Jonge mensen over de burn-outsignalen die ze te lang bleven negeren

Vorige maand schreef de Volkskrant dat meer en meer studenten bij een studentenhuisarts aankloppen, met onder meer ook burn-outklachten. Sowieso zijn er steeds meer verhalen over jonge mensen die te maken krijgen met een burn-out. Het CBS meldde begin dit jaar dat in 2016 15 procent van alle werknemers last had van burn-out-klachten. Voor vrouwen in de leeftijdscategorie 25 tot 35 lag het percentage het hoogst met 18,3 procent, gevolgd door mannen in diezelfde leeftijdsgroep met 16 procent.

Net begonnen zijn met werken of studeren en toch al tegen een burn-out aanzitten, is dus geen heel zeldzaam verschijnsel. En toch: als je voelt dat de druk je te hoog wordt, ga je waarschijnlijk niet minder werken. Nee, je gaat er juist nog meer bij sporten en installeert Headspace op je telefoon, terwijl de echte problemen blijven bestaan. In samenwerking met Anderzorg spraken we vier mensen die een burn-out hebben gekregen, over de waarschuwingssignalen die ze te lang hebben genegeerd.

Videos by VICE

Clen (31 jaar)

Voor mijn werk bij een IT-bedrijf moest ik een groot festival organiseren in Londen. Daar had ik vier maanden de tijd voor en ik had dus een heel harde deadline. Ik had heel veel verantwoordelijkheden en moest eigenlijk meer doen dan in die vier maanden mogelijk was.

Op een gegeven moment kreeg ik pijn in mijn lichaam, spanningsklachten, RSI, ik was altijd moe, kreeg last van mijn ogen en aan het eind van de dag had ik vaak hoofdpijn. Ik werkte elke dag van ’s ochtends vroeg tot na tienen. Mijn hoofd liep zo erg over dat ik moest mediteren om in slaap te kunnen vallen. Dat deed ik dus elke avond. ’S ochtends ging ik sporten en daarna eerst heel heet en daarna heel koud douchen. De schok die mijn lichaam kreeg van het sporten en het douchen had ik nodig om op gang te komen. Ik moest mezelf elke dag uit bed slepen, al vond ik mijn werk wel heel leuk. Ik vond het jammer als het weer vrijdag was. Aan het eind van de dag dronk ik altijd een paar biertjes, dat was heel normaal daar. Er was altijd gratis bier. Ik dronk het niet voor de gezelligheid, maar zodat ik in een euforische stemming kwam en nog even door kon werken.

“Hoe meer rust ik nam, hoe vreemder ik me ging voelen.”

Ik moest gewoon door, want ik had die deadline. Ik had nog nooit een deadline niet gehaald en voelde me er super verantwoordelijk voor. Ik ging er dan ook vol voor, ten koste van mezelf, al had ik dat toen niet door. Ik had niet nagedacht over het soort leven dat ik wilde, alleen dat ik CEO van een groot bedrijf wilde worden. Daardoor zette ik geen grenzen voor mezelf.

Het komt ook door onzekerheid. Ik vroeg me af of ik goed genoeg was, was bang dat ik ging falen. En als je de waardering die je zoekt niet vanuit jezelf krijgt, ga je op zoek naar anderen voor waardering. Mijn strategie was om nog harder te werken om die waardering te krijgen. Maar bij dit bedrijf hoorde je het alleen als iets niet goed ging.

Toen ik na dat festival eenmaal rust nam, werd ik ziek. En hoe meer rust ik nam, hoe vreemder ik me ging voelen. Na een paar weken ging ik naar de huisarts, die zei dat ik een goede burn-out had. Dat vond ik maar onzin, ik vond burn-outs iets voor zwakke mensen. Maar toen ik op een dag boodschappen ging doen bij Vredenburg in Utrecht, kon ik de weg naar huis niet terugvinden. Daar moest ik heel erg om lachen. Want hoe kun je jezelf nou zo erg naar de klote werken dat je zoiets niet meer kan? Dat was het moment dat ik me realiseerde dat ik mijn leven structureel moest veranderen.

Madelon (27 jaar)

Ik werk nu als zelfstandige, maar bij mijn vorige werkgever en bij de werkgever daarvoor kreeg ik last van burn-outklachten. Ik voelde me erg gestrest, had veel last van wisselende emoties, mijn rug en mijn nek zaten helemaal vast en ik had weinig concentratievermogen. Na twee uur werken kon ik eigenlijk al niks nuttigs meer doen. Maar dat maakte niet uit bij die eerste werkgever, omdat ik contentmarketeer was, de enige in het bedrijf, en de rest van het bedrijf geen idee had waar dat over ging. Wat ik ook leverde, het was goed.

Ik besprak met een manager hoe ik me voelde, maar die bleef maar zeggen dat als ik nu even door zou werken, ik straks een promotie zou krijgen. Dat gebeurde niet. Ik heb toen een andere baan gezocht, in de hoop dat ik me zo voelde door die eerste werkgever. In eerste instantie ging dat hartstikke goed. Door de nieuwe omgeving had ik weer motivatie en kon mijn lichaam het weer beter aan. Helaas duurde dat maar een maand.

“Ik ben altijd bang dat ik niet goed genoeg ben en daarom moet ik altijd doorgaan.”

Bij dat bedrijf zaten heel veel mensen thuis met een burn-out en mijn manager daar, waar ik wel een hele goede band mee had, vond burn-outs iets voor zwakke mensen, een beetje loserig. Terwijl ik dus met dezelfde klachten rondliep. Ik was ook bang dat ik geen contractverlenging zou krijgen als ik me op dat moment ziek meldde.

