A-Bacterial-Vaccine-Could-One-Day-Help-Treat-Mental-Health-Issues_HF
Hunter French
gezondheid

Het vaccin dat stress, angst en depressie zou kunnen voorkomen

Onderzoekers zijn een bacterie op het spoor die geestelijke gezondheidsproblemen zou kunnen helpen voorkomen.
HF
illustraties door Hunter French

Als je op de hoogte wil blijven van onze beste stukken zonder je suf te scrollen, schrijf je dan in voor onze wekelijkse nieuwsbrief.

In 1989 onderzocht Ed Bullmore, inmiddels psychiater aan de Universiteit van Cambridge maar toen nog arts in opleiding, een vrouw die niet meer kon lopen vanwege schade aan het collageen en bot in haar knieën. Dat, en pijnlijk gezwollen gewrichten in haar handen, duidde op reumatoïde artritis, een ontstekingsziekte. Nadat Bullmore de gebruikelijke vragen had gesteld om tot een diagnose te komen vroeg hij haar nog iets anders: hoe ze zich voelde, op emotioneel vlak.

Advertentie

“In de volgende tien minuten vertelde ze me stilletjes maar helder dat ze een laag energieniveau had, niets haar nog plezier gaf, slecht sliep, en bezig werd gehouden door pessimistische en schuldige gedachten,” schreef hij in 2018 in een essay op Medium.

Toen hij zijn supervisor hierover vertelde, vond deze het niet bepaald spannend. Een chronische ontstekingsziekte zou iedereen depressief maken, zei hij. “Het kwam bij ons allebei niet op dat haar depressie misschien een lichamelijke oorzaak had,” schreef Bullmore. “Dat deze mevrouw P. niet depressief was omdat ze wist dat ze een ontsteking had, maar puur omdat ze die ontsteking had.”

Ontstekingen zijn een natuurlijke en noodzakelijke functie van het immuunsysteem. Je krijgt een ontsteking als je lichaam een leger aan verschillende moleculen activeert om zichzelf te beschermen tegen een dreiging van buitenaf, zoals een virus. Maar wanneer ontstekingen niet overgaan kunnen ze veel schade aanbrengen. Auto-immuunziektes en ontstekingsziektes, zoals artritis, astma, inflammatoire darmziekte, diabetes type 1 en allergieën, gebeuren wanneer het immuunsysteem van het lichaam niet weet wanneer de troepen teruggetrokken moeten worden.

Deze chronische ontstekingsaandoeningen komen steeds vaker voor. Dit is niet alleen zorgwekkend omdat ze een belangrijke doodsoorzaak zijn, maar ook omdat er (zoals in het geval van mevrouw P.) een link valt te leggen tussen deze aandoeningen en geestelijke gezondheidsproblemen. En ook die komen steeds vaker voor.

Advertentie

In de afgelopen twintig jaar zijn wetenschappers zich gaan realiseren dat de link niet alleen maar het bijproduct is van leven met een moeilijke ziekte. Onderzoekers, zoals Bullmore, die het boek The Inflamed Mind heeft geschreven, zijn bezig met het blootleggen van een meer betekenisvolle en naargeestige connectie tussen ontstekingen en geestelijke gezondheid. Ontstekingen lijken namelijk direct mentale gezondheidsproblemen te veroorzaken, en tegelijkertijd lijken stress en mentale gezondheidsproblemen ook ontstekingen te veroorzaken, waardoor een gevaarlijke feedback loop ontstaat.

Eén enkele risicofactor is niet genoeg om alle psychiatrische problemen te verklaren, schreef Chuck Raison, een psychiater aan de universiteit van Wisconsin-Madison, in een speciaal rapport over het onderwerp in Psychiatric Times. Maar “ontstekingen bleken wel een gemene deler en waarschijnlijk een risicofactor te zijn voor elke vorm van psychiatrische stoornissen, van schizofrenie tot OCD, van manie tot depressie,” schreef hij.

