FYI.

This story is over 5 years old.

Tech

Hoe echt is de realiteit?

Dat is dus erg lastig te zeggen.
Beeld: Kyle McDonald/Flickr

Ik beeld me graag in hoe de in de kleine kroegjes van SimCity oude mannetjes praten over hoe snel de tijd gaat. Ze zeggen dan dat het raar is om te bedenken dat dezelfde burgemeester er al is sinds ze jong waren. En dat naarmate ze ouder worden, de tijd steeds sneller gaat, hoewel de uren soms niet vooruit lijken te gaan—en dat het soms zelfs voelt alsof alles stilstaat.

Pas wanneer je jezelf verdiept in de wetenschap over realiteit, kom je erachter hoe vaag onze definitie van wat echt is en wat niet eigenlijk is. Neem bijvoorbeeld het begrip tijd. Wij hebben niemand die voor ons de tijd zo nu en dan op supersnelheid zet, wat wel het geval is voor de inwoners van SimCity, maar toch voel het soms wel zo, niet waar?

Deze week behandelt Motherboard het thema van Perfecte Werelden. We gaan proberen bloot te leggen wat realiteit is, door simulaties te bestuderen. SimCity is een goed onderwerp, omdat het een briljante reeks games is, maar tegelijkertijd een slechte simulatie van echte steden, die eindeloos veel complexer zijn. Hoewel dit een erg voor de hand liggende conclusie is, is het wel een belangrijk aspect van hoe we realiteit ervaren.

Denk aan tijd. Ook al is tijd een van de grootheden in het universum die erg goed te kwantificeren zijn, is het een flexibele eenheid. Zelfs 's werelds meest precieze klok, die is gebaseerd op het vangen van strontiumatomen in een raster van lasers, is op een gegeven moment onnauwkeurig. We gaan er intuïtief vanuit dat tijd altijd vooruit gaat, maar toch is dat erg lastig in een model te vangen. Al is de relativiteitstheorie van Einstein niet onbetwist gebleven in de zoektocht naar de heilige graal van de natuurkunde, de theorie van alles, blijft het concept van ruimtetijd een aantrekkelijk idee: tijd en materie zijn verwoven in een soort laken dat even buigzaam is als de manier waarop we tijd ervaren.

Het feit dat de wereld zo lastig te simuleren is, maakt dat we onze wereld als realiteit ervaren.

Als we kunnen aanvaarden dat tijd minder precies is dan we denken, volgt onherroepelijk de volgende vraag: Als tijd flexibel is, wat dan nog meer?

Het is ontzettend moeilijk om de echte wereld in simulaties en modellen te krijgen. Wellicht zelfs onmogelijk. Zo kunnen we bijvoorbeeld het weer niet langer dan een paar dagen in de toekomst voorspellen. Dit is deels omdat we simpelweg niet de rekenkracht hebben om de modellen voor langetermijnvoorspellingen met genoeg zekerheid door te kunnen rekenen. Het feit dat de wereld zo lastig te simuleren is, maakt dat we onze wereld als realiteit ervaren.

Neem een computerspel zoals EVE Online, een enorm alternatief universum dat zo complex, zo meeslepend en zo echt is, dat sommige spelers mediabedrijven hebben opgericht die de verslag doen van de echte gebeurtenissen binnen het spel. Zelfs hier zorgen kleine imperfecties ervoor dat de vierde wand doorbroken wordt; hoeveel we ook in onze digitale levens worden opgezogen en hoe echt ze ook kunnen lijken, zodra je je ogen van het scherm afhaalt, wordt je eraan herinnerd dat er ook nog een echte wereld is.

De digitale constructies waarin we ons begeven worden ieder jaar overtuigender. Het is tegenwoordig een beetje afgezaagd om te constateren dat onze fysieke en digitale levens één en hetzelfde zijn geworden. En daarnaast komen we er ook nog achter dat de echte wereld waarin we leven minder echt is dan we denken.

Hoe meer we te weten komen over kwantummechanica, hoe meer het erop lijkt dat de raarheid van het universum het ontbrekende ingrediënt in simulaties is. De hypothese dat we in een multiversum leven lijkt aannemelijk. We weten dat het universum uitdijt en daarom niet oneindig groot kan zijn. Maar wat ligt er dan voorbij de rand van ons universum? Is er een punt waarop het universum stopt en waarna er allen nog maar complete leegte is? Bestaat er überhaupt zoiets als complete leegte? Of botst ons universum met andere parallelle universa, waardoor natuurkundige wetten vervormen? En als alles zo flexibel is, hoe weten we dan wat echt is en wat niet?

Nou, misschien weten we dat, op zijn minst op zo'n grote schaal, ook niet. Het bewijs voor de hypothese dat ons universum in plaats van driedimensionaal eigenlijk maar een tweedimensionaal hologram is, wordt steeds overtuigender.

Als die hypothese klopt, dan zou het betekenen dat, net als tijd, de begrippen materie en ruimte ook buigbaarder zijn dan we denken. Zoals Craig Hogan, de directeur van het Amerikaanse Fermilab Center for Particle Astrophysiscs, afgelopen augustus tegen Jason Koebler van Motherboard zei: "Duizenden jaren zijn we ervan uit gegaan dat de ruimte bestaat uit punten en lijnen. Misschien is dat wel fout—het zou ook uit golven kunnen bestaan, net zoals materie en energie."

We denken dat de realiteit concreet is, ondanks dat deze soms ongelofelijk raar is. Deels omdat het zo moeilijk te simuleren maar toch zo tastbaar is. Hoe ervaren de inwoners van SimCity tijd en realiteit wanneer het spel is afgesloten en ze vastzitten in een savegame? Het antwoord is niet, omdat ze niet echt zijn. Maar wij mensen dan? Wij kunnen de wereld letterlijk zien en voelen en weten dat het echt is.

Maar kunnen we dat wel? Zoals Hogan uitlegt, is de uiteindelijke conclusie van de hologramtheorie dat de "echte wereld het ultieme vierdimensionale beeldscherm is." Met andere woorden, onze perfecte wereld begint steeds meer op een simulatie te lijken.