedrijf opgegeven. Nassrin promoot haar werk via Instagram en heeft een nuchtere kijk op de risico’s: “Ik maak dansschoenen. Ze kunnen me niet verbieden om schoenen te maken.”
“Ik zet foto’s van de balletschoenen die ik maak op Instagram voor een specifiek publiek – de meeste mensen weten er niet vanaf. Toen een paar van mijn vrienden de foto’s zagen, zeiden ze dat ze niet wisten dat het schoenen waren die bedoeld zijn om mee te dansen. Ze herkenden ze niet.”
“De overheid blijft zeggen dat dansen zondig is en dat je daarom niet mag dansen –tenzij je steekpenningen betaalt. Dan kan je in het geheim wel dansen.”
De houding van Nassrin is een nieuwe ontwikkeling in de dansscene van Teheran. Toen Ada begon met danslessen waren mensen veel banger om gearresteerd te worden. Ze vertelt dat ze nu betrouwbare afspraken heeft gemaakt met de politie. “De overheid blijft zeggen dat dansen zondig is en dat je daarom niet mag dansen –tenzij je steekpenningen betaalt. Dan kan je in het geheim wel dansen.”
De dansers moeten hun lessen wel nog steeds geheimhouden voor hun families, leraren blijven les geven zonder muziek, en balletschoenmakers blijven lastig om te vinden. Maar de mogelijkheden om in het openbaar te dansen nemen toe, hoewel het nog steeds illegaal is voor vrouwen om voor mannen te dansen – alleen vrouwen mogen naar de uitvoeringen komen.
Yassi legt uit dat er dingen veranderd zijn sinds de verkiezing van president Hassan Rohani in 2013. “Er zijn veel meer mogelijkheden om op te treden, maar ze vragen er veel geld voor. We moeten een groot bedrag betalen voor elke voorstelling, dus het kost ons ongeveer 200 miljoen rials (6200 euro) per optreden, wat erg veel geld is.”
Na decennia van getouwtrek tussen de fundamentalistische regering en Iraanse burgers die weigeren om dans te bestempelen als zondig, is er een informeel compromis bereikt: betaal en je mag dansen. Toen ze recentelijk weer even terug was uit Teheran, herinnerde Ada me eraan dat daadwerkelijke vooruitgang nog steeds pijnlijk langzaam gaat in Iran.
“Dit nieuwe betalen-om-te-dansen-idee lijkt een goede ontwikkeling voor Iraanse dansers, maar het regime profiteert er nog steeds van dat er geen duidelijke grens is tussen wat wel en niet toelaatbaar is,” zegt ze. “Dat maakt het moeilijker om hen te betwisten, en de meerderheid van de mensen leven nu nog beperktere levens, omdat ze niet goed weten wat wel en niet mag. Ambiguïteit en angst zijn de makkelijkste manieren om mensen onder de duim te houden.”
Er is iets belachelijks aan het idee dat een zaaltje vol zevenjarigen die verbeten La Bayadère oefenen zondig is. Maar totdat dit wordt erkend door de Iraanse overheid, moeten Ada en haar danspartners elk publiekelijk optreden zien als een overwinning in de grotere strijd om ballet levend te houden in Iran.
Dit artikel verscheen eerder op Broadly, de nieuwste site van VICE. Broadly komt binnenkort ook naar Nederland.