Christopher Lowry, een neuro-endocrinoloog aan de Universiteit van Colorado Boulder, voorziet een toekomst waarin mensen een vaccinatie zouden kunnen krijgen om beschermd te worden tegen geestelijke gezondheidsproblemen die het gevolg zijn van ontstekingen. In een reeks onderzoeken die in de afgelopen tien jaar zijn uitgevoerd, hebben Lowry en collega’s in dieren aangetoond dat een bepaalde bacterie, Mycobacterium vaccae (of M. vaccae), ontstekingen kan verminderen en daarmee ook de verontrustende gedragssymptomen die ermee gepaard gaan.

Advertentie

Een van de redenen waarom grote ontstekingen voorkomen is dat het immuunsysteem de weg kwijt is. Een mogelijke (en verrassende) verklaring voor hoe dit kan gebeuren begint steeds meer vorm te krijgen: het zou kunnen dat ons immuunsysteem een aantal cruciale elementen mist die nodig zijn voor een gezonde ontwikkeling, namelijk bacteriën, virussen en parasitische wormen – precies die dingen die het immuunsysteem zou moeten afweren. We worden tegenwoordig steeds minder blootgesteld aan deze elementen vanwege onze moderne eetgewoontes, medicijnen en levenswijzen, en dat kan er voor zorgen dat onze immuunsystemen ongetraind zijn, bij wijze van spreken ‘naïef’, en daardoor de neiging hebben om in de war te raken.

Een immuunsysteem kan niet zomaar iedere vreemde cel aanvallen; het moet kunnen beslissen wanneer iets een bedreiging is, en wanneer niet. Dit is waarom mensen en andere zoogdieren zowel een aangeboren als een adaptief immuunsysteem hebben, zegt Graham Rook, professor in de medische microbiologie en immunologie aan het University College in Londen. Het adaptieve immuunsysteem leert wat het moet aanvallen en wanneer, maar daar heeft het wel data voor nodig.

“Het werkt als een computer,” zegt Rook. “De vraag is: waar komt de data vandaan? Deels van de microbiota, oftewel micro-organismen in je darmen. En deels van infecties van buitenaf en andere microben waar we aan blootgesteld worden, vooral vroeg in ons leven.”

Advertentie

Sinds mensen in meer stedelijke omgevingen zijn gaan wonen worden we minder vaak blootgesteld aan een breed scala aan micro-organismen die Rook “oude vrienden” noemt. Onze afnemende interactie met bepaalde bacteriën zou ervoor kunnen zorgen dat we een immuunsysteem ontwikkelen dat nogal agressief en onzorgvuldig te werk gaat.

Dit concept staat beter bekend als de ‘hygiëne-hypothese’, wat suggereert dat de steriliteit van ons moderne leven tot gezondheidsproblemen leidt. Rook is niet echt een fan van deze term. Hij denkt dat het niet breed genoeg is om alle manieren te omvatten waarop we interacties met microben mislopen. (En dat het negeert dat hygiëne belangrijk is om besmettelijke ziektes te voorkomen, vooral in dichtbevolkte, stedelijke gebieden.)

Het daadwerkelijke probleem vind je op een grotere, maatschappelijke schaal, aldus Rook. Het komt wel voort uit schonere leefomstandigheden en voedsel, maar ook door overmatig gebruik van antibiotica, keizersneden, radicale veranderingen in het soort voedsel dat we consumeren, het verdwijnen van oude soorten infecties (tuberculose, hepatitis A, helicobacter pylori en parasitaire wormen), en van niet in contact komen met organismen die zich voeden met dode en rottende materie in modder en aarde.

De effecten van deze bodembacteriën op ontstekingen zijn goed te zien bij een fenomeen dat het ‘boerderijeffect’ wordt genoemd. Onderzoeken laten zien dat op het land werken en in de buurt van boerderijdieren opgroeien mensen beschermt tegen ontstekingsaandoeningen, zoals astma en bepaalde allergieën. Voor kinderen die niet op boerderijen wonen kan het bijvoorbeeld goed zijn om huisdieren te hebben of ermee in aanraking te komen.

Advertentie

Een recent onderzoek, geleid door Stefan Reber van de Universiteit van Ulm in Duitsland, onthulde een connectie tussen goede emotionele gezondheid en opgroeien rond modder en aarde. Veertig mannen ondergingen een stresstest in een laboratorium. Ze moesten een speech geven voor een groep strenge wetenschappers in witte jassen. De mannen die op het platteland waren opgegroeid waren wel gestrest, maar alleen de mannen die uit de stad kwamen hadden een enorme ontstekingsreactie, die de gehele lengte van het onderzoek aanhield.

“Er zit iets in de aarde wat we schijnbaar nodig hebben,” zegt Rook.

In de jaren zeventig troffen Rook en immunoloog John Stanford M. vaccae aan in modder in de buurt van het Kyogameer in Oeganda. Ze waren bezig met uitzoeken waarom vaccinaties tegen lepra in bepaalde landen effectiever waren dan andere toen ze M. vaccae tegenkwamen, een bacterie die nauw verwant is aan lepra, en mogelijk het effect van het vaccin versterkte.

“Later realiseerde John – hij was een goede immunoloog – dat deze bacterie het vermogen had om iets te veroorzaken dat we immunoregulatie noemen,” zegt Lowry.

Andere onderzoekers hebben geprobeerd om te zien of de effecten van M. vaccae op het immuunsysteem gebruikt konden worden. In 2004 probeerde een oncoloog in het Verenigd Koninkrijk om patiënten met niet opereerbare longkanker naast chemotherapie ook M. vaccae toe te dienen, om te zien of het de overlevingskansen zou verbeteren. De bacterie hielp mensen niet langer te leven, maar interessant genoeg verbeterde het wel hun kwaliteit van leven. Ze hadden een verhoogd niveau van emotionele gezondheid en cognitieve functies, en minder pijn.

Advertentie

In 2007 injecteerde Lowry voor het eerst muizen met M. vaccae. Hij zag toenames in het serotonine-metabolisme in de prefrontale cortex, een neurotransmitter en tevens het deel van de hersenen dat gelinkt wordt aan humeur en persoonlijkheid. Uit ander onderzoek onder muizen bleek dat muizen die met M. vaccae waren behandeld minder angstig reageerden op een groot, agressief mannetje, en minder snel ontstekingsproblemen (zoals colitis) ontwikkelden. In een recenter onderzoek onder ratten kwamen Lowry en zijn collega’s erachter dat de ratten die M. vaccae toegediend hadden gekregen sneller over hun angsten heen kwamen.

“Dat is wat mensen met een angststoornis of PTSS niet kunnen: angst wegnemen,” zegt Lowry. “Zelfs in een veilige omgeving.”

Met meer onderzoek ziet Lowry wel gebeuren dat M. vaccae kan worden toegepast als een vaccinatie, vroeg in iemands leven. Het zou het immuunsysteem kunnen helpen om zichzelf te leren reguleren, en ontstekingen helpen verminderen bij mensen met een hoog risico op depressie of PTSS. Het zou zelfs toegediend kunnen worden bij mensen die net een ernstig trauma meegemaakt hebben, om zo PTSS te voorkomen.



Lowry probeerde voorzichtig te zijn met de bevindingen van zijn laboratorium naar buiten brengen, vooral omdat zijn team voornamelijk experimenten met dieren heeft gedaan. Maar tegelijkertijd begon ook het bewijs te groeien dat zijn onderzoek ook op mensen van toepassing zou zijn – dat ontstekingen niet alleen maar vaak samenhangen met psychische stoornissen, maar ze ook daadwerkelijk veroorzaken.

Advertentie

Door het niveau van ontstekingsmoleculen in iemands bloed te meten, ontdekten de onderzoekers dat ze latere mentale gezondheidsproblemen konden voorspellen. In 2010 bleek dat mensen die voor de Britse overheid werkten en een hoger niveau van ontstekingen hadden een grotere kans liepen om twaalf jaar later depressief te zijn. In 2014 was er een ander onderzoek in het Verenigd Koninkrijk, waarbij naar vijftienduizend kinderen van rond de negen werd gekeken, en waaruit bleek dat kinderen die niet depressief waren maar wel last hadden van ontstekingen een grotere kans hadden om tien jaar later wel depressief te zijn. Uit een onderzoek uit 2014 door het Amerikaanse leger bleek dat het percentage soldaten met PTSS groter was onder soldaten die meer ontstekingsmoleculen in hun bloed hadden vóór ze gingen vechten.

“Met andere woorden, als je al meer kans hebt om last te hebben van ontstekingen dan kan dat de beslissende factor zijn of je wel of niet angst- en depressieve symptomen ontwikkelt,” zegt Lowry.

Chronische ontstekingen beïnvloeden ons hele lichaam, inclusief de hersenen. Ontstekingen kunnen de manier waarop de hersenen functioneren in de weg zitten, waardoor het gedrag van neurotransmitters en synapsen wordt veranderd. De hersenen hebben ook hun eigen immuunsysteem, dat wanneer het overdreven actief is, kan leiden tot aanhoudende neuro-ontstekingen. M. vaccae kon bij ratten deze respons van de immuuncellen van de hersenen stoppen, en daarmee ook de bijbehorende negatieve veranderingen in gedrag.

Advertentie

In mei dit jaar vonden Lowry, Rook en anderen een enkele molecuul van M. vaccae die ontstekingsremmende effecten heeft in menselijke cellen en muizencellen. Het is een lipide, een vetmolecuul, met een zeer specifieke chemische vorm. Zoogdieren kunnen deze niet produceren.

Momenteel is Lowry bezig met een klinische proef met mensen als proefpersonen, maar niet met M. vaccae, omdat hij nog geen toestemming heeft gekregen van de Amerikaanse FDA (Food and Drug Administration). Hij maakt daarom gebruik van een ander commercieel beschikbaar probioticum, waarvan is aangetoond dat het immunoregulerende effecten heeft. Zijn team werkt ook aan een proef met M. vaccae, maar in de tussentijd kijken ze of een andere bacterie ook zou kunnen werken.

John Cryan, een neurowetenschapper aan University College Cork in Ierland, zegt dat dit slechts één manier is waarop we in de toekomst waarschijnlijk microben als medicijn voor geestelijke gezondheid zullen gaan inzetten. Bacteriën helpen ons immuunsysteem te reguleren, maar produceren ook belangrijke moleculen die meer directe interacties met onze hersenen hebben. Een onderzoek uit februari onder meer dan duizend mensen wees uit dat mensen met een depressie tekorten hadden aan specifieke bacteriën die belangrijke chemicaliën produceren. Weten wie welk microbiële tekort heeft – zoals een vitaminetekort – zou mensen kunnen helpen voor wie andere geneesmiddelen niet werken.

Niet elk geval van depressie wordt veroorzaakt door een ontsteking. Maar het uitzoeken van de gevallen waarin ontsteking een overweldigende rol speelt, kan ons dichter brengen bij het begrijpen van de beste behandelingsopties, zegt Jane Foster, een neurowetenschapper aan de McMaster Universiteit die het immuunsysteem bestudeert.

Wat er nu ook gaat gebeuren: het causale verband tussen ontstekingen en geestelijke gezondheidskwesties zet ons aan het denken over de onderliggende oorzaken van psychische stoornissen. Het kan zomaar zijn dat de veranderende omgeving waarin we leven, de manier waarop onze lichamen functioneren aanpast, en een dramatisch effect heeft op hoe we ons voelen. Dit is een groot verschil met wat heel lang het heersende dogma is geweest: dat lichaam en geest gescheiden zijn, en hun ziektes ook.

Voor Cryan zijn dit soort microbiële benaderingen reden voor optimisme. “In tegenstelling tot onze genomen, waar we niet veel aan kunnen doen behalve onze ouders en grootouders iets kwalijk nemen, is onze microbiota mogelijk aan te passen,” zegt hij. “Het geeft individuen meer zeggenschap over hun eigen gezondheid.”

Volg Shayla Love op Twitter.