FYI.

This story is over 5 years old.

Eten

Je ruikt zoals je eet

Het is nu bewezen: je bent wat je eet. Afhankelijk van wat je naar binnen werkt, kun je ruiken als een versgebakken appeltaart – of als een vuilnisbak.
Hilary Pollack
Los Angeles, US
Photo via Flickr user Chantel Beam

Op mijn negentiende had ik een nogal onverzorgd vriendje. Op een gegeven moment besloot hij spontaan om elke dag een stuk of zes rauwe tenen knoflook te gaan eten, om gezondheidsredenen. In het begin klonk dit best oké: ik ben gek op knoflook en het helpt tegen allerlei virussen, schimmels en andere aandoeningen. Ook heb ik over het algemeen geen moeite met een knoflookadem, als die komt uit een mond waar ik van hou. Het zou een welkome afwisseling kunnen zijn voor zijn dagelijkse kostje, dat bestond uit tofuworstjes en spaghetti met chilisaus. Maar na een week of twee was hij een ander mens geworden.

Advertentie

De penetrante geur kwam niet alleen uit zijn mond, ook vanonder zijn oksels, uit zijn tenen, zijn nek, zelfs uit zijn haar. Ik herinner me nog levendig hoe een kus op zijn wang smaakte: naar die smurrie die je onderin een vuilcontainer vindt op een zomerse dag. Hij wasemde 24 uur per dag puur knoflookvergif, schijnbaar uit elke porie en opening van zijn lichaam. Ik trok het niet langer en gaf hem de keuze: het was ík of de knoflook.

Het knoflookritueel waaide over, maar de herinnering aan deze fase in combinatie met een paar andere opmerkelijke ervaringen, doen me geloven in het gezegde 'je bent wat je eet'. In andere woorden: wat erin gaat, komt er ook weer uit – in welke vorm dan ook. En het is nu wetenschappelijk bewezen dat dit spreekwoord niet zomaar een fabeltje is.

Knoflook lijkt een voor de hand liggende boosdoener wat betreft lichaamsgeur, net als curry en uien, maar er zijn ook een paar minder voorspelbare geurschurken die van je slokdarm naar je oksels kruipen. Een studie gepubliceerd in wetenschappelijk tijdschrift Medical Hypotheses stelt dat tomaten, die lui die rondhangen in jouw pizza's en pastasauzen, chemicaliën bevatten, terpenen, die het penetrante aroma van jouw zwetende huidplooien stimuleert. Dit is misschien geen probleem voor mensen die van zichzelf lekker ruiken, maar die man die naast je zit in de metro met een lichaamsparfumvan rotte eieren en natte hond, zou hier misschien rekening mee moeten houden.

Advertentie

Omdat dokters slimmer zijn dan wij normale stervelingen, vroeg ik natuurgeneeskundig arts Erica Matluck van One Medical Group om haar professionele mening over dit onderwerp. Moeten we ons hier serieus zorgen over maken? Is dit de reden dat ik maar geen tweede tinderdate kan krijgen? Professor Matluck legde het me haarfijn uit.

"Allereerst is er het voedsel zelf, dat zijn eigen chemische samenstelling en geur heeft. Nadat je iets eet, breekt het lichaam voeding af in kleinere verbindingen. Voor het afbraakproces zijn verschillende enzymen nodig die een mens van nature bij zich draagt, iedereen in andere hoeveelheden. Er zijn mensen die bepaalde enzymen zelfs helemaal niet hebben," legt ze uit. Dit zou kunnen verklaren waarom sommige mensen vatbaarder zijn voor dit probleem dan anderen.

Maar er is meer: "Zodra het voedsel verteerd is verlaten de afvalstoffen het lichaam via zweet en lichamelijke oliën, waarna een reactie ontstaat met de gezonde bacteriën die op de huid leven. De genetische bouw van een persoon is bepalend voor zowel het vermogen om bepaalde voedingsmiddelen af te breken, als voor de bacteriën op iemands huid. De relatie tussen voeding en lichaamsgeur verschilt dus van persoon tot persoon. Toch zijn er ook bepaalde enzymen waar de meeste mensen minder of geen van hebben, waardoor bepaalde reacties of geuren vaker voorkomen dan anderen." Oké, maar we willen de harde feiten. Wie zijn de grote boosdoeners? Erica zegt dat naast knoflook en uien "sommige van de meer gebruikelijke voedingsmiddelen uitwerking hebben op je lichaamsgeur, onder andere rood vlees en de zogenaamde kruisbloemige groentes, zoals broccoli, bloemkool en witte kool."

Erica's stelling wordt bevestigd door een artikel uit 2000, op salon.com. Hierin wordt geclaimd dat het laten staan van zuivel, kruisbloemige groente, knoflook en uien een gunstig effect heeft op de meest intieme geuren en smaken van een vrouw. Bovendien lijken vegetariërs te winnen van de vleeseters wat betreft persoonlijk parfum. Vlees, alcohol en sigaretten zorgen voor bitterheid en een hoge zuurgraad – maar dit wist je vast al en je bent waarschijnlijk niet van plan ermee te kappen omwille van je hygiëne.

Toch is er ook goed nieuws: er zijn etenswaren waar je juist lékkerder van gaat ruiken. Mannen weten dit misschien niet, maar veel beïnvloedbare meisjes hebben zich in de jaren negentig door hoogstaande literaire tijdschriften als Glamour en Cosmopolitan laten instrueren om ananas te eten. Dit zou de smaak en geur van je lichaamssappen verbeteren, maar er is nooit verteld hoeveel je ervan moet eten of hoe men überhaupt bij dit idee kwam. Het klinkt als een broodjeaapverhaal, maar het eerder genoemde salon.com-artikel wordt door seksuoloog dr. Robert Morgan Lawrence en een aantal andere 'experts' aangehaald, die allemaal beweren dat het ananasgerucht gewoon een keihard feit is (hoewel zoiets als de smaak van lichaamssappen natuurlijk altijd subjectief blijft). Peterselie, dat oersaaie plantje, schijnt ook goed te zijn om de boel fris te houden.

In 2010 publiceerde The Atlantic een lang verhaal waarin schrijfster Scarlett Lindeman zich verbaast over hoe ze na een bezoekje aan de sportschool naar wafels met stroop begon te ruiken. Later kwam ze erachter dat fenegriek de schuldige was, een kruid dat veel wordt gebruikt in de Indiase keuken, maar ook voor een namaakvariant van ahornsiroop. Hoewel zij de geur overweldigend en weeïg vond, kreeg ze reacties op het artikel van lezers die expres fenegriek aten omdat ze juist graag naar een herfstgeurkaars wilden ruiken. Maar meestal is het niet een simpele kwestie van eten waar je naar wilt ruiken – hoe ons spijsverteringsstelsel precies werkt, blijft een mysterie.

Het is dus waar: je bent wat je eet. En de stinkerds onder ons weten nu waar ze voor op moeten passen.