ZSG
Identiteit

De werknemers van de ZSG’s in Brussel hebben ijzersterke schouders

“Ik hou van de doorzettingskracht die de patiënten uitstralen. Dat houdt me op de been.”
CL
Brussels, BE
NC
Brussels, BE
NC
foto's door Nina Closson
Brussels, BE

Klik hier om het andere artikel uit deze reeks te lezen en leer hoe het ZSG werkt. 

“Ik vertel de slachtoffers altijd dat de agressie nu afgelopen is, dat we in een ‘aftershock’ zitten. Ik zie mezelf als een klein hulpje binnen het genezingsproces, en als ik van hulp kan zijn dan ga ik ook helpen,” vertelt Elodie Bima (30), een forensisch verpleger in het Zorgcentrum na Seksueel Geweld (ZSG) van Brussel

Advertentie

Elke dag en nacht komen er slachtoffers van seksueel geweld aankloppen bij nummer 320 in de Hoogstraat om er voor medisch, forensisch of psychologische hulp te vragen en eventueel een klacht in te dienen bij een bevoegde getraind in zedenklachten. Meer dan 80 mensen passeerden de deuren van het gebouw in januari alleen al. Als het moeilijk lijkt om een zorgcentrum binnen te stappen na een aanranding, dan kan het ontvangen van het trauma van de slachtoffers dat ook weleens zijn, desondanks training en ervaring. Tussen de zware uurroosters en het mentale aspect, verricht het personeel er essentieel en psychologisch zwaar werk. 

VICE ging met enkele leden van het team praten over hun job en de impact daarvan op hun dagelijkse levens. 

DSCF8671.jpg

Céline Van Vaerenbergh (35), vroedvrouw en verloskundige, werkte in het UMC Sint-Pieter toen ze hoorde over het ZSG project. Destijds had ze het gevoel dat ze nog niet aan het einde zat van haar carrière als verloskundige, maar werken met slachtoffers van seksueel geweld leek haar wel interessant. “De kern van mijn beroep als zorgverlener heeft altijd al gedraaid rond het geven van de best mogelijke steun,” vertelt ze zelfzeker. “Het was voor mij enorm belangrijk om deze patiënten van respectvolle zorg te voorzien, omdat ik wist dat het een moeilijke weg is om af te leggen.” In 2017 in november opende het ZSG in Brussel de deuren als proefproject, en Céline maakte daar deel van uit, als zorgverlener - ze zou uiteindelijk de coördinator van het centrum worden. Ze werkte samen met acht andere verpleegkundigen, iets te weinig om een doorlopende dienst te kunnen voorzien. Tijdens de shiften waren ze vaak alleen, dag en nacht, om de slachtoffers te ontvangen. “Een pijnpunt,” voegt ze daar aan toe. 

Advertentie

Elodie is een forensisch zorgverlener en werkte al enkele jaren in de spoeddienst van Sint-Pieters. In het begin vond ze zichzelf niet bevoegd genoeg om te werken met slachtoffers van seksueel geweld, het duurde dus even voor ze betrokken raakte. In 2020 heeft ze uiteindelijk - dankzij een duwtje in de rug van een van haar collega’s - zich toch aangeboden, en werkt nu al drie jaar in het ZSG. In april 2022, kwam Ella Kempeneer (27) bij het team. Na zes maanden hier en daar te werken en te stoppen met haar studies, las ze een krantenartikel met daarin de getuigenissen van zeven slachtoffers. De tekst vermeldde ook het ZSG in Gent, en voor haar klikte alles opeens: ze solliciteerde om forensisch zorgverlener te worden. 

Van het een kwam het ander en het team groeide snel tot een groep met 22 forensische zorgverleners en vroedvrouwen, 6 psychologen, 5 dokters - waaronder gynaecologen en specialisten op vlak van besmettelijke ziekten - en administratief en logistieke ondersteuning, naast de de coördinator Céline. Dankzij het nieuwe personeel en bijkomende subsidies zijn ze sinds maart 2023 eindelijk met minstens twee per shift.

“Deze job heeft duidelijk impact gehad op hoe ik naar de wereld kijk, naar mannen.”

Forensische zorgverleners zijn de eersten die slachtoffers ontvangen wanneer ze naar het ZSG komen. Ze zijn de eerste hulplijn en nemen de slachtoffers onder hun hoede. Ze zijn “casemanagers” en het is hun job om achteraf ook contact op te nemen met de slachtoffers om te zien hoe het gesteld is met hen na hun bezoek aan het centrum. De werknemers vertellen hoe het soms moeilijk is bepaalde cases los te laten, maar dat het belangrijk is om niet te emotioneel betrokken te raken. “Elke dag moeten we tussen collega’s tegen elkaar zeggen ‘oké, ga jij nu maar naar huis, ik breng de rest wel in orde’,” legt Ella uit. 

