Rijst met bonen, reggae-avonden en… eetstokjes. Welkom in de wereld van Jamaicaans eten in Japan. Dit wonder van fusion-eten kwam op mijn radar kort nadat ik het boek Belly Full: Caribbean Food in the UK schreef, over Afro-Caribisch eten in Engeland. Ik merkte dat er plotseling erg veel aandacht kwam van Japanse lezers. Vreemd, dacht ik. Het leek me geen land waar een enorme Caribische diaspora bestond. Uit nieuwsgierigheid dook ik in de Japanse instagramprofielen die mijn Belly Full-profiel volgden. Wat ik vond was een berg pagina’s van eettentjes geweid aan reggae-cultuur en Jamaicaans eten – allemaal met Japanse onderschriften.
Ik deed wat onderzoek en vond dat de interesse van Japan in Jamaicaanse cultuur deels terug te traceren naar 1979, toen Bob Marley and The Wailers het land bezochten voor hun Babylon by Bus Tour. Het was de eerste keer dat Marley optrad in Japan, en zijn muziek bracht meteen een hele golf Japanse reggae-fans op de been. Ook werd meteen de weg vrijgemaakt voor de dancehall-scene in Japan. In de decennia na Marleys tour, gingen Japanse reggaefans en het handjevol Jamaicanen dat in Japan woonde aan de slag met het opzetten van reggae-platenzaken, clubs en Japansplash – de Japanse tak van het internationale reggaefestival Sunsplash. De Jamaicaanse bars en restaurants in Japan zijn denk ik de spannendste crossovers in de Caribisch-Aziatische keuken die ik ooit heb gezien.
Videos by VICE
Toen ik eerder dit jaar in Japan was, wist ik dat ik op zoek moest gaan naar al die plekken. De meeste vond ik in kleine straatjes in hippe buurten van Tokio, waar kleine teams van gepassioneerde chefs zich inzetten om het Caribische eten en de cultuur te promoten aan de andere kant van de wereld.
Als eerste bezoek ik AmaLabJerk Center, een pop-uprestaurant dat in het weekend open is in de buurt Koyama. Ik praat met Tash, die lekker zit te eten. Hij vertelt hoe Jamaicaanse muziek ervoor zorgde dat Japanse restaurants Caribisch eten gingen serveren: “Sinds Japansplash bestaat is er Caribisch eten in Japan. Er was altijd wel iemand die Jamaicaanse jerk-gerechten maakte.”
AmaLab zit verstopt in een klein steegje en lijkt nog het meest op een huiskamer. Zoals dat gaat in Japan, ruil je bij aankomst je schoenen om voor slippers. Eigenaar Shinsuke begroet gasten en loopt heen en weer van het restaurant naar de keuken. Hij maakt bestellingen klaar voor de mensen die komen eten en voor de mensen die wat komen afhalen.
Het menu is eenvoudig. Er staan typische Jamaicaanse gerechten op de kaart: verschillende soorten jerk-vlees, rijst met bonen en Ital-stoofpotjes. Shinsuke legt uit dat hij ei gebruikt in plaats van aki, omdat dat fruit hier lastig te krijgen is. Het valt me op dat de rijst plakkeriger is dan ik gewend ben van Jamaicaan seten, wellicht is dat aangepast aan de lokale smaak. Het eten wordt geserveerd met lenteuitjes en sojasaus.
Shinsuke vertelt dat hij Jamaicaans eten ontdekte dankzij zijn liefde voor reggae, die hij tijdens zijn studie ontwikkelde. Hij lacht terwijl hij toegeeft dat hij niet wist waar Jamaica lag voordat hij Bob Marley kende.
Hij vertelt ook dat er veel overeenkomsten zijn tussen Japans en Jamaicaans eten. Ze zijn allebei gefocust op vis en curry, en worden vrijwel allemaal geserveerd met rijst. Voor de meeste bezoekers van AmaLab is dit hun eerste kennismaking met Jamaicaans eten.
“Iedereen vindt het lekker, en ze komen altijd nog een keer terug,” zegt Shinsuke.
De volgende op mijn lijstje is Island Kitchen, een foodtruck die geparkeerd staat bij kantoorgebouwen in het centrum van Tokio. Oprichter Yuki is al sinds zijn tienerjaren dol op reggae en Jamaicaanse cultuur.
“Ik was dol op de muziek en de cultuur dus ging ik tien jaar geleden naar Jamaica, toen ik achttien was,” vertelt hij. “Een paar jaar later ging ik weer en ik bleef uiteindelijk vier jaar plakken om te werken als chef in hotels en restaurants in Kingston.”
