
Hans Boomsma (1948), beter bekend als Johannes de Boom, is onder meer zanger van de recent opgeheven West-Friese surfrockband The Shavers, stadsdichter van Heerhugowaard (al is zijn termijn officieel allang afgelopen), kunstenaar, reumapatiënt en wandelend tattoo-canvas. Anderhalf jaar geleden zag ik hem voor het eerst tijdens Rock ON Roll, The Stories. Zijn humoristische, maatschappijkritische teksten en odes aan de hoererij en het van top tot teen kaalscheren van vrouwen sloegen destijds in als een aambeeld dat van zeven hoog naar beneden wordt gegooid. In dit vat moesten meer verhalen zitten.
VICE: Vertel eens een sterk verhaal.
Johannes de Boom: De combinatie van mezelf en mijn broeder Dikke Dennis [tatoeëerder en tevens de corpulente mascotte van Peter Pan Speedrock, red.] staat garant voor een flinke portie wildernis. We zijn ons voor een optreden ooit zo erg te buiten gegaan aan de drank en de coke dat we met onze naakte, volgetatoeëerde lijven het podium op liepen. Zo stonden we in Friesland opeens met onze pikkies naar het publiek te zwaaien. Dat werd echter niet door iedereen gewaardeerd. We werden van het podium afgestuurd en er is zelfs gedreigd met een rechtszaak. We kwamen hier gelukkig onderuit doordat we een week later keurig onze excuses hebben aangeboden en beloofden dat het nooit meer zou gebeuren. Daarna hebben we dit grapje nog eens herhaald op een andere locatie.

Naast het lichaam leg je tijdens eerdere interviews ook een groot deel van je ziel bloot. Ben je een exhibitionist?
[lachend] Ik zie mezelf voornamelijk als idealist en socialist. Toen vicepremier Wim Kok begin jaren negentig de WAO'ers in de steek liet, uitte ik mijn woede op het systeem door te stelen van de rijken. Ik dacht: "Ik ken meneer Albert Heijn niet, die winkel staat bomvol, daar mag ik bij wijze van compensatieregeling best wat vanaf halen."
En wanneer wist je dat je op het podium thuishoorde?
Na een optreden van The Oblivians in de zomer van 1996 werd de microfoon het publiek ingegooid. Deze kwam vlak voor mijn neus terecht en ik klom het podium op in de hoop op een toegift. Die kwam er, tien minuten lang, maar met mij als zanger. Ik stond ter plekke dingen te verzinnen terwijl de drummer en gitarist me begeleidden. Het was fantastisch. Daarna ben ik benaderd om in The Shavers te zingen en de rest is geschiedenis.
Hebben je ouders je eigenlijk nog meegemaakt als podiumdier?
Jazeker. Mijn vader – die voorzanger was in de kerk – leeft nog. Hij vindt de muziek te hard, maar is wel trots op me. Mijn protestante moeder is in 2005 overleden, maar ze heeft me ooit in slechts een onderbroek zien optreden. Ze was zwaar onder de indruk van mijn tatoeages en zei: "Jonkie, so bist tog nèt geboren." Oftewel: "Jongen, zo ben je toch niet geboren?" Ha! Maar het is wel de voodoo tegen de ziekte die ik heb.

Oké. Op welke leeftijd kreeg je eigenlijk te horen dat je reumatoïde artritis [een aandoening die wordt gekenmerkt door pijnlijke ontstekingen in de gewrichten] hebt?
Op mijn vierendertigste begon mijn reuma echt op te spelen. De ziekte zit stevig verankerd in de familie van zowel mijn moeder als mijn vader. Ik had er niet op gerekend dat ik het ook zou krijgen, maar toen mijn handen op een gegeven moment begonnen op te spelen, dacht ik: "Verrek, dat zijn de handen van tante Hil." Mijn tweede gedachte was: "Oei."
Uiteindelijk lag je een jaar lang aan een ziekenhuisbed gekluisterd.
Ja, en daarna heb ik nog twee maanden in een verpleegtehuis doorgebracht. Dat was lachen, joh. Ik als vijfendertigjarige tussen de tachtigjarige dames. Er werd gewoon om me geknokt. Ik moest bij iedereen komen eten.
Hoe ga je om met de reumatische pijn?
In het jaar dat ik in het ziekenhuis lag heb ik 200 boeken gelezen. Mijn doel was om eenzelfde aantal bladzijden per dag te halen. Als ik me goed concentreerde, las ik de pijn weg. Op het podium bereik ik hetzelfde effect. De ziekte heeft mijn leven een enorme slinger gegeven, ook op een positieve manier. Doordat ik in de WAO terecht kwam, kon ik eindelijk fulltime kunst bedrijven. Je zou er bijna gelovig van worden.
Tijdens Rock ON Roll, The Stories maakten de verhalen over talloze drankgerelateerde ongelukken met je scootmobiel nogal indruk. Heb je onlangs nog brokken gemaakt?
Toevallig heb ik onlangs de boete betaald die ik in 2009 kreeg. Ik was destijds langs diverse aanlegplaatsen geweest en eindigde op de kermis in Alkmaar. Samen met Cock de Jong [gitarist van The Shavers, red.] had ik heerlijk zitten pimpelen. Op de terugweg ben ik in slaap gevallen of heb ik de bocht te scherp genomen, dat weet ik niet meer. Ik lag met een bebloed voorhoofd op straat en een taxichauffeur kon nog net voor me remmen.

Oei. En toen?
De politie deed een blaastest en ik kreeg een rijverbod. Met een taxi ben ik van het bureau naar huis gebracht. De volgende ochtend heb ik samen met mijn vrouw Annemiek mijn scootmobiel opgehaald. Het was de negende keer in één jaar dat ik omviel, dus ze stond er niet echt van te kijken. Toch bezorgde ik haar veel slapeloze nachten. Dat zag ik als een waarschuwing. Ik heb van augustus 2009 tot kerst 2010 geen druppel alcohol gedronken. Inmiddels ben ik weer begonnen, maar ik moet heel erg oppassen. Ik lust het zó graag!
Heb je nog levenslessen in de uitverkoop?
Ga eens naar de hoeren. Dat is heel gezond en je leert zodoende een hoop over jezelf. Het enige nadeel is dat het klauwen met geld kost, maar totdat het op is moet je gewoon lekker je gang gaan. En wees er vooral open over. Ik heb een hekel aan van die zogenaamd keurige mensen die stiekem de peeskamertjes binnenglippen.