Na een vakantie kreeg ik mijn eerste paniekaanval – de eerste van velen – en toch ging ik die maandag daarop aan het werk. Daar vertelde ik, huilend, aan een collega met een burn-out wat er was gebeurd. Zij zei toen dat ze pas weg zou gaan als wanneer ik me ziek had gemeld. Dus uiteindelijk deed ik dat.

Ik vind het moeilijk te zeggen of ik nou last had van een burn-out of een bore-out, oftewel dat niet genoeg werd uitgedaagd op mijn werk. Volgens de huisarts was het gewoon een burn-out. Misschien was het wel een combinatie van die twee.

Sinds de burn-out weet ik dat ik heel erg de drang heb om me te bewijzen. Ik ben altijd bang dat ik niet goed genoeg ben en daarom moet ik altijd doorgaan. Dat komt door mijn opvoeding. Mijn vader zei altijd dat een goede baan het allerbelangrijkste was.

Hanneke (30 jaar)

Ik sliep al een jaar lang heel slecht, echt dat ik zes tot tien keer per nacht wakker werd. Omdat dat zo lang duurde, begon ik het normaal te vinden. Ik was wel heel erg moe en had weinig creativiteit. Mijn geheugen liet me ook in de steek. Daardoor werd bijvoorbeeld boodschappen doen een moeizaam proces. Ik kon de ingrediënten die ik nodig had niet vinden en de winkel werd een doolhof. En ik kon dingen zoals mijn pincode en postcode niet onthouden. Afgelopen kerst begonnen de angstaanvallen, waarbij ik ook begon te hyperventileren.

“Vroeger meldde je je ziek als je overspannen was, nu werk je door tot je een burn-out hebt en dan worden de simpelste dingen enorm zware taken.”

Mijn functie paste niet bij me. Ik was verantwoordelijk voor de HR en loonadministratie bij een bedrijf en wist vanuit een eerdere baan dat het veel efficiënter kon. We waren er ook mee bezig om dat voor elkaar te krijgen. Ik dacht dat als de functie beter ingericht zou zijn, ik meer rust en ruimte zou krijgen om te ontspannen en dingen te doen die ik leuk vond, zoals werken aan mijn blog. Daarom ging ik door en dacht ik: ‘als ik nu hard werk, dan komt er straks meer rust’. Maar dat punt heb ik dus nooit gehaald.

Ik heb na die eerste angstaanval nog bijna een half jaar doorgewerkt, daarna heb ik me ziek gemeld. Ik ben bij de huisarts geweest en hij bevestigde dat ik een burn-out had. Ik bleef zo lang doorgaan omdat ik echt hoop bleef houden dat ik snel meer rust zou krijgen. Ik leg de lat voor mezelf ook wel heel hoog. Sowieso werken mensen tegenwoordig veel langer door als ze overspannen zijn. Vroeger meldde je je ziek als je overspannen was, nu werk je door tot je een burn-out hebt en dan worden de simpelste dingen enorm zware taken.

Maaike* (26 jaar)

In augustus begon ik aan mijn eerste echte baan, maar ik kreeg al snel heel erg buikpijn – op een gegeven moment kon ik bijna niet meer eten – veel nachtmerries en werd ’s nachts wakker door zweetaanvallen. Later moest ik ook heel veel huilen, raakte ik het overzicht kwijt en vergat ik dingen. De buikpijn was zo erg dat ik er niet door kon werken. Dus ging ik naar de huisarts, waar ik in huilen uitbarstte. Zij zei dat ze me best wilde onderzoeken, maar dat ze dacht dat het geen lichamelijk oorzaak had. Dat heb ik genegeerd.

Ik nam maagzuurremmers en liet een darmonderzoek doen. Dat bleek het allemaal niet te zijn. Na drie maanden ben ik gaan praten met de praktijkondersteuner van mijn huisarts, op haar advies. Op die manier probeerde ik het allemaal een beetje te lijmen. Maar ik bleef wel doorwerken. Die buikpijn was zo intens dat ik het niet kon negeren en ik ging dan ook steeds vaker ziek naar huis.

“Het is heel makkelijk om het jezelf kwalijk te nemen en je schuldig te voelen tegenover collega’s en cliënten, maar ook tegenover vrienden.”

Ik dacht dat de druk die ik op mijn werk voelde erbij hoorde. Dat zeiden veel mensen, zoals collega’s, ook. Bij zo’n eerste baan moet je even wennen, na een tijdje komt het wel goed. Ik werkte in de gezondheidszorg en voelde me enorm verantwoordelijk voor mijn cliënten. Zij konden zichzelf niet helpen, dat moest ik doen. Het voelde alsof mijn acties heel grote gevolgen voor hen hadden. Ik voelde me schuldig als het niet lukte.

Ik zit nu een half jaar thuis. Rationeel gezien weet ik wel dat het niet mijn schuld is, dat ik mezelf niets moet verwijten en dat alles wel goed komt. Maar gevoelsmatig geloof ik daar niks van. Het is heel makkelijk om het jezelf kwalijk te nemen en je schuldig te voelen tegenover collega’s en cliënten, maar ook tegenover vrienden. En om te denken dat je de boel voor de gek houdt. Maar dat moet je dus niet doen als je met een burn-out thuis zit. Het is jouw schuld niet.

Meer weten over de oorzaken en gevolgen van een burn-out? Luister nu de podcast Dat Overkomt Mij Niet van Anderzorg.

*Maaikes echte naam is bekend bij de redactie.