A Tale of Two Cities: foto's van het discotijdperk in New York

FYI.

This story is over 5 years old.

Muziek

A Tale of Two Cities: foto's van het discotijdperk in New York

Wilde nachten in New York door de lens van fotograaf Meryl Meisler.

New York was een behoorlijk ruige plek eind jaren zeventig; het decor van mijn eigen Roaring Twenties. Ik was dolverliefd op de stad en nam mijn camera overal mee naartoe. In 1977 ontmoette ik danseres Judi Jupiter, en stelde ik voor om een fotoserie te schieten voor een tijdschrift waar ik als freelancer voor werkte. Ze stemde in, en we begonnen samen de clubscene te fotograferen die overal om ons heen aan het exploderen was. Toen Studio 54 open ging in april, stonden er massa's mensen te wachten om naar binnen te kunnen. Om op te vallen ontwierpen we flamboyante outfits voor Judith – elke keer weer iets nieuws.

Advertentie

Maar toen we ons een keertje aan het opmaken waren bij mij thuis – BAM! Opeens gingen de lichten uit in mijn gebouw, en alle gebouwen eromheen. De metro reed niet meer, de stoplichten deden het niet, maar wij lieten ons nergens door tegenhouden. Dus sprongen we op onze fietsen en reden we door de donkere straten naar het centrum. Bij Studio 54 stonden er een paar mensen buiten, maar de deuren waren dicht. We bonkten op de deur, maar we hoorden niks. We wachtten even, en klopten toen weer aan. Maar de stroom was echt uitgevallen in de hele stad. Studio 54 bleef die nacht dicht, maar we waren er een paar dagen later gewoon weer.

Terwijl de mensen feestten in de disco's van Manhattan, ging het nieuws op de radio over een plek aan de andere kant van de East River waar ik nog nooit was geweest – de wijk Bushwick in Brooklyn. Blijkbaar stond het in lichterlaaie, en waren er tijdens de stroomstoring rellen en plunderingen. De krantenfoto's van kapotte winkelruiten en brandende gebouwen staan voor eeuwig op mijn netvlies gebrand.

Toen ik een paar jaar later, in december 1981, als tekenleraar aan de slag ging in Bushwick, moest ik vaak weer denken aan die beelden. Toen ik op mijn eerste dag in Bushwick uit de metro stapte, vroeg ik me even af of de vorige tekenleraar niet was vermoord.

De buurt was een en al kapotte bakstenen, afbrokkelend beton, en zwartgeblakerde gevels. De school waar ik les ging geven was een van de weinige gebouwen in de straat die nog overeind stonden, en voelde als een soort kruising: deels school, deels opvang, deels gevangenis. Het was verbijsterend: kinderen die probeerden te leren te midden van chaos; fantastische leraren die probeerden wat structuur en een doel te bieden in een verscheurde wijk.

Advertentie

Ik gaf les in Bushwick van 1981 tot 1994. Van en naar de metro lopen was elke dag weer een avontuur – je wist nooit van tevoren wie je zou tegenkomen of wat er nu weer zou gebeuren.

Ik begon een goedkope plastic camera mee te nemen naar werk. Mijn route was regelmatig en beperkt: in de ochtend liep ik van het station Myrtle-Wyckoff over Palmetto Street naar de school. Na school probeerde ik een andere route terug te lopen, en ontdekte ik dat elke straat z'n eigen sfeer en eigen verhalen had.

Deze serie verscheen eerder in de Amerikaanse editie van ons magazine.