Tech

Jurassic Park is echt!!!!! Maar dan met zonder dino’s

Onze natte kinderdroom ligt eindelijk binnen handbereik. Door middel van een proces dat de-extinction heet kunnen we uitgestorven diersoorten weer tot leven wekken: Jurassic Park-stijl, maar dan wel zonder de dino’s. Deze prehistorische monsters stierven miljoenen jaren geleden al uit en DNA heeft niet zo’n lange houdbaarheidsdatum. Hoogstens soorten die de laatste tienduizenden jaren het loodje legden hebben een kans, wat over het algemeen dieren zijn die door ons toedoen zijn uitgestorven. Dodo’s, neanderthalers, mammoeten, dat werk.

Het terughalen van soorten is mogelijk gemaakt dankzij de laatste scifi-kneepjes in het klonen van dieren. Vorige week lieten Japanse wetenschappers weten 25 generaties muizen succesvol te hebben gekloond uit dezelfde muis. De 581 muizenklonen—en klonen van klonen—leefden allemaal lang en gezond, en konden normaal neuken, zwanger worden en gezonde babymuisjes maken. Perfect klonen is dus mogelijk. (Vergeet niet dat kort geleden onze beste klonen op z’n best ‘oud’ werden geboren of totaal niet levensvatbaar waren.) Met deze nieuwe kloonskills werd het idee geopperd dat dit de sleutel zou kunnen zijn tot het redden van met uitsterven bedreigde diersoorten.

Videos by VICE

De-extinction focust zich juist op het tot leven wekken van enkele knuffelbare en/of coole diersoorten, terwijl miljoenen soorten het risico lopen om uit te sterven. Het tot leven wekken van uitgestorven dieren kan alleen een oneindig klein deel uitmaken van het oplossen van de huidige uitstervingscrisis van dieren, planten, schimmels en microben, die momenteel duizendmaal sneller uitsterven dan normaal. En dan is er ook nog een praktisch probleem. Denk aan één dino die duizenden bomen in z’n leven verslindt. Een luxe die de wereld op het moment niet bepaald kan veroorloven.

Zelfs bij suffere soorten, zoals de Pyreneeënsteenbok, die dertien jaar geleden uitstierf, zijn er issues. Bij herintroductieprogramma’s van dierentuindieren terug naar het wild staat er namelijk altijd één vraag centraal: waar de fuck zetten we die beesten neer? De reden dat ze in de eerste plaats uitstierven is vaak omdat hun leefgebieden verwoest zijn of er op ze gejaagd werd. Zet de Pyreneeënsteenbok terug en het wordthet duurste geitje op het menu.

De mammoet terughalen, of andere soorten die een cruciale rol speelden in een bepaald ecosysteem, heeft daarentegen wel zin. En hoe vet is de mammoet? Zo’n 12.000 jaar geleden liepen mammoeten en andere grote zoogdieren vrij rond in Siberië. De nu dorre en mossige toendra’s waren toen weelderige graslanden, die in stand werden gehouden door mammoeten en andere grazers. Zij ploegden de grond om en bemestten het met poep. Toen de dieren verdwenen greep mos zijn kans en transformeerde het rijke grasland in een minder productieve toendra. De-extinction kan dus goed zijn.

De-extinction heeft trouwens nog een voordeel: het terugbrengen van genetische variatie in soorten die het moeilijk hebben. Dit proces kan eigenlijk het best vergeleken worden met het plaatsen van een gezonde en sexy latina tussen inteelt trailertrash.

Wel moeten we een beetje oppassen. Het is namelijk onmogelijk te overzien wat er daadwerkelijk gebeurt als we een beest als de mammoet los laten. (Denk maar aan Jurassic Park.) En doordat bijvoorbeeld voedsel uit de mammoettijd onvoldoende aanwezig is, zou de mammoet binnen korte tijd weer kunnen uitsterven. Maar hoe hard zou het zijn om een mammoet te zien?

Volg Motherboard ook op Facebook en Twitter voor meer van dit en andere dingen

Video’s via National Geographic
Thumbnail image door Tracy O, via Wikimedia Commons