Terug in Japan begon Yuki een succesvol streetfoodzaakje, maar hij geeft toe dat het lastig is om de juiste ingrediënten te vinden.
“Het is moeilijk om Japanse groenten te krijgen, het verschepen is duur.”
Dus moet Yuki improviseren. In plaats van callaloo gebruikt hij bijvoorbeeld takana. Terwijl hij eten in doosjes stopt voor zijn hongerige klanten, vertelt hij dat Caribisch eten niet zo bekend is in Japan als andere internationale gerechten.
“Het komt niet veel voor,” zegt hij. “Mensen kennen Aziatisch eten, zoals Indiaas. Ik wilde graag het Caribische eten hier introduceren.”
Toranoko Shokudo is een pop-up in Shibuya, en werd ook geïnspireerd door een tripje naar de Caraïben. Eigenaar Yumi ging een keer naar Cuba en kwam terug naar Japan met een droom om Cubaanse varkensgerechten met rijst en bonen, maar ook mojito’s en paloma’s te serveren. Toen de in Jamaica geboren Anthony ‘Tony’ Thomas zich een paar jaar later vestigde in Japan nadat hij jarenlang getourd had als reggaemuzikant, introduceerde zijn vrouw hem aan Yumi en bleek het onvermijdelijk dat er iets uit zou voortvloeien.
“We hebben elke week verschillend vlees,” vertelt hij. “Jerk-kip, bruine stoof, aki met gezouten vis. Soms hebben we ook dumplings.”
Als ik er ben, is de tent gevuld met Japanse stelletjes en vriendengroepen die zich een weg eten door het menu. Thomas geeft toe dat hij het Jamaicaanse eten soms mist, maar dat gerechten als zoete aardappel en dumplings zijn heimwee wel verzachten.
“Het is in Japan wel een stuk rustiger!” lacht Thomas.
In een van de straatjes van Shibuya vind je ook Good Wood Terrace, een van de enige permanente Caribische restaurants in Tokio. Het bestaat al bijna veertien jaar. Het restaurant heeft een wekelijkse reggae-avond en is altijd gevuld met locals en toeristen die de jerk-gerechten eten die gegrild worden op een authentiek jerk-olievat achter de bar.
Manager Sei, die ook deel uitmaakt van een dancehall-groep, vertelt me het geheim van hun succes: “Onze eerste chef was een Jamaicaan. Hij heeft ons alels geleerd!”
Hoewel de meeste Jamaicaanse eettenten in de hoofdstad gevestigd zijn, hebben ook andere steden een gezonde Caribische scene. In Osaka heb je de lokale dj IQ, die zijn zondagen doorbrengt met het maken van ossenstaart en jerk voor vrienden en voorbijgangers in een klein pop-uprestaurant. Het restaurant ziet eruit als een echte Jamaicaanse ‘yard’, met een olievat-grill waarop Jamaicaanse snacks worden gemaakt.
IQ, die ook in een reggae-platenwinkel werkt, vertelt: “Ik hou gewoon van de Jamaicaanse cultuur,” en vertelt gepassioneerd over zijn vele reizen naar het eiland nadat hij de muziek ontdekte, waaruit vervolgens zijn liefde voor het eten voortvloeide.
Later bezoek ik JERKMAN, een restaurant in Osaka, waar een verjaardagsfeestje aan de gang is. De gasten knikken met hun hoofd op de maat van de reggaemuziek terwijl het echtpaar Moonie en Hiroso (ook bekend als Mama Cook) drankjes en vlees serveren.
Op het menu vind je allerlei tropische producten. Moonie legt uit dat hij vaak vrienden die naar Jamaica reizen vraagt of ze aki meenemen. Mama Cook laat me haar chilisaus proeven, gemaakt met Japanse pepers.
In het nabijgelegen Island Base Kitchen legt chef-eigenaar Kotomi Jahlove uit dat ze Jamaicaanse producten gebruikt om haar eigen versie van Caribisch eten te bereiden. Ze kwam terecht bij de eetcultuur door familieleden die van reggae hielden. Nadat ze zelf Jamaica bezocht raakte ze overtuigd en opende ze Island Base Kitchen. Ze is gespecialiseerd in door Jamaica geïnspireerde veganistische tapas zoals nuggets van avocado en zeewier, yamkroketjes en groente in een pittige miso-marinade.
“Ik wilde laten zien dat groenten ook de hoofdrol kunnen spelen in een gerecht,” zegt Jahlove.
Dit artikel verscheen eerder op Munchies UK.