“Ik ben 27 jaar oud. Oorspronkelijk kom ik uit Nigeria. Ik ben met een kleine boot van Libië naar Italië gekomen. Er waren nog 105 andere mensen aan boord, waarvan er 103 de tocht overleefd hebben.”
Deze woorden zijn afkomstig van migrant nummer 220 – of Louis, zoals vrienden en familie hem kennen. De afgelopen weken staken zo’n achthonderd mensen de Middellandse Zee over, van Libië naar Italië. Louis was een van de “geluksvogels” die het overleefde. Ik ontmoette hem toen ik in het Siciliaanse kustplaatsje Trapani op een omheind vluchtelingenkamp stuitte.
Videos by VICE
Louis woonde in Libië, maar vanwege de situatie daar wilde hij in de hoop op een beter leven de oversteek naar Europa maken. Hij overleefde het, maar twee vrouwen aan boord van de kleine boot gingen dood, net voordat een groot vrachtschip hen allemaal aan boord nam. Uiteindelijk kwamen ze in een oude sportzaal in Trapani terecht. Samen met 85 andere jonge mannen brengt Louis hier zijn tijd door. Ze slapen schouder aan schouder op matrassen die op de vloer van de gymzaal zijn uitgespreid.
De vluchtelingen mogen maar drie uur per dag buiten de gymzaal doorbrengen. De rest van de tijd zitten ze binnen en vervelen ze zich. Maar Louis heeft geen spijt: “Dit is al beter dan in Libië, ik voel me hier veilig. Ik hoor geen geweerschoten meer.”
De mannen in de gymzaal hebben geen idee wat er met ze gaat gebeuren. Ze spreken geen woord Italiaans en de bewakers van het kamp spreken geen Engels. Ze hebben geen enkel idee wat hun status is. Ze vertellen me dat ik de eerste persoon ben waar ze Engels mee kunnen praten.
Omdat de bewakers mij ook niet van informatie willen voorzien en ze me ook het kamp niet binnen willen laten, besluiten Louis en ik om buiten het kamp af te spreken. Ik geef hem een wegwerpcamera zodat hij wat van zijn leven in het kamp kan laten zien. “Binnen doe ik niet veel,” vertelt hij. “Ik slaap vooral en zit op de patio met de andere jongens uit Nigeria. En ik wacht.”