Advertentie

Het centrum is 24/7 open, wat betekent dat ze ook ‘s nachts slachtoffers verwelkomen, ook voor intensive care: “Iemand die om 3 uur binnenstapt, vlak na aangevallen te zijn, is volledig in shock, en ik ben ‘s nachts minder gemotiveerd,” zegt Elodie. “Ik ben wanhopiger en dat maakt het moeilijk.” Ze benadrukt ook dat er geen standaard procedure is en dat shifts daarom dus aangepast worden aan wat de persoon in kwestie nodig heeft: “Het slachtoffer bepaalt dat. Soms duurt het een uur, soms vier of vijf.” 

DSCF8444.jpg

Elodie.

Het personeel werkt, in feite, met complexe uurroosters. Daarom werken de meesten van hen maar parttime in het centrum. Tijdens sollicitatiegesprekken wordt hen zelfs afgeraden om voltijds te werken, want eerdere ervaringen hebben al uitgewezen dat het te veel is, niet alleen fysiek, maar ook mentaal. “Als je vijf dagen na elkaar werkt met twee dagelijkse zorgsessies, dan krijg je snel veel emotionele bagage mee, dan zijn twee rustdagen gewoon niet genoeg,” voegt Céline toe. 

Op vlak van psychologische impact kan het soms allemaal te veel worden en hebben ze het soms nodig om zelf een breakdown te hebben, hoewel ze zich altijd sterk houden bij de slachtoffers. “Er zijn momenten waarop ik me zo boos voel, dat ik het gevoel heb dat ik in een verschrikkelijke wereld leef vol klootzakken,” zegt Céline. “Ik begrijp die wreedheid niet. Als je 4 tot 5 verschillende cases behandeld van slachtoffers die verschrikkelijke dingen hebben meegemaakt op een enkele week, dan verlies je snel je vertrouwen in de mensheid. Deze job heeft duidelijk impact gehad op hoe ik naar de wereld kijk, naar mannen.” 

Advertentie

“Er zit betekenis in de droevigheid, en in wat je meeneemt naar huis.”

De verplegers geven toe dat hun gedrag veranderd is sinds ze in het ZSG werken en vaak verhalen van aanranding horen. Céline legt uit dat ze zich niet zo veilig voelt op sommige plekken als voorheen. Elodie staat zichzelf niet toe om alcohol te drinken buiten feestjes in haar eigen huis of bij vrienden thuis, zodat ze zich niet onveilig voelt. “Ik moet controle hebben over de situatie,” vertelt ze. En Ella, zij vertelt dat ze zich niet meer zorgen maakt dan wanneer ze nog niet in het ZSG werkte. Ze vertelt dat ze altijd al op haar hoede is geweest als ze alleen over straat loopt ‘s nachts, want ze is bang als vrouw. Ze voegt daaraan toe dat “denken dat het gevaarlijker is op sommige plekken dan andere is een illusie.” 

Hoewel het belangrijk is voor het team om hun naasten te beschermen, geeft Céline toe dat ze zich soms slecht voelt over het feit dat ze niet kan praten over haar werk. “In onze vriendengroep kan dat het onderwerp zijn die de sfeer verpest,” vertelt ze. “Ik kan niet naar huis gaan en praten over mijn werkdag zoals ik dat vroeger deed. Soms is het ambetant want het is niet omdat je in een ZSG werkt dat je je niet goed voelt. Je kunt gelukkig zijn en deze job doen, maar vaak denken mensen ‘ik vraag het beter niet want het zal wel slecht zijn’.” Voor Elodie duurde het meer dan een jaar voor ze haar familie vertelde over wat ze precies doet op haar werk. 

Advertentie
DSCF8430.jpg

Ella.

De gevolgen van dit soort werk zijn meer tastbaar en impactvol wanneer de eerder genoemde problemen zich voordoen binnen de liefdesrelaties van de werknemers. Zo heeft Elodie het bijvoorbeeld lastig gehad toen ze net begon te werken bij het ZSG, vooral door de verschillende werkuren: “Als je zo’n soort job hebt, is het belangrijk dat je gesteund wordt door je partner, net zoals bij elke job. En ik had niet het gevoel dat dat zo was. De uren maken het ook niet gemakkelijk. Als je tot middernacht werkt en je hebt een kind en een partner die dat soms niet begrijpen en liever een meer geordende levensstijl willen, dat maakt de zaak moeilijker.” Ella heeft moeten leren zich aan te passen aan de levensstijl, een die meer in lijn ligt met haar professionele activiteit. “Als mijn shift gedaan is om 10 ‘s avonds, dan is het onmogelijk om nog uit te gaan daarna,” legt ze uit. “In het begin was dat wel confronterend want ik dacht ‘is dit hoe mijn leven eruit zal zien? In slaap vallen om 11 uur ‘s avonds?’ Maar dan besef je dat je zoveel van jezelf hebt gegeven tijdens die shift en dat je moet rusten. In het begin was dat eng, maar het leven geeft je andere dingen als je vroeg gaat slapen.” 

