Rechtsonder. Hij zit. Heeft een klein, zwart, rechthoekig voorwerp vast op ongeveer ooghoogte.
Zie je hem?
Videos by VICE
Het is niet precies duidelijk wie deze man is, maar hij zou heel goed een selfie aan het maken of door een newsfeed aan het bladeren kunnen zijn. Hij lijkt naar het apparaat in zijn hand te staren op een manier die tegenwoordig maar al te bekend lijkt. Het lijkt alsof hij net een slechte tweet heeft gelezen of onbewust terugdeinst vanwege een Trump-gerelateerd pushbericht van de NOS. Hij zou er bijna onopmerkelijk uitzien, als hij en de wereld om hem heen in het afgelopen decennium had bestaan.
Maar de meerdelige muurschildering waar de man op te zien is, getiteld “Mr. Pynchon and the Settling of Springfield,” bestaat al een goede zeven decennia langer dan de iPhone. Het schilderij uit 1937 komt van de hand van de inmiddels overleden Italiaanse semi-abstracte schilder Umberto Romano. Het tafereel op het schilderij is losjes gebaseerd op echte gebeurtenissen rondom een ontmoeting voor de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog. Leden van twee prominente stammen uit New England, de Pocumtuc en Nipmuc treffen Engelse kolonisten uit het dorp Agawam in het huidige Massachusetts rond het jaar 1630. Dat is een goede 200 jaar voor de opkomst van elektriciteit.
We springen een paar honderd jaar vooruit naar de precieze datum dat de mobiele telefoon voor het eerst zijn intrede maakt, 3 april 1973. Vier decennia voordat Steve Jobs in 2007 misschien wel het best verkopende product ooit onthult.
Met andere woorden: wat de man in het schilderij vasthoudt, kan simpelweg geen iPhone zijn.
Maar wat is het dan wel?
Het is een vraag die me telkens terug laat komen bij het schilderij van Romano. De man is te zien in de eerste van vier panelen uit een muurschildering die samen Romano’s hervertelling van de geschiedenis van New England vormen.
Het geheel wordt nog mysterieuzer door het feit dat de muurschildering draait om ene William Pynchon – in het midden, hij draagt roze – de schrijver van The Meritorious Price of Our Redemption, het eerste boek dat ooit in Amerika verbannen en vervolgens verbrand is. Hij is tevens de vroegste koloniale voorouder van de geheimzinnige levende schrijver Thomas Pynchon.
Misschien heb ik teveel werk van de laatste Pynchon gelezen. Hij is geboren in – jawel – 1937, hetzelfde jaar als Romano’s muurschildering. De paranoïde fictie van deze schrijver staat erom bekend dat het “technologie niet per se als iets goed afschildert,” Misschien maak ik te vaak grappen over intergalactische tijdreizigers. Misschien ben ik te vaak overweldigd door basale consumententechnologie, ondanks dat ik voor een tech publicatie werk. Of misschien heeft het te maken met het confronteren van de neiging om alledaagse angsten te projecteren op het verleden door de waas van een witgewassen verhaal over genocide.
Wat het ook is, ik kan mijn ogen simpelweg niet van hem af houden. Hoe langer ik kijk, hoe meer hij de meest typerende houding van dit digitale tijdperk aan lijkt te nemen, terwijl het schilderij en het tafereel erop er al veel langer zijn dan dat tijdperk. Het is griezelig.
Ik leerde de man onlangs kennen via schrijver en historicus Daniel Crown, die in 2015 een essay publiceerde over William Pynchon. Het stuk van Crown noemt het object dat de man in het schilderij vast heeft één keer, en benoemt daarbij hoeveel dat object op een smartphone lijkt. Romano, die in 1982 overleed, lijkt nooit specifiek iets over de man te hebben gezegd. Dat maakte Crown de eerste en enige die ooit iets over de man gezegd heeft. Ik besloot om contact met hem op te nemen.
“Om het zo aardig mogelijk te zeggen: de zogenaamd ‘abstracte’ esthetiek van Romano was bewust ambigu,” zei Crown per mail. Maar het zou zo kunnen zijn, voegt hij toe, dat de man zichzelf vrij letterlijk ziet in het object dat hij vast heeft.
“Amerikanen waren geobsedeerd met het ‘nobele wilde’-cliché toen Romano deze muurschildering maakte,” vertelde Crown mij. “Romano probeerde waarschijnlijk de introductie van moderniteit in een nieuwsgierige samenleving te vangen, die compleet verbaast was over alle glimmende schatten en objecten van Pynchon.”
En het glimmende object in kwestie? Crown denkt dat het een spiegel is.
Het zou dus kunnen dat wat de man vasthoudt niet een inheems object is, maar een Europees object, zoals spiegels, die regelmatig aanwezig waren bij dit soort ontmoetingen. De man lijkt het inderdaad zo te houden, dat hij zijn eigen gezicht kan zien. Het klinkt logisch.
Toen Europeanen in de 17e eeuw dit soort reflective objecten introduceerde aan de inheemse bevolkingen, “namen een hoop inheemse stammen spiegels op in hun esthetiek en culturele context,” schreef Dr Jessice R. Metcalfe, expert op het gebied van inheemse kunst, mode en design. In hetzelfde artikel, haalt Metcalfe een quote uit het boek The Arts of the Native American door Edwin L. Wade waarin de auteur reflecteert op het verschil in spiegel gebruik tussen Indianen en Europese kolonisten in die tijd:
Voor inheemse Amerikanen waren spiegels een symbool van rijkdom en status. Ze werden veelal vastgemaakt aan dansstaven of andere ceremoniële objecten. Het was het feit dat ze licht konden reflecteren dat ze belangrijk maakte voor de inheemse bevolking.
Een andere optie is dat het object geen spiegel, maar een pocket-size editie is van een religieuze tekst, zegt Crown. “Misschien een van de evangeliën of de Psalmen,” voegt hij toe. “Die bestonden destijds en hadden ongeveer dezelfde rechthoekige vorm”.
Weer een andere theorie kwam van Dr. Margaret Bruchac, assistent-professor Antropologie aan de Universiteit van Pennsylvania. Volgens haar is het object eigenlijk een ijzeren mes. Het scherpe deel drukt de man tegen zijn handpalm. Maar Bruchac bevestigt ook de “abstractheid” van de muurschildering. Er zijn zo veel dingen fout aan dit beeld. Ik weet niet waar ik moet beginnen,” vertelde ze. “De kunstenaar had duidelijk maar weinig van de objecten gezien die schilderde.”
Messen en ijzeren lemmeten waren een populair ruilmiddel in de 17e eeuw. Maar in een correcte afbeelding van een lemmet zou gat moeten zitten, legt Bruchac uit, waarmee het aan een handvat bevestigd zou kunnen worden. De doos waarin de man zit, die waarschijnlijk een uitgesleten kano of een krat moet voorstellen, “lijkt op geen enkele houten boot of bak van welke natie dan ook.” Ook klopt er niks van het roze pak dat de Engelsman draagt en bovendien vliegt er een heks op een bezem voorbij in de achtergrond.
“Het is duidelijk een geromantiseerd beeld van de kolonisten, terwijl het praktisch nul bruikbare informatie over de indianen geeft,” zegt Bruchac. “Maar het object heeft inderdaad heel veel weg van een smartphone.”
Het is een mes. Een religieus boekje. Een spiegel. Een iPhone in de handen van een tijdreiziger.
Het is wat we willen dat het is. Maar ook wat we denken dat het zou moeten zijn.
Zelfs als het een Android blijkt te zijn.