Het ging veel over Willem, de afgelopen tijd. Over de rol van Jermaine Slachter, de aftaaiende voetballer die hij vertolkte in de film Catacombe. Over zijn shows, de indrukwekkende albumpresentatie tijdens ADE, en de twee uitverkochte avonden in de Melkweg die daarop volgden. Over de fenomenale clip voor Houten Pak, geregisseerd door legende in wording Paul Geusebroek. Het ging eigenlijk over het hele visuele plaatje, van de live lichteffecten tot de foto op zijn albumhoes. Maar vooral over de depressie die hem pakte na het uiteenvallen van The Opposites.
En dat is ook logisch. Het is namelijk een verhaal waar (muziek)journalisten, fans en alle andere amateurpsychologen in dit land voor warmlopen. Matthijs van Nieuwkerk heeft in de kleine tien minuten die hij met Willem aan tafel kon praten ongeveer vierduizend keer benadrukt dat het succes van The Opposites écht enorm was, en dat het écht slecht met hem ging toen dat doodbloedde. Omdat Willem daar zo goed, pijnlijk gedetailleerd, vol zelfreflectie en meeslepend over vertelt, is het elke keer opnieuw een indrukwekkend verhaal. Hoe vaak je het ook hoort.Maar ironisch genoeg zit daar ook gelijk de crux: hierdoor wordt het album Man in Nood in feite op een bepaalde manier overschaduwt – het is namelijk veel meer en veel groter dan alleen het tragische verhaal van een gevallen ster die gehavend opkrabbelt. Het is net zozeer een verhaal over het herontdekken van hoe het is om tegelijkertijd vader en zoon te zijn, het proberen te temmen van een tot nu toe ontembare knaldrang, dealen met een zelfbeeld verknipt door jarenlang racisme en het leren omgaan met de verantwoordelijkheden die van alle kanten op je worden geworpen zodra je de dertig passeert.Deze doodserieuze, zware onderwerpen zijn tegelijkertijd wel en niet wat Man in Nood een van de beste albums van het jaar maakt. Productioneel gezien zit het zo ontzettend goed in elkaar dat het ook top was geworden als hij een vredig leven op een boerderij in Noordeinde bij elkaar had gelogen, ver buiten de spotlights, voor eeuwig tevreden met de buma van Sukkel voor de Liefde en Slapeloze Nachten. Dat was prima geweest, mensen hadden hem vast en zeker geloofd.
Maar de kwaliteit leunt in de basis niet op de zwaarte van de teksten, maar meer op dat hij heeft gedurfd om deze onderwerpen toch aan te snijden en het dus over een totaal nieuwe boeg te gooien. “Nooit gedacht op m’n drieëndertigste mezelf te moeten vinden," rapt hij op Jongen. Waarschijnlijk heeft hij naast dat ook nooit gedacht dat juist deze zoektocht er voor zou zorgen dat hij opnieuw met kop en schouders boven de rest van rappend Nederland uit zou steken. Alleen dan op een totaal nieuwe manier. Dit, het totale vernieuwen van je stijl, ontbrak op deze manier bij een generatie rappers die dit jaar, net als Willem, uit de vergetelheid stapte om met een album te komen.
Advertentie
Comeback season
In januari was er bijvoorbeeld al THC-grondlegger RBDjan, die na zeven jaar met King een vervolg gaf aan zijn vervelend onderschatte debuutalbum De Onderbaas. Z’n stijl is even nietsontziend als eerder, maar nu vertelt hij ook nog eens met niet eerder vertoond gemak over hoe het is om als Iraanse vluchteling in de Bijlmer terecht te komen, schietpartijen te zien tijdens het knikkeren, scooters te jatten om vervolgens jaren later de voogdij over z’n kind kwijt te raken.Maar waar de muziek die hij maakte in de tijden van THC hem een heldenstatus opleverde, lijkt dit album geruisloos ondergesneeuwd te zijn. Toch jammer, omdat hij in januari ons vertelde dat (tijdelijk) stoppen met rappen een kapitale fout in z’n leven is geweest. Z’n grote doel was om in januari op Noorderslag te staan om aan iedereen te laten zien dat hij nog steeds iemand is om rekening mee te houden, maar ook dat is ondanks dit album niet gelukt. En hoewel hij in 2018 een verbeterde versie van een van de beste rappers van Nederland was, is het niet zoals Willem een totaal nieuw ding. Het is zeker een aangescherpte versie van wat er al jaren was, maar blijkbaar – waarschijnlijk door een gebrek aan echte vernieuwing – nog steeds niet scherp genoeg om een impact te creëren die doet denken aan de tijden van vroeger.Een vergelijkbaar voorbeeld is Zwart Licht. Eind februari brachten de jongens na een jarenlange afwezigheid het album Bliksem uit. Hun afwezigheid was niet echt hun eigen keuze: platenlabel Top Notch gaf voorrang aan jongere, frissere, nieuwere acts. En gelijk hebben ze, omdat dat is wat impact maakt, wat weer gelijk staat aan geld. Na een aantal gesprekken met Top Notch bracht Akwasi hun album toch uit onder Neerlands Dope, zijn eigen label, en hoewel er aan muzikale kwaliteit absoluut niets is ingeleverd hebben jongens als Leafs, Jacin Trill en Ray Fuego hun plek op live gebied wel ingenomen. Daardoor is de tornado Zwart Licht, die ooit alle poppodia en festivals op z’n pad verwoestte, nu niet veel meer dan een aangename bries die doet denken aan de zomers van een aantal jaren geleden. Aan de ene kant jammer, aan de andere kant een gezonde ontwikkeling.
In januari was er bijvoorbeeld al THC-grondlegger RBDjan, die na zeven jaar met King een vervolg gaf aan zijn vervelend onderschatte debuutalbum De Onderbaas. Z’n stijl is even nietsontziend als eerder, maar nu vertelt hij ook nog eens met niet eerder vertoond gemak over hoe het is om als Iraanse vluchteling in de Bijlmer terecht te komen, schietpartijen te zien tijdens het knikkeren, scooters te jatten om vervolgens jaren later de voogdij over z’n kind kwijt te raken.Maar waar de muziek die hij maakte in de tijden van THC hem een heldenstatus opleverde, lijkt dit album geruisloos ondergesneeuwd te zijn. Toch jammer, omdat hij in januari ons vertelde dat (tijdelijk) stoppen met rappen een kapitale fout in z’n leven is geweest. Z’n grote doel was om in januari op Noorderslag te staan om aan iedereen te laten zien dat hij nog steeds iemand is om rekening mee te houden, maar ook dat is ondanks dit album niet gelukt. En hoewel hij in 2018 een verbeterde versie van een van de beste rappers van Nederland was, is het niet zoals Willem een totaal nieuw ding. Het is zeker een aangescherpte versie van wat er al jaren was, maar blijkbaar – waarschijnlijk door een gebrek aan echte vernieuwing – nog steeds niet scherp genoeg om een impact te creëren die doet denken aan de tijden van vroeger.Een vergelijkbaar voorbeeld is Zwart Licht. Eind februari brachten de jongens na een jarenlange afwezigheid het album Bliksem uit. Hun afwezigheid was niet echt hun eigen keuze: platenlabel Top Notch gaf voorrang aan jongere, frissere, nieuwere acts. En gelijk hebben ze, omdat dat is wat impact maakt, wat weer gelijk staat aan geld. Na een aantal gesprekken met Top Notch bracht Akwasi hun album toch uit onder Neerlands Dope, zijn eigen label, en hoewel er aan muzikale kwaliteit absoluut niets is ingeleverd hebben jongens als Leafs, Jacin Trill en Ray Fuego hun plek op live gebied wel ingenomen. Daardoor is de tornado Zwart Licht, die ooit alle poppodia en festivals op z’n pad verwoestte, nu niet veel meer dan een aangename bries die doet denken aan de zomers van een aantal jaren geleden. Aan de ene kant jammer, aan de andere kant een gezonde ontwikkeling.
Advertentie