Elodie en Céline zijn beiden moeders, ze leggen uit dat ze meer angst hebben voor hun kinderen sinds ze deze job hebben. “Ik doe er alles aan om geen paranoïde moeder te worden, ik laat mijn kind zijn leven leiden maar ik ben veel meer op mijn hoede,” vertelt Elodie, die soms ook kinderverzorging doet. Dat gezegd zijnde, bevestigen beiden dat hun jobs een positieve invloed hebben gehad op hun rol als ouder en hoe ze hun kinderen opvoeden, aangezien ze dagelijks rond het idee van consent werken. Een studie uit de ZSG indiceert dat tussen januari en mei 2022, zo’n 13,5% van de slachtoffers die het centrum binnenstapten 12 jaar of jonger waren (en 11% in 2021). 

Advertentie

“Ik hou van de doorzettingskracht die de patiënten uitstralen. Dat houdt me op de been. De mensen die hier binnenkomen zijn krachtig, en als je ze begeleidt dan heb je een echte impact.”

In deze context hebben ze elk hun eigen manier van ontsnappen aan de werkstress en technieken om zich te distantiëren van hun werk. Céline woont op het platteland met haar familie, omringd door dieren, waardoor ze gemakkelijk haar persoonlijk- en werkleven van elkaar kan scheiden. Elodie’s manier is om een limiet te zetten op tijd, inklokken eigenlijk. “Eens ik me inklok, dan ben ik forensisch zorgverlener en ben ik 100% aanwezig,” vertelt ze. “Ik doe mijn intake gesprekken en als ik daarna nood heb om even te huilen, dan doe ik dat bij een collega. Maar eens ik uitgeklokt ben aan het einde van mijn shift, dan begint mijn persoonlijke leven.” Ella legt uit dat luisteren naar jezelf en je emoties een constant leerproces is. “Sommige dagen heb ik er meer last van dan andere, maar dat is normaal,” zegt ze. “Ik vind het ook goed wanneer ik er echt door geraakt wordt, dat betekent dat ik echt een connectie opbouw met het slachtoffer en dat is ook deel van mijn job, het is belangrijk om die emoties een plek te kunnen geven ook. Er zit betekenis in de droevigheid, en in wat je meeneemt naar huis.” 

“Er is geen enkele situatie waarbij we na afloop van een gesprek zeggen: ‘Chill, het was gezellig, we hebben goed gelachen,” gaat Céline verder. “Het is vooral een afwisseling tussen enorm moeilijke situaties en minder zware situaties.” Om hen te helpen hebben de zorgverleners recht op twee afspraken met een psycholoog per jaar, dat werd vastgelegd in hun overeenkomst met het ZSG, en meer begeleiding wordt binnenkort ook toegevoegd. 

Advertentie
DSCF8467.jpg

In een context waarin straffeloosheid voor daders wordt bevorderd en de cijfers over seksueel geweld in België alarmerend zijn ( 90% van de respondenten op een enquête uitgevoerd door het Dedicated Institute is van mening dat de angst om niet geloofd te worden een struikelblok is om erover te praten), zijn de ZSG’s onmisbaar en kunnen we ons alleen maar verheugen over hun uitbreiding in de verschillende ziekenhuizen van het land. Tegelijkertijd hopen de medewerkers van het ZSG in Brussel meer erkenning te krijgen (en nodige middelen), en dat het model meer bekend raakt bij slachtoffers – hoeveel weten er dat dit bestaat?

In een context waarin straffeloosheid voor daders wordt bevorderd en de cijfers over seksueel geweld in België alarmerend zijn (90% van de respondenten op een enquête uitgevoerd door het Dedicated Institute is van mening dat de angst om niet geloofd te worden een struikelblok is om erover te praten), zijn de ZSG’s onmisbaar en kunnen we ons alleen maar verheugen over hun uitbreiding in de verschillende ziekenhuizen van het land. Tegelijkertijd hopen de medewerkers van het ZSG in Brussel meer erkenning te krijgen (en nodige middelen), en dat het model meer bekend raakt bij slachtoffers – hoeveel weten er dat dit bestaat?

Céline, Elodie en Ella keren vaak terug naar de betekenis van hun werk en zeggen dat ze het geluk hebben er nooit vragen over te stellen. Dat is wat hen vooral helpt vast te houden. “Er zijn weken waarin slachtoffers terugkomen en we zien dat ze het goed doen, dat we een verschil hebben kunnen maken en dat ze hun leven weer in eigen handen hebben,” legt Céline uit. “We kunnen zeggen dat dit de reden is waarom we dit doen." Elodie voegt toe: “Het is waar dat we trauma verwelkomen, maar we verwelkomen ook momenten van geluk. Ik hou van de doorzettingskracht die de patiënten uitstralen. Dat is wat me op de been houdt. Mensen komen met kracht in hen, en als je ze helpt dan kun je echt iets betekenen voor hen.” De verpleegkundigen benadrukken ook dat de moeilijkheid van dit werk een krachtige teamcohesie creëert. “Er is niets beter dan de vriendelijkheid en liefde die je hier vindt, het is goud waard,” verheugt Elodie zich. “In feite is het een cocon voor slachtoffers, maar ook voor ons.” Maar als alle vrouwen met wie we spraken trots en blij zijn om dit werk te doen, ziet geen van hen zichzelf dit hun hele leven doen.

